This page contains a selection of posts on social media about the ins and outs of atelier Broucke and the inspiration of the artist Koen Broucke. Some are in English, most are in Dutch. You can follow us on: www.facebook.com/koen.broucke or https://www.instagram.com/koenbroucke/
30.3.2024
Wim Van Lancker schreef voor De Standaard der Letteren een beklijvende recensie over ‘Tussen de legers ‘.
‘Joseph Roths naoorlogse reportages doen nadenken: slaapwandelen we richting WO III?’ (*****)
‘'Tussen de legers leert’ ons een Roth kennen die aan het begin van een glansrijke carrière staat. Beroemde romans als Job (1930) of Radetzkymars (1932) zijn nog ver weg, en ook als journalist is het nog zoeken naar een eigen toon en stijl. Net die zoektocht maakt het boek de moeite waard voor zowel doorgewinterde Roth-liefhebbers als voor lezers die Roth nog moeten (of liever: mogen) leren kennen.
De kracht van het boek schuilt bovendien niet alleen in de tekst. De verzorgde uitgave doet de illustraties van kunstenaar Koen Broucke alle eer aan. De beelden die hij toont zijn werkelijk adembenemend. Bij een passage waarin Roth een akelige tocht door de donkere bossen van Augustowo in Polen beschrijft, slaat de guurheid van het bos je haast in het gezicht. Bij de parade van verminkten kan je niet kiezen tussen wegkijken en blijven staren. Zo mooi kan de gruwel zijn, zo gruwelijk is de schoonheid.
Roths reportages roepen existentiële vragen op. Slaapwandelen we vandaag richting een Derde Wereldoorlog? Welnee, zegt de optimist, de tijden zijn immers veranderd. Vandaag hebben we internationale instellingen, democratie en de rechtsstaat, en open economieën die geen wereldbrand meer verdragen. Maar wie Roth leest kan niet zomaar optimistisch gestemd blijven. De grens tussen oorlog en vrede is dun en de strijd om de Waarheid woedt volop. Dat is de fundamentele vraag die Tussen de legers ons voorlegt: vanaf welk moment zijn we echt in oorlog? Welke grens trekken we zelf?’
Beeld: Koen Broucke, Augustowo, olie op geprepareerd karton, 2023
Wim Van Lancker schreef voor De Standaard der Letteren een beklijvende recensie over ‘Tussen de legers ‘.
‘Joseph Roths naoorlogse reportages doen nadenken: slaapwandelen we richting WO III?’ (*****)
‘'Tussen de legers leert’ ons een Roth kennen die aan het begin van een glansrijke carrière staat. Beroemde romans als Job (1930) of Radetzkymars (1932) zijn nog ver weg, en ook als journalist is het nog zoeken naar een eigen toon en stijl. Net die zoektocht maakt het boek de moeite waard voor zowel doorgewinterde Roth-liefhebbers als voor lezers die Roth nog moeten (of liever: mogen) leren kennen.
De kracht van het boek schuilt bovendien niet alleen in de tekst. De verzorgde uitgave doet de illustraties van kunstenaar Koen Broucke alle eer aan. De beelden die hij toont zijn werkelijk adembenemend. Bij een passage waarin Roth een akelige tocht door de donkere bossen van Augustowo in Polen beschrijft, slaat de guurheid van het bos je haast in het gezicht. Bij de parade van verminkten kan je niet kiezen tussen wegkijken en blijven staren. Zo mooi kan de gruwel zijn, zo gruwelijk is de schoonheid.
Roths reportages roepen existentiële vragen op. Slaapwandelen we vandaag richting een Derde Wereldoorlog? Welnee, zegt de optimist, de tijden zijn immers veranderd. Vandaag hebben we internationale instellingen, democratie en de rechtsstaat, en open economieën die geen wereldbrand meer verdragen. Maar wie Roth leest kan niet zomaar optimistisch gestemd blijven. De grens tussen oorlog en vrede is dun en de strijd om de Waarheid woedt volop. Dat is de fundamentele vraag die Tussen de legers ons voorlegt: vanaf welk moment zijn we echt in oorlog? Welke grens trekken we zelf?’
Beeld: Koen Broucke, Augustowo, olie op geprepareerd karton, 2023
16.3.2024
Ik maakte in 2020 en 2022 een olieverfkundig verslag van de twee afbraakfasen van het Grand Hôtel Regnier in Waulsort. Op dit ogenblik ben ik getuige van de afbraak van het oude stedelijk zwembad van Oostende, een brutalistisch ontwerp van de architecten Paul Felix en Jan Tanghe uit 1969-1974 en voltooid in 1978.
In deze olieverfschets ziet u de overblijvende dakconstructie begin februari 2024. Even leken het Thermae Palacehotel, de Koninklijke Gaanderijen en de indrukwekkende betonconstructie één zandkleurig geheel.
Beeld: Koen Broucke, Brutalisme (het oude zwembad van Oostende), olie op geprepareerd papier, 2024
Ik maakte in 2020 en 2022 een olieverfkundig verslag van de twee afbraakfasen van het Grand Hôtel Regnier in Waulsort. Op dit ogenblik ben ik getuige van de afbraak van het oude stedelijk zwembad van Oostende, een brutalistisch ontwerp van de architecten Paul Felix en Jan Tanghe uit 1969-1974 en voltooid in 1978.
In deze olieverfschets ziet u de overblijvende dakconstructie begin februari 2024. Even leken het Thermae Palacehotel, de Koninklijke Gaanderijen en de indrukwekkende betonconstructie één zandkleurig geheel.
Beeld: Koen Broucke, Brutalisme (het oude zwembad van Oostende), olie op geprepareerd papier, 2024
25.2.2024
De steeds veranderende stad. Dit is het zicht vanop de strekdam en de havengeul in Oostende. Links zijn de torengebouwen van Oosteroever. Soms lijken ze sneller te groeien dan het drogen van mijn verf.
Beeld: Koen Broucke, Oosteroever (Oostende), olie op doek, 2024
Dit werk is nog te zien op de tentoonstelling ‘1911, La gamme d’amour’ in de Villa Elise, Frans Musinstraat 27-29, Oostende op zondag 25/2 11-18u, zaterdag 2/3 14-18u en zondag 3/3 14-18u
De steeds veranderende stad. Dit is het zicht vanop de strekdam en de havengeul in Oostende. Links zijn de torengebouwen van Oosteroever. Soms lijken ze sneller te groeien dan het drogen van mijn verf.
Beeld: Koen Broucke, Oosteroever (Oostende), olie op doek, 2024
Dit werk is nog te zien op de tentoonstelling ‘1911, La gamme d’amour’ in de Villa Elise, Frans Musinstraat 27-29, Oostende op zondag 25/2 11-18u, zaterdag 2/3 14-18u en zondag 3/3 14-18u
17.2.2024
De wereld staat in brand. Dit is de zogenaamde toorts van Moreni, een tragisch ongeval op een olieveld in Roemenië in 1929. Ik schilderde dit verwoestend vuur naar aanleiding van mijn lectuur van de roman ‘Nirwana’ van Tommy Wieringa. Het is een gelaagd schilderij waarin ook de herinneringen aan de branden van de olievelden in Koeweit en Irak in verwerkt zijn, de woedende bosbranden, de voortdurende oorlogen en bombardementen, de industriële ovens, het vuur dat overal aanwezig is in apparaten, ontploffingsmotoren, ingekapseld, begrensd, verborgen, alles opgeteld een opwarming van jewelste. Dit is ook de ondertoon van de roman. Het verhaal gaat over de kunstschilder Hugo Adema, kleinzoon van de rijke offshore magnaat Willem Adema, met een duister SS-verleden en handlanger in de gedwongen tewerkstelling in Oost-Europa, geïnspireerd op de omstreden civiel ingenieur Pieter Schelte Heerema. Ik moet terugdenken aan SS-officier Max Aue uit ‘De Welwillenden’ van Jonathan Littell . Beide boeken geven een inzicht in de betrokkenheid van individuen in gruwelijke oorlogsmisdaden. Wieringa maakt een scherpe analyse van ons ongemakkelijk tijdsgewricht, maar biedt ook een uitweg: het individueel stopzetten van de verbranding door meditatie, leidend tot de toestand van Nirwana. Schilderen is een vorm van mediteren.
Beeld: Koen Broucke, De toorts van Moreni, olie op doek, 2024
De wereld staat in brand. Dit is de zogenaamde toorts van Moreni, een tragisch ongeval op een olieveld in Roemenië in 1929. Ik schilderde dit verwoestend vuur naar aanleiding van mijn lectuur van de roman ‘Nirwana’ van Tommy Wieringa. Het is een gelaagd schilderij waarin ook de herinneringen aan de branden van de olievelden in Koeweit en Irak in verwerkt zijn, de woedende bosbranden, de voortdurende oorlogen en bombardementen, de industriële ovens, het vuur dat overal aanwezig is in apparaten, ontploffingsmotoren, ingekapseld, begrensd, verborgen, alles opgeteld een opwarming van jewelste. Dit is ook de ondertoon van de roman. Het verhaal gaat over de kunstschilder Hugo Adema, kleinzoon van de rijke offshore magnaat Willem Adema, met een duister SS-verleden en handlanger in de gedwongen tewerkstelling in Oost-Europa, geïnspireerd op de omstreden civiel ingenieur Pieter Schelte Heerema. Ik moet terugdenken aan SS-officier Max Aue uit ‘De Welwillenden’ van Jonathan Littell . Beide boeken geven een inzicht in de betrokkenheid van individuen in gruwelijke oorlogsmisdaden. Wieringa maakt een scherpe analyse van ons ongemakkelijk tijdsgewricht, maar biedt ook een uitweg: het individueel stopzetten van de verbranding door meditatie, leidend tot de toestand van Nirwana. Schilderen is een vorm van mediteren.
Beeld: Koen Broucke, De toorts van Moreni, olie op doek, 2024
14.11.2023
Dit is Niko Pirosmani, de belangrijkste (naïeve) Georgische schilder. Het hierop volgende beeld is een naschildering van een fragment uit een berenjacht van diezelfde geniale Pirosmani. Niets is leerzamer dan een berenjacht kopiëren. Op 2 juni stonden we perplex voor zijn schilderijen in een overzichtstentoonstelling in het Louisiana museum in Kopenhagen. Nu kunnen we zijn levensgeschiedenis lezen in de schitterende nieuwe roman van Koen Peeters. In zijn meesterlijke stijl mengt hij feit en fictie. Er zijn hoofdstukken gewijd aan eigenzinnige ontmoetingen met James Joyce en Georges Lemaître. De rode draad is een aantal personages met de naam Georges, maar mijns inziens gaat het boek veeleer over vriendschappen en ontmoetingen, hoe ze starten, zich ontwikkelen en tot ontknoping komen. Hij schrijft: ‘Soms worden in de nacht of zelfs overdag lijnen gelegd, onzichtbaar gespannen als een net. Een valstrik? Dat klinkt te negatief, alsof er boos opzet in het spel zou zijn. Dat is niet zo. Toch bestaan er verbindingen, schakelingen waardoor sommige mensen elkaar wel moeten tegenkomen. Terugrekenend in de tijd kan het niet anders dan dat ze elkaar hebben ontmoet.’ (Koen Peeters, Georges, p. 73)
Dit is Niko Pirosmani, de belangrijkste (naïeve) Georgische schilder. Het hierop volgende beeld is een naschildering van een fragment uit een berenjacht van diezelfde geniale Pirosmani. Niets is leerzamer dan een berenjacht kopiëren. Op 2 juni stonden we perplex voor zijn schilderijen in een overzichtstentoonstelling in het Louisiana museum in Kopenhagen. Nu kunnen we zijn levensgeschiedenis lezen in de schitterende nieuwe roman van Koen Peeters. In zijn meesterlijke stijl mengt hij feit en fictie. Er zijn hoofdstukken gewijd aan eigenzinnige ontmoetingen met James Joyce en Georges Lemaître. De rode draad is een aantal personages met de naam Georges, maar mijns inziens gaat het boek veeleer over vriendschappen en ontmoetingen, hoe ze starten, zich ontwikkelen en tot ontknoping komen. Hij schrijft: ‘Soms worden in de nacht of zelfs overdag lijnen gelegd, onzichtbaar gespannen als een net. Een valstrik? Dat klinkt te negatief, alsof er boos opzet in het spel zou zijn. Dat is niet zo. Toch bestaan er verbindingen, schakelingen waardoor sommige mensen elkaar wel moeten tegenkomen. Terugrekenend in de tijd kan het niet anders dan dat ze elkaar hebben ontmoet.’ (Koen Peeters, Georges, p. 73)
30.8.2023
Zit ik aan het begin van het einde? Of is dit het einde van het begin? Waar bevind ik me? Ik heb nog steeds het gevoel dat ik als kunstenaar aan het prille begin sta, dat ik vooral nog veel te leren en oefenen heb, terwijl ik tegelijkertijd zaken kan afsluiten en er steeds meer is om op terug te blikken. Sinds wanneer ben ik beginnen letten op de leeftijd van kunstenaars bij hun afsluiten, bij hun overlijden? Hoeveel jaren wordt een kunstenaar gegund om te werken? Allemaal vragen die opnieuw zijn geactiveerd bij het lezen van het fascinerend boek ‘The Last Days of Roger Federer and Other Endings', van Geoff Dyer (Ik las het in de voortreffelijke Nederlandse vertaling door Ivo Verheyen en uitgegeven door Tzara). Het is een ingenieuze compositie in drie delen van elk 60 stukken, in de Engelse taal exact 86.400 woorden, het aantal seconden in één dag. Het boek gaat over het einde van tenniscarrières, de laatste werken van kunstenaars, over jazz, Bob Dylan, films, drugs, Nietzsche, de late Beethoven en Turner… De lectuur ervan levert mij een nieuwe en lange lijst van te lezen boeken en te beluisteren muziekstukken op. En vooral de vraag: waar bevind ik me nu eigenlijk? Wat ben ik nog aan het leren en wat ben ik tegelijkertijd aan het verleren?
Beeld: Koen Broucke, Harmonie in paars en groen (Roger Federer), olie op doek, 2023
Zit ik aan het begin van het einde? Of is dit het einde van het begin? Waar bevind ik me? Ik heb nog steeds het gevoel dat ik als kunstenaar aan het prille begin sta, dat ik vooral nog veel te leren en oefenen heb, terwijl ik tegelijkertijd zaken kan afsluiten en er steeds meer is om op terug te blikken. Sinds wanneer ben ik beginnen letten op de leeftijd van kunstenaars bij hun afsluiten, bij hun overlijden? Hoeveel jaren wordt een kunstenaar gegund om te werken? Allemaal vragen die opnieuw zijn geactiveerd bij het lezen van het fascinerend boek ‘The Last Days of Roger Federer and Other Endings', van Geoff Dyer (Ik las het in de voortreffelijke Nederlandse vertaling door Ivo Verheyen en uitgegeven door Tzara). Het is een ingenieuze compositie in drie delen van elk 60 stukken, in de Engelse taal exact 86.400 woorden, het aantal seconden in één dag. Het boek gaat over het einde van tenniscarrières, de laatste werken van kunstenaars, over jazz, Bob Dylan, films, drugs, Nietzsche, de late Beethoven en Turner… De lectuur ervan levert mij een nieuwe en lange lijst van te lezen boeken en te beluisteren muziekstukken op. En vooral de vraag: waar bevind ik me nu eigenlijk? Wat ben ik nog aan het leren en wat ben ik tegelijkertijd aan het verleren?
Beeld: Koen Broucke, Harmonie in paars en groen (Roger Federer), olie op doek, 2023
14.1.2023
Geen grotere vreugde dan een winterse avondwandeling. Vertrekken bij schemering, klauteren in het halfduister en aankomen in totale duisternis. Tussen de bewolking door is de heldere en fascinerende sterrenwereld zichtbaar. Uit de efemeriden weet ik dat deze maanden een aantal planeten in een merkwaardige conjunctie staan, helaas te dicht bij de horizon en niet zichtbaar door de dichte heuvels. Wel zichtbaar is de maan die in al haar schijngestalten omgeven wordt door Mars. Ik kon niet anders dan dit schilderen.
Beeld: Koen Broucke, Conjunctie Maan-Mars, olie op papier op doek, 2022
Geen grotere vreugde dan een winterse avondwandeling. Vertrekken bij schemering, klauteren in het halfduister en aankomen in totale duisternis. Tussen de bewolking door is de heldere en fascinerende sterrenwereld zichtbaar. Uit de efemeriden weet ik dat deze maanden een aantal planeten in een merkwaardige conjunctie staan, helaas te dicht bij de horizon en niet zichtbaar door de dichte heuvels. Wel zichtbaar is de maan die in al haar schijngestalten omgeven wordt door Mars. Ik kon niet anders dan dit schilderen.
Beeld: Koen Broucke, Conjunctie Maan-Mars, olie op papier op doek, 2022
3.12.2022
Het is goed om van tijd tot tijd zaken achter je te laten en ruimte te scheppen voor nieuwe initiatieven. Zo ga ik, na ongeveer 19 jaar, op zondag 11 december mijn laatste Nottebohmlezing inleiden. A rato van 9 lezingen per jaar zijn dat er bijna 170. Het zijn er wat minder, want er zijn er enkele weggevallen door o.a. de lockdown. Ik heb dit werk met veel plezier en inzet gedaan en het was in mijn vroege jaren als kunstenaar een financiële basis. De reeks is gestart samen met directeur An Renard en sluit nu af met haar opvolger Peter Thoelen. Dankzij de lezingen heb ik prachtige mensen leren kennen. Uiteraard de steeds enthousiaste sprekers, het trouwe publiek maar ook de fijne personeelsleden van de bibliotheek. Het was mijn gewoonte om bij het afscheid ook elke keer even de mensen achter de coulissen te gaan bedanken. En dat ga ik nu opnieuw doen, allicht iets emotioneler dan anders. De lezing heeft als titel ‘Wat we toen al wisten’. Spreker is Geert Buelens. Aan de hand van films, televisieseries, romans, stripverhalen, nieuwsberichten en officiële rapporten uit het jaar 1972, laat hij zien wat we toen al wisten over het uitbuiten van de wereld, wat we ervan geleerd hebben en helaas wat niet… De lezing gaat uitzonderlijk door in de nieuwe leeszaal, omdat de Nottebohmzaal is opgenomen in het parcours van Finis Terrae. Daar kan u het werk bekijken van Jeffe De Brabandere en Gideon Kiefer, 16 werken waarin de Apocalyps centraal staat.
Beeld: Koen Broucke, Nottebohmzaal, olie op doek, 2021
Het is goed om van tijd tot tijd zaken achter je te laten en ruimte te scheppen voor nieuwe initiatieven. Zo ga ik, na ongeveer 19 jaar, op zondag 11 december mijn laatste Nottebohmlezing inleiden. A rato van 9 lezingen per jaar zijn dat er bijna 170. Het zijn er wat minder, want er zijn er enkele weggevallen door o.a. de lockdown. Ik heb dit werk met veel plezier en inzet gedaan en het was in mijn vroege jaren als kunstenaar een financiële basis. De reeks is gestart samen met directeur An Renard en sluit nu af met haar opvolger Peter Thoelen. Dankzij de lezingen heb ik prachtige mensen leren kennen. Uiteraard de steeds enthousiaste sprekers, het trouwe publiek maar ook de fijne personeelsleden van de bibliotheek. Het was mijn gewoonte om bij het afscheid ook elke keer even de mensen achter de coulissen te gaan bedanken. En dat ga ik nu opnieuw doen, allicht iets emotioneler dan anders. De lezing heeft als titel ‘Wat we toen al wisten’. Spreker is Geert Buelens. Aan de hand van films, televisieseries, romans, stripverhalen, nieuwsberichten en officiële rapporten uit het jaar 1972, laat hij zien wat we toen al wisten over het uitbuiten van de wereld, wat we ervan geleerd hebben en helaas wat niet… De lezing gaat uitzonderlijk door in de nieuwe leeszaal, omdat de Nottebohmzaal is opgenomen in het parcours van Finis Terrae. Daar kan u het werk bekijken van Jeffe De Brabandere en Gideon Kiefer, 16 werken waarin de Apocalyps centraal staat.
Beeld: Koen Broucke, Nottebohmzaal, olie op doek, 2021
23.11.2022
Naar aanleiding van de prachtige Klara podcast over Maurice Gilliams, samengesteld en gemonteerd door Gudrun De Geyter, heb ik een aantal boeken van de auteur herlezen. Vandaag heb ik de comfortabele keuze uit meerdere uitgaven. In de loop van de jaren heb ik nogal wat boeken van Gilliams verzameld. Waar ik vroeger ‘Oefentocht in het luchtledige’ in een pocket heb gelezen, lees ik die nu in een derde druk, niet echt een dure bibliofiele uitgave, maar wel in de heerlijke typografie van Gilliams zelf. En ‘Elias of het gevecht met de nachtegalen’ herlees ik in de vuistdikke ‘Vita Brevis’, het verzameld werk. Die dromen over een prachtig landhuis ergens ten noorden van Antwerpen werden weliswaar aan diggelen gegooid door biografe Annette Portegies. Het ging eigenlijk om een blokhut van 20 vierkante meter, aangedikt met herinneringen aan het ondertussen afgebroken kasteel Elsdonk, dat in de jaren 1920 heeft moeten wijken voor een tuinwijk...
Op het einde van deel 1 doet goede vriend Koen Peeters een ontroerende uitspraak over onze vriendschap, met daaronder gemonteerd, een vogelkoor en de voorzichtige, meeslepende melodie van ‘Moon River’ in een bewerking door het Pavão strijkkwartet. Hiervoor was ook even de stem te horen van de betreurde Bernard Dewulf. Hij las die eerste, adembenemende zin uit ‘Elias of het gevecht met de nachtegalen’: ‘Wanneer Aloysius ons hart verontrust, hangen we in de werkelijkheid ondersteboven als betoverde apen. Hij is zestien en ruim vier jaar ouder dan ik. 's Avonds in bed plooien wij papieren bootjes, die we de volgende dag op de beek het landgoed laten buiten drijven.’ Een kippenvelmoment.
De beste verwoording van de essentie Gilliams komt wat mij betreft van Leen Huet ergens in het midden van deel 2: ‘Ik houd van dat contrast tussen die gewild voorname, gemaniëreerde taal, zelfs met gezochte woorden, zeldzame woorden, en waarvoor dient dat? Waarvoor gebruikt hij dat? Om je tot in je merg te raken, met wrede en harde en troebele beelden.’
Ik heb de podcast ondertussen twee keer beluisterd. En ga het zeker nog een derde keer doen. Het is een aaneenschakeling van schitterende en emotionele getuigenissen, historische opnamen en een ontroerende muziekkeuze. Een aanrader!
Beelden: Koen Broucke, Armadale House, acryl op doek, 2016, jeugdportret van Maurice Gilliams en ‘Laiterie Elsdonck’
Naar aanleiding van de prachtige Klara podcast over Maurice Gilliams, samengesteld en gemonteerd door Gudrun De Geyter, heb ik een aantal boeken van de auteur herlezen. Vandaag heb ik de comfortabele keuze uit meerdere uitgaven. In de loop van de jaren heb ik nogal wat boeken van Gilliams verzameld. Waar ik vroeger ‘Oefentocht in het luchtledige’ in een pocket heb gelezen, lees ik die nu in een derde druk, niet echt een dure bibliofiele uitgave, maar wel in de heerlijke typografie van Gilliams zelf. En ‘Elias of het gevecht met de nachtegalen’ herlees ik in de vuistdikke ‘Vita Brevis’, het verzameld werk. Die dromen over een prachtig landhuis ergens ten noorden van Antwerpen werden weliswaar aan diggelen gegooid door biografe Annette Portegies. Het ging eigenlijk om een blokhut van 20 vierkante meter, aangedikt met herinneringen aan het ondertussen afgebroken kasteel Elsdonk, dat in de jaren 1920 heeft moeten wijken voor een tuinwijk...
Op het einde van deel 1 doet goede vriend Koen Peeters een ontroerende uitspraak over onze vriendschap, met daaronder gemonteerd, een vogelkoor en de voorzichtige, meeslepende melodie van ‘Moon River’ in een bewerking door het Pavão strijkkwartet. Hiervoor was ook even de stem te horen van de betreurde Bernard Dewulf. Hij las die eerste, adembenemende zin uit ‘Elias of het gevecht met de nachtegalen’: ‘Wanneer Aloysius ons hart verontrust, hangen we in de werkelijkheid ondersteboven als betoverde apen. Hij is zestien en ruim vier jaar ouder dan ik. 's Avonds in bed plooien wij papieren bootjes, die we de volgende dag op de beek het landgoed laten buiten drijven.’ Een kippenvelmoment.
De beste verwoording van de essentie Gilliams komt wat mij betreft van Leen Huet ergens in het midden van deel 2: ‘Ik houd van dat contrast tussen die gewild voorname, gemaniëreerde taal, zelfs met gezochte woorden, zeldzame woorden, en waarvoor dient dat? Waarvoor gebruikt hij dat? Om je tot in je merg te raken, met wrede en harde en troebele beelden.’
Ik heb de podcast ondertussen twee keer beluisterd. En ga het zeker nog een derde keer doen. Het is een aaneenschakeling van schitterende en emotionele getuigenissen, historische opnamen en een ontroerende muziekkeuze. Een aanrader!
Beelden: Koen Broucke, Armadale House, acryl op doek, 2016, jeugdportret van Maurice Gilliams en ‘Laiterie Elsdonck’
19.11.2022
Alla breve
Ongetwijfeld, Peter (Holvoet-Hanssen), ben jij de meest muzikale onder de dichters. Jij zingt, neuriet, speelt alle instrumenten, uit volle borst, ingehouden, ingetogen, heerlijk dolgedraaid. Je ‘bloemlezing’ kon dus ook alleen maar ‘Libretto’ heten. Aangrijpend en verhelderend is de inleiding - toonzetting dus - van je lieve echtgenote Noëlla. Ik had op haar aanwijzing mijn instrument meteen in de juiste toonaard gestemd om al die liederen mee uit te zingen. Zelf had je mij het ritme verklapt: ‘het is zomaar geen bloemlezing maar als ge leest van begin tot einde: een amulet, een Goleman-talisman’. Laat me er mijn meest muzikale thema uit de schilderkunst naast zetten, de wolken, de wolken… hoor ze zingen. - J’aime les nuages… les nuages qui passent… là-bas… là-bas… les merveilleux nuages ! (Charles Baudelaire, Petits poèmes en prose, 1869). En hierbij associeer ik mijn lievelingsregels uit jouw boek, niet toevallig uit de ‘Gedichten voor de kleine reus’, jouw evenknie van de ‘Nagelaten gedichten‘ van Paul Van Ostaijen.
Berglied
uit eeuwig zijn de dingen
die wij zingen die wij zingen
de gemzenpoten trillen
van de dingen die wij dingen
de zon loopt over sneeuw
als spin die sporen weeft
van goud en rozenroos
gij noensoest niet of zoenroest
winden zullen wij uw zinnen
als witte wasem in uw kruin
wij spannen u de spier
(…)
Maar de titel ‘Libretto’ neem ik ook graag letterlijk. Een script voor een opera, een muziekstuk dus. Ik was eerst in de verleiding om mij bochtig te laten leiden in jouw vele ritmen, exotische melodieën en ongebruikelijke instrumenten, maar kijk ik zet er alleen maar een paar sobere en verre pianoakkoorden onder en meng er wat echo’s van Gurdjieff/de Hartmann door. In een maat van twee dwing ik je verzen. Ik hoor in elke regel je schone omfloerste, melodieuze stem.
Beelden: Koen Broucke, Wolkenstudie en Marine met blauwe strepen (Oostende), olie op paneel en op doek, 2022
Alla breve
Ongetwijfeld, Peter (Holvoet-Hanssen), ben jij de meest muzikale onder de dichters. Jij zingt, neuriet, speelt alle instrumenten, uit volle borst, ingehouden, ingetogen, heerlijk dolgedraaid. Je ‘bloemlezing’ kon dus ook alleen maar ‘Libretto’ heten. Aangrijpend en verhelderend is de inleiding - toonzetting dus - van je lieve echtgenote Noëlla. Ik had op haar aanwijzing mijn instrument meteen in de juiste toonaard gestemd om al die liederen mee uit te zingen. Zelf had je mij het ritme verklapt: ‘het is zomaar geen bloemlezing maar als ge leest van begin tot einde: een amulet, een Goleman-talisman’. Laat me er mijn meest muzikale thema uit de schilderkunst naast zetten, de wolken, de wolken… hoor ze zingen. - J’aime les nuages… les nuages qui passent… là-bas… là-bas… les merveilleux nuages ! (Charles Baudelaire, Petits poèmes en prose, 1869). En hierbij associeer ik mijn lievelingsregels uit jouw boek, niet toevallig uit de ‘Gedichten voor de kleine reus’, jouw evenknie van de ‘Nagelaten gedichten‘ van Paul Van Ostaijen.
Berglied
uit eeuwig zijn de dingen
die wij zingen die wij zingen
de gemzenpoten trillen
van de dingen die wij dingen
de zon loopt over sneeuw
als spin die sporen weeft
van goud en rozenroos
gij noensoest niet of zoenroest
winden zullen wij uw zinnen
als witte wasem in uw kruin
wij spannen u de spier
(…)
Maar de titel ‘Libretto’ neem ik ook graag letterlijk. Een script voor een opera, een muziekstuk dus. Ik was eerst in de verleiding om mij bochtig te laten leiden in jouw vele ritmen, exotische melodieën en ongebruikelijke instrumenten, maar kijk ik zet er alleen maar een paar sobere en verre pianoakkoorden onder en meng er wat echo’s van Gurdjieff/de Hartmann door. In een maat van twee dwing ik je verzen. Ik hoor in elke regel je schone omfloerste, melodieuze stem.
Beelden: Koen Broucke, Wolkenstudie en Marine met blauwe strepen (Oostende), olie op paneel en op doek, 2022
16.11.2022
Ergens in de maand mei van dit jaar kreeg ik van Els Snick de vraag om een portret te schilderen van Joseph Roth voor de cover van haar vertaling van het boek ‘Joseph Roths Flucht und Ende’ van Soma Morgenstern. Ik prepareerde meteen een doek, schilderde geestdriftig een eerste laag, nam contact op met de uitgever en vroeg wanneer het schilderij klaar moest zijn. Zo snel mogelijk. Omdat het nogal onzeker zou zijn of ik dit gelaagd olieverfschilderij op korte tijd zou klaar krijgen, maakte ik nog een aquarel en startte parallel een kleiner portret op doek. Ik leverde mijn gebruikelijke strijd tussen de lagen van herkenbaarheid en schilderkunstige verstoringen, afschuren en overschilderen, transparantie en opaciteit… uiteindelijk kreeg ik het eerste schilderij af binnen een aanvaardbare termijn en maakte een foto voor de cover. Vervolgens schilderde ik er nog een sterrenhemel bij, een knipoog naar het portret dat Vincent Van Gogh van Eugène Bloch schilderde. Ik maakte hier ook een foto van. Maar de uitgever koos toch voor het werk zonder sterren, een werk dat dus niet meer bestaat. Ondertussen is het boek van de persen gerold en wordt het voorgesteld in Theater Tinnenpot in Gent op donderdag 24 november om 20u (deuren om 19u30). In samenwerking met Boekhandel Walry en met bijdragen van Els Snick, Daan Hugaert, Damast Duo (Shalan Alhamwy en Jonas Malfliet) en mezelf.
Ergens in de maand mei van dit jaar kreeg ik van Els Snick de vraag om een portret te schilderen van Joseph Roth voor de cover van haar vertaling van het boek ‘Joseph Roths Flucht und Ende’ van Soma Morgenstern. Ik prepareerde meteen een doek, schilderde geestdriftig een eerste laag, nam contact op met de uitgever en vroeg wanneer het schilderij klaar moest zijn. Zo snel mogelijk. Omdat het nogal onzeker zou zijn of ik dit gelaagd olieverfschilderij op korte tijd zou klaar krijgen, maakte ik nog een aquarel en startte parallel een kleiner portret op doek. Ik leverde mijn gebruikelijke strijd tussen de lagen van herkenbaarheid en schilderkunstige verstoringen, afschuren en overschilderen, transparantie en opaciteit… uiteindelijk kreeg ik het eerste schilderij af binnen een aanvaardbare termijn en maakte een foto voor de cover. Vervolgens schilderde ik er nog een sterrenhemel bij, een knipoog naar het portret dat Vincent Van Gogh van Eugène Bloch schilderde. Ik maakte hier ook een foto van. Maar de uitgever koos toch voor het werk zonder sterren, een werk dat dus niet meer bestaat. Ondertussen is het boek van de persen gerold en wordt het voorgesteld in Theater Tinnenpot in Gent op donderdag 24 november om 20u (deuren om 19u30). In samenwerking met Boekhandel Walry en met bijdragen van Els Snick, Daan Hugaert, Damast Duo (Shalan Alhamwy en Jonas Malfliet) en mezelf.
28.10.2022
Stil, stilte, stillekes… in het boek ‘Boerenpsalm van Felix Timmermans komt 36x het woord stilte of een variant hierop voor. Met Britt Truyts maakte ik hieruit een selectie, gecombineerd met enkele stiltefragmenten uit ‘Het land tussen de talen’ van Stefan Zweig (10x) en mijn ‘Het geheugen van sneeuw’ (8x). Hierbij kozen we muziek van Leonard Cohen, John Lennon, Franz Schubert, Robert Schumann, Franz Liszt, John Cage en Guiot de Dijon. Gisteren hadden we alvast een fijne repetitie in Bernaerts platform in Antwerpen. U kan ons hier komen beluisteren op zondag 30 oktober om 16u in het kader van het openingsfestival van de ‘Boekenmaand’.
Foto’s: Annik Rachel Klaes
Stil, stilte, stillekes… in het boek ‘Boerenpsalm van Felix Timmermans komt 36x het woord stilte of een variant hierop voor. Met Britt Truyts maakte ik hieruit een selectie, gecombineerd met enkele stiltefragmenten uit ‘Het land tussen de talen’ van Stefan Zweig (10x) en mijn ‘Het geheugen van sneeuw’ (8x). Hierbij kozen we muziek van Leonard Cohen, John Lennon, Franz Schubert, Robert Schumann, Franz Liszt, John Cage en Guiot de Dijon. Gisteren hadden we alvast een fijne repetitie in Bernaerts platform in Antwerpen. U kan ons hier komen beluisteren op zondag 30 oktober om 16u in het kader van het openingsfestival van de ‘Boekenmaand’.
Foto’s: Annik Rachel Klaes
26.10.2022
De schilder Albert Baertsoen fascineert me al lang. Ik kende vooral het werk ‘Touwslagers op de vesten’ met die bijzondere melancholische, trage sfeer, een groengrijze kleurharmonie en de forse penseelstreken (‘de poot’) in de sneeuwpartijen. Ik had de voorbije jaren vooral grafiek van de kunstenaar opgespoord. En nu is er de overzichtstentoonstelling van ‘le peintre de Gand’ in het Museum voor Schone Kunsten van Gent. Wat een feest om al dit werk, veelal uit privécollecties, samen te kunnen zien en een beter inzicht te krijgen in de ontwikkeling en de werkprocédés van de kunstenaar. Hij liet bijvoorbeeld een boot bouwen om van hierop te schilderen... Na het verlaten van de tentoonstelling schilderde ik een wolkje, een detail uit ‘Duinenrij’ uit 1890’. Een hommage aan het subliem licht in dit doek en aan een schilder waar ik nog veel van kan leren! Er is geen beter medium om mijn vreugde bij deze overzichtstentoonstelling uit te drukken.
Beeld: Koen Broucke, Wolkenstudie naar Albert Baertsoen, olie op paneel, 2022
De schilder Albert Baertsoen fascineert me al lang. Ik kende vooral het werk ‘Touwslagers op de vesten’ met die bijzondere melancholische, trage sfeer, een groengrijze kleurharmonie en de forse penseelstreken (‘de poot’) in de sneeuwpartijen. Ik had de voorbije jaren vooral grafiek van de kunstenaar opgespoord. En nu is er de overzichtstentoonstelling van ‘le peintre de Gand’ in het Museum voor Schone Kunsten van Gent. Wat een feest om al dit werk, veelal uit privécollecties, samen te kunnen zien en een beter inzicht te krijgen in de ontwikkeling en de werkprocédés van de kunstenaar. Hij liet bijvoorbeeld een boot bouwen om van hierop te schilderen... Na het verlaten van de tentoonstelling schilderde ik een wolkje, een detail uit ‘Duinenrij’ uit 1890’. Een hommage aan het subliem licht in dit doek en aan een schilder waar ik nog veel van kan leren! Er is geen beter medium om mijn vreugde bij deze overzichtstentoonstelling uit te drukken.
Beeld: Koen Broucke, Wolkenstudie naar Albert Baertsoen, olie op paneel, 2022
12.10.2022
Ik lees graag poëzie. En het allerliefst lees ik Miriam Van hee. U kan zich mijn blijdschap dus wel indenken toen ik begin dit jaar een mail kreeg van haar uitgever ‘De Bezige Bij’ met de vraag om een winterschilderij van mijn hand te mogen gebruiken voor de cover van haar nieuwe bundel ‘voor wie de tijd verstrijkt’. Deze bundel ligt me nauw aan het hart, ook al omdat de Maas, de rivier waarbij ik nu zelf woon, hierin een personage is geworden. Ik vraag me wel eens af wat me zo treft in deze gedichten, waarom ik deze trefzekere observaties van het alledaagse en van het onderweg-zijn zo graag lees? Paul Demets geeft hier in de laatste regel van zijn recensie in De Standaard een mooi antwoord op: “Geen helderder raam waardoor je naar je eigen verglijdend bestaan kan kijken dan deze beklijvende bundel.’
Beeld: Koen Broucke, Waulsort (winter), olie op doek, 2021
Ik lees graag poëzie. En het allerliefst lees ik Miriam Van hee. U kan zich mijn blijdschap dus wel indenken toen ik begin dit jaar een mail kreeg van haar uitgever ‘De Bezige Bij’ met de vraag om een winterschilderij van mijn hand te mogen gebruiken voor de cover van haar nieuwe bundel ‘voor wie de tijd verstrijkt’. Deze bundel ligt me nauw aan het hart, ook al omdat de Maas, de rivier waarbij ik nu zelf woon, hierin een personage is geworden. Ik vraag me wel eens af wat me zo treft in deze gedichten, waarom ik deze trefzekere observaties van het alledaagse en van het onderweg-zijn zo graag lees? Paul Demets geeft hier in de laatste regel van zijn recensie in De Standaard een mooi antwoord op: “Geen helderder raam waardoor je naar je eigen verglijdend bestaan kan kijken dan deze beklijvende bundel.’
Beeld: Koen Broucke, Waulsort (winter), olie op doek, 2021
1.10.2022
Op dit ogenblik neem ik met twee werkjes deel aan de tentoonstelling ‘L’attention au monde, Paysages gravés du XVIIe siècle’ in ‘L'espace d’exposition de la Maison de l’Université de Rouen’. Mijn vriend en collega, de Spaanse kunstenaar Antonio Domenech, schreef voor de catalogus over een vroegere tentoonstelling ‘Metamorphosis Naturalis’ die we in 2007 maakten in de Nottebohmzaal van de Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience in Antwerpen:
‘Je n’aurai compris que plus tard, une fois le montage terminé, et après un regard attentif sur toutes les pièces de l’exposition, que la Contemplation de Spilliaert n’était en aucune mesure un caprice, c’était l’élément clé qui reliait définitivement l’exposition : les tragiques paysages boisés photographiés par Marco Jacobs où l’absence de toute forme de vie animale ou végétale provoquait des frissons glaciaux; mes prototypes-poissons taillés dans du bois « mort » et cette poussière de papillon qui vous reste sur les doigts quand vous essayez d’en attraper un pour l’observer de près, cette poussière que Koen Broucke avait choisi comme image de ces métamorphoses continuelles, d’un voyage dans le temps, entre la vie et le néant, et des traces qui restent toujours gravées quelque part.’
Beeld: Koen Broucke, Paysage (Vallée de la Meuse), olie op de geprepareerd papier, 2022
Op dit ogenblik neem ik met twee werkjes deel aan de tentoonstelling ‘L’attention au monde, Paysages gravés du XVIIe siècle’ in ‘L'espace d’exposition de la Maison de l’Université de Rouen’. Mijn vriend en collega, de Spaanse kunstenaar Antonio Domenech, schreef voor de catalogus over een vroegere tentoonstelling ‘Metamorphosis Naturalis’ die we in 2007 maakten in de Nottebohmzaal van de Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience in Antwerpen:
‘Je n’aurai compris que plus tard, une fois le montage terminé, et après un regard attentif sur toutes les pièces de l’exposition, que la Contemplation de Spilliaert n’était en aucune mesure un caprice, c’était l’élément clé qui reliait définitivement l’exposition : les tragiques paysages boisés photographiés par Marco Jacobs où l’absence de toute forme de vie animale ou végétale provoquait des frissons glaciaux; mes prototypes-poissons taillés dans du bois « mort » et cette poussière de papillon qui vous reste sur les doigts quand vous essayez d’en attraper un pour l’observer de près, cette poussière que Koen Broucke avait choisi comme image de ces métamorphoses continuelles, d’un voyage dans le temps, entre la vie et le néant, et des traces qui restent toujours gravées quelque part.’
Beeld: Koen Broucke, Paysage (Vallée de la Meuse), olie op de geprepareerd papier, 2022
28.9.2022
Elke opnamedag met Tijs Posen is een feest. Hij maakt een film over mijn werk en mijn tocht doorheen de seizoenen. Ondertussen zijn de winter, de lente en de zomer gefilmd en weten we al dat naast de kunst, de Maas, de wandelingen, de rotsen, de vergezichten, de veerboot en de mist een rol zullen spelen. Bij de laatste foto hoort een zoekopdracht: waar staat de camera?
Elke opnamedag met Tijs Posen is een feest. Hij maakt een film over mijn werk en mijn tocht doorheen de seizoenen. Ondertussen zijn de winter, de lente en de zomer gefilmd en weten we al dat naast de kunst, de Maas, de wandelingen, de rotsen, de vergezichten, de veerboot en de mist een rol zullen spelen. Bij de laatste foto hoort een zoekopdracht: waar staat de camera?
7.9.2022
‘(…) Schilders als Turner, Courbet en Rops hebben hier het landschap geschilderd. Als ik zelf als schilder aan de slag ga, kijk ik door hun negentiende-eeuwse bril. Technisch voel ik me verwant met die kunstenaars. Er zit heel veel bravoure in, maar het blijft een avontuur. In elk nieuw schilderij bouw ik bewust een fractie sabotage in om niet in de val van de routine te trappen. (...)'
Frank Huygens, Interview met Koen Broucke, Een verstild schildersavontuur, in: OKV 2022/4, p. 2-7
Foto: Saskia Vanderstichele
‘(…) Schilders als Turner, Courbet en Rops hebben hier het landschap geschilderd. Als ik zelf als schilder aan de slag ga, kijk ik door hun negentiende-eeuwse bril. Technisch voel ik me verwant met die kunstenaars. Er zit heel veel bravoure in, maar het blijft een avontuur. In elk nieuw schilderij bouw ik bewust een fractie sabotage in om niet in de val van de routine te trappen. (...)'
Frank Huygens, Interview met Koen Broucke, Een verstild schildersavontuur, in: OKV 2022/4, p. 2-7
Foto: Saskia Vanderstichele
23.8.2022
Een ‘chroniqueur’
Ik lees graag in de kronieken van de oude abdij van Waulsort. Meeslepende, verhalende en opsommende geschiedenis. Zo lees ik over abt Lambertus (1048-ca 1070). Hij hield van zijn wijngaarden en gebruikte ze als verzamelplaats om te bemiddelen in de steeds oplaaiende conflicten tussen de abdijen van Hastière en Waulsort. Maar de monniken van Waulsort voelden zich te kort gedaan in hun oude voorrechten en maakten amok, waarna er weer bemiddeld werd. Gladgestreken conflicten uit een ver verleden. Het geeft me rust.
En dan bedenk ik dat ik al schilderend ook kronieken schrijf.
Tegenover de abdij, aan de andere oever van de Maas, stond allicht een molen. Nu is er een zomerhaventje met een havengebouwtje en de zogenaamde ‘passage d’eau’, een levendige en zonnige pop-up bar. Ik schilder de plek in de winter wanneer de boten en het staketsels weg zijn en de zon met moeite door de mist breekt.
Beeld: Koen Broucke, Passage d’eau (winterlicht), olie op doek, 2022
Een ‘chroniqueur’
Ik lees graag in de kronieken van de oude abdij van Waulsort. Meeslepende, verhalende en opsommende geschiedenis. Zo lees ik over abt Lambertus (1048-ca 1070). Hij hield van zijn wijngaarden en gebruikte ze als verzamelplaats om te bemiddelen in de steeds oplaaiende conflicten tussen de abdijen van Hastière en Waulsort. Maar de monniken van Waulsort voelden zich te kort gedaan in hun oude voorrechten en maakten amok, waarna er weer bemiddeld werd. Gladgestreken conflicten uit een ver verleden. Het geeft me rust.
En dan bedenk ik dat ik al schilderend ook kronieken schrijf.
Tegenover de abdij, aan de andere oever van de Maas, stond allicht een molen. Nu is er een zomerhaventje met een havengebouwtje en de zogenaamde ‘passage d’eau’, een levendige en zonnige pop-up bar. Ik schilder de plek in de winter wanneer de boten en het staketsels weg zijn en de zon met moeite door de mist breekt.
Beeld: Koen Broucke, Passage d’eau (winterlicht), olie op doek, 2022
14.8.2022
Dit is het laatste fiere stompje van het Grand Hôtel Regnier. In de tijd waarin ik het werk heb geschilderd, een drietal laagjes olieverf heb aangebracht en het nu met u deel, is het hotel helemaal gesloopt. Er rest nog te sorteren puin en voor de achterliggende villa’s is een nieuw vergezicht geopend op de Maas. We betrappen er ons op dat we nog afspreken: we gaan de kajak te water laten aan het Grand Hôtel Regnier. Maar er is hier geen hotel meer, wel een aanlegplaats en de lankmoedige Maas.
Beeld: Koen Broucke, De laatste restanten van het Grand Hôtel Regnier, olie op doek, 2022
Dit is het laatste fiere stompje van het Grand Hôtel Regnier. In de tijd waarin ik het werk heb geschilderd, een drietal laagjes olieverf heb aangebracht en het nu met u deel, is het hotel helemaal gesloopt. Er rest nog te sorteren puin en voor de achterliggende villa’s is een nieuw vergezicht geopend op de Maas. We betrappen er ons op dat we nog afspreken: we gaan de kajak te water laten aan het Grand Hôtel Regnier. Maar er is hier geen hotel meer, wel een aanlegplaats en de lankmoedige Maas.
Beeld: Koen Broucke, De laatste restanten van het Grand Hôtel Regnier, olie op doek, 2022
4.8.2022
Over de aanwezigheid in het landschap, de mogelijkheid om er mee samen te vallen, het gefragmenteerd zijn van de reiziger, de dialectiek tussen thuis blijven en weggaan… het zijn enkele van de thema’s die worden uitgewerkt in het adembenemend boek ‘Ik=cartograaf’ van Jeroen Theunissen. Het is ongetwijfeld één van de beste boeken die ik de afgelopen periode heb gelezen.
‘Een heel leven kan ik thuisblijver zijn, en dan nog zal het mij aan de tijd ontbreken om zelfs maar een fractie te leren kennen van wat er is; het enige wat ik nodig heb, is een gezonde portie nieuwsgierigheid en verwondering; de aandacht waarmee ik vertrek, verre horizonten tegemoet, kan ik gebruiken om hier en nu aanwezig te zijn, en in het dagelijkse op zoek te gaan naar het bijzondere, datgene wat mij verbaast en zal blijven verbazen.
Het is de theorie. Een goede theorie.
Maar de Fernweh blijft. Het verlangen naar de verte, de drang om alles achter te laten en opnieuw onderweg te zijn. (…)’
Theunissen passeert via Lviv in Oekraïne en denkt aan Joseph Roth, ‘de zwervende Joods-Oostenrijkse schrijver van tragische boeken vol onhandig trachtende en prachtig falende personages’, die hier in de buurt werd geboren.
Zaterdag neem ik deel aan een door Joseph Roth en Stefan Zweig vertelde reis met Els Snick, Geert Mak, Mietsie Ruiters, Shalan Alhamwy en Svitlana Vanhove in De Grote Post in Oostende.
Voor deze voorstelling ‘Auf Reisen’ (TAZ 2022) zijn nog tickets beschikbaar.
Beeld: Koen Broucke, Brody, olie op geprepareerd papier, 2022
Over de aanwezigheid in het landschap, de mogelijkheid om er mee samen te vallen, het gefragmenteerd zijn van de reiziger, de dialectiek tussen thuis blijven en weggaan… het zijn enkele van de thema’s die worden uitgewerkt in het adembenemend boek ‘Ik=cartograaf’ van Jeroen Theunissen. Het is ongetwijfeld één van de beste boeken die ik de afgelopen periode heb gelezen.
‘Een heel leven kan ik thuisblijver zijn, en dan nog zal het mij aan de tijd ontbreken om zelfs maar een fractie te leren kennen van wat er is; het enige wat ik nodig heb, is een gezonde portie nieuwsgierigheid en verwondering; de aandacht waarmee ik vertrek, verre horizonten tegemoet, kan ik gebruiken om hier en nu aanwezig te zijn, en in het dagelijkse op zoek te gaan naar het bijzondere, datgene wat mij verbaast en zal blijven verbazen.
Het is de theorie. Een goede theorie.
Maar de Fernweh blijft. Het verlangen naar de verte, de drang om alles achter te laten en opnieuw onderweg te zijn. (…)’
Theunissen passeert via Lviv in Oekraïne en denkt aan Joseph Roth, ‘de zwervende Joods-Oostenrijkse schrijver van tragische boeken vol onhandig trachtende en prachtig falende personages’, die hier in de buurt werd geboren.
Zaterdag neem ik deel aan een door Joseph Roth en Stefan Zweig vertelde reis met Els Snick, Geert Mak, Mietsie Ruiters, Shalan Alhamwy en Svitlana Vanhove in De Grote Post in Oostende.
Voor deze voorstelling ‘Auf Reisen’ (TAZ 2022) zijn nog tickets beschikbaar.
Beeld: Koen Broucke, Brody, olie op geprepareerd papier, 2022
1.8.2022
Over o.a. de tragere tijd en sterfkamers in ‘De Tussenstand’ in Knack van deze week: ’(...) Voor mijn doctoraat heb ik mij meermaals laten opsluiten in het John Keats-museum in Rome, met medeweten van de conservator. Zo heb ik uren in Keats’ sterfkamer doorgebracht. Ik heb iets met Keats. En met sterfkamers. Opnieuw: de tijd gaat er trager.’
Met dank aan Kurt Blondeel.
Beeld: Koen Broucke, Sterfkamer Keats, schetsboek Rome 2019
Over o.a. de tragere tijd en sterfkamers in ‘De Tussenstand’ in Knack van deze week: ’(...) Voor mijn doctoraat heb ik mij meermaals laten opsluiten in het John Keats-museum in Rome, met medeweten van de conservator. Zo heb ik uren in Keats’ sterfkamer doorgebracht. Ik heb iets met Keats. En met sterfkamers. Opnieuw: de tijd gaat er trager.’
Met dank aan Kurt Blondeel.
Beeld: Koen Broucke, Sterfkamer Keats, schetsboek Rome 2019
31.7.2022
Het bouwverlof
Tijdens het bouwverlof zijn de afbraakwerken van het oude statige ‘Grand Hôtel Regnier’ even onderbroken. Het geeft me de ademruimte om die werken schilderkunstig bij te benen. Ik was al begonnen met een reeks olieverfschetsen van de afbraak van het gele huis aan de linkerzijde van het gebouw twee jaar geleden. Dit beeldverslag nam 4 pagina’s in in mijn boek ‘Het geheugen van sneeuw’. Sinds het einde van de maand juni is zowat de helft van het hoofdgebouw gesloopt. Ik hield mijn adem in bij de observatie van het verschijnen van de binnenmuren. Het kostte me niet veel moeite om het hotelleven van toen te verbeelden. De veelkleurige trapgangen, de slaapkamers met de ovale sporen waar ooit spiegels zaten, een matras of een tussendeur die in het ijle hangt… De volgende weken mag u rekenen op meer nieuws van uw schilderend verslaggever.
Beeld: Koen Broucke, Grand Hôtel Regnier, olie op doek en op geprepareerd papier, 2022
Het bouwverlof
Tijdens het bouwverlof zijn de afbraakwerken van het oude statige ‘Grand Hôtel Regnier’ even onderbroken. Het geeft me de ademruimte om die werken schilderkunstig bij te benen. Ik was al begonnen met een reeks olieverfschetsen van de afbraak van het gele huis aan de linkerzijde van het gebouw twee jaar geleden. Dit beeldverslag nam 4 pagina’s in in mijn boek ‘Het geheugen van sneeuw’. Sinds het einde van de maand juni is zowat de helft van het hoofdgebouw gesloopt. Ik hield mijn adem in bij de observatie van het verschijnen van de binnenmuren. Het kostte me niet veel moeite om het hotelleven van toen te verbeelden. De veelkleurige trapgangen, de slaapkamers met de ovale sporen waar ooit spiegels zaten, een matras of een tussendeur die in het ijle hangt… De volgende weken mag u rekenen op meer nieuws van uw schilderend verslaggever.
Beeld: Koen Broucke, Grand Hôtel Regnier, olie op doek en op geprepareerd papier, 2022
24.7.2022
De hemel boven Jorwerd
We waren hier samen gekomen met het Joseph Roth Genootschap. Wij behoorden tot het kleine groepje dat besloten had de trein te nemen van Leeuwarden tot Mantgum en de laatste kilometers te voet af te leggen. Door een volstrekt vlak land met weinig bomen, met her en der het herkenbaar profiel van een Friese herenboerderij en in de verte het kerkje van Jorwerd, onze eindbestemming. Op die dag werd er gevochten in de Donbas, en op al die andere plaatsen in de wereld waar we minder over worden ingelicht. Diezelfde dag in 1945 capituleerde Duitsland. De Friese vlakte was vredig. Oorlog en vrede trokken in mijn hoofd voorbij, zoals de wolken in de intens blauwe lucht. En die hemel bracht me rust. Ik houd van een ver klein wolkje in het uitgestrekte blauw boven de horizon. Het drijft de zorgelijke gedachten weg naar een horizon die buiten mijn gedachten ligt.
Beeld: Koen Broucke, De hemel boven Jorwerd, olieverfschets op geprepareerd papier, 2022
De hemel boven Jorwerd
We waren hier samen gekomen met het Joseph Roth Genootschap. Wij behoorden tot het kleine groepje dat besloten had de trein te nemen van Leeuwarden tot Mantgum en de laatste kilometers te voet af te leggen. Door een volstrekt vlak land met weinig bomen, met her en der het herkenbaar profiel van een Friese herenboerderij en in de verte het kerkje van Jorwerd, onze eindbestemming. Op die dag werd er gevochten in de Donbas, en op al die andere plaatsen in de wereld waar we minder over worden ingelicht. Diezelfde dag in 1945 capituleerde Duitsland. De Friese vlakte was vredig. Oorlog en vrede trokken in mijn hoofd voorbij, zoals de wolken in de intens blauwe lucht. En die hemel bracht me rust. Ik houd van een ver klein wolkje in het uitgestrekte blauw boven de horizon. Het drijft de zorgelijke gedachten weg naar een horizon die buiten mijn gedachten ligt.
Beeld: Koen Broucke, De hemel boven Jorwerd, olieverfschets op geprepareerd papier, 2022
20.7.2022
Het werk ‘Winter in Oostende’ is vertrokken van Oostende naar een verzameling in Oregon (US). Een reis van zowat 7800 kilometer. Ik schilderde het begin vorig jaar, toen er sneeuw was neergedwarreld en een ijzige wind over het strand raasde. En het stond vorige maand afgebeeld in het krantje ‘Ostende !’ (een uitgave van Xavier Tricot) naar aanleiding van ‘Bloomsday', met onderaan de pagina een citaat van André Gide: ‘“à Ostende, le ciel et les flots étaient gris; il pleuvait de grands désespoirs sur la mer.” Misschien biedt het tijdens deze warme dagen enige verkoeling.
Beeld: Koen Broucke, Winter in Oostende, olie op doek, 2021
Het werk ‘Winter in Oostende’ is vertrokken van Oostende naar een verzameling in Oregon (US). Een reis van zowat 7800 kilometer. Ik schilderde het begin vorig jaar, toen er sneeuw was neergedwarreld en een ijzige wind over het strand raasde. En het stond vorige maand afgebeeld in het krantje ‘Ostende !’ (een uitgave van Xavier Tricot) naar aanleiding van ‘Bloomsday', met onderaan de pagina een citaat van André Gide: ‘“à Ostende, le ciel et les flots étaient gris; il pleuvait de grands désespoirs sur la mer.” Misschien biedt het tijdens deze warme dagen enige verkoeling.
Beeld: Koen Broucke, Winter in Oostende, olie op doek, 2021
16.7.2022
Dit is een terugblik op het concert ‘Het miljoen’ in de Sint-Bernarduskerk in Mol, georganiseerd door de Stichting Ronald Luyten/Jakob Smits en een ode aan het publiek. Ik kon jullie horen luisteren. Tijdens het Ave Verum Corpus (Mozart/Liszt) zong iemand zacht mee. Tijdens de pianissimo passages werd het zo stil in de volle kerk dat ik noot na noot nog stiller en intiemer kon intoneren. Dat is steeds een bijzondere ervaring. Als tekenen op gevoelig papier. Tot slot speelde ik muziek van George Ivanovich Gurdjieff/Thomas de Hartmann. Deze muziek lijkt van heel ver te komen en tegelijkertijd van heel diep binnenin, alsof we die al kennen, alsof we er mee vertrouwd zijn en toch exotisch. Vertrekken en aankomen tegelijkertijd. Begin en einde. Alfa en omega. ‘In my beginning is my end.’ (T.S. Eliot, Four Quartets)
Foto’s: Sigrid Geldhof
Dit is een terugblik op het concert ‘Het miljoen’ in de Sint-Bernarduskerk in Mol, georganiseerd door de Stichting Ronald Luyten/Jakob Smits en een ode aan het publiek. Ik kon jullie horen luisteren. Tijdens het Ave Verum Corpus (Mozart/Liszt) zong iemand zacht mee. Tijdens de pianissimo passages werd het zo stil in de volle kerk dat ik noot na noot nog stiller en intiemer kon intoneren. Dat is steeds een bijzondere ervaring. Als tekenen op gevoelig papier. Tot slot speelde ik muziek van George Ivanovich Gurdjieff/Thomas de Hartmann. Deze muziek lijkt van heel ver te komen en tegelijkertijd van heel diep binnenin, alsof we die al kennen, alsof we er mee vertrouwd zijn en toch exotisch. Vertrekken en aankomen tegelijkertijd. Begin en einde. Alfa en omega. ‘In my beginning is my end.’ (T.S. Eliot, Four Quartets)
Foto’s: Sigrid Geldhof
13.7.2022
Op zaterdag 6 augustus brengen wij ‘Auf Reisen’ in het kader van Theater aan Zee in De Grote Post in Oostende. ‘Wij’ zijn: Els Snick (inleidster en vertaalster), Geert Mak en zijn vrouw Mietsie Ruiters (vertellers), Shalan Alhamwy (viool) en ikzelf (piano en beeld). Wij brengen teksten van Joseph Roth en Stefan Zweig, begeleid met mijn illustraties uit het boek ‘Het land tussen de talen’ en een aantal nieuwe schilderijen waarvan u er hier twee in primeur krijgt. Het is een evocatie van Brody (Oekraïne): ‘De stad waar ik geboren ben, lag in het oosten van Europa, in een grote, dunbevolkte vlakte. In oostelijke richting strekte ze zich eindeloos uit. In het westen werd ze door een blauwe, slechts op heldere zomerdagen zichtbare heuvelrij begrensd. In mijn geboortestad woonden ongeveer tienduizend mensen. Drieduizend daarvan waren gestoord, zij het niet gevaarlijk. Een zachte waan omhulde hen als een gouden wolk. (…)’ (Joseph Roth, Aardbeien, vertaling Els Snick)
Beeld: Koen Broucke, ‘Alsof ik het mij kon herinneren’, olie op geprepareerd papier, 2022
Op zaterdag 6 augustus brengen wij ‘Auf Reisen’ in het kader van Theater aan Zee in De Grote Post in Oostende. ‘Wij’ zijn: Els Snick (inleidster en vertaalster), Geert Mak en zijn vrouw Mietsie Ruiters (vertellers), Shalan Alhamwy (viool) en ikzelf (piano en beeld). Wij brengen teksten van Joseph Roth en Stefan Zweig, begeleid met mijn illustraties uit het boek ‘Het land tussen de talen’ en een aantal nieuwe schilderijen waarvan u er hier twee in primeur krijgt. Het is een evocatie van Brody (Oekraïne): ‘De stad waar ik geboren ben, lag in het oosten van Europa, in een grote, dunbevolkte vlakte. In oostelijke richting strekte ze zich eindeloos uit. In het westen werd ze door een blauwe, slechts op heldere zomerdagen zichtbare heuvelrij begrensd. In mijn geboortestad woonden ongeveer tienduizend mensen. Drieduizend daarvan waren gestoord, zij het niet gevaarlijk. Een zachte waan omhulde hen als een gouden wolk. (…)’ (Joseph Roth, Aardbeien, vertaling Els Snick)
Beeld: Koen Broucke, ‘Alsof ik het mij kon herinneren’, olie op geprepareerd papier, 2022
29.6.2022
Naar aanleiding van de tentoonstelling ‘Boerenpsalm’ in het Jakob Smitsmuseum speel ik op zondag 10 juli 2022 ‘Het miljoen’. Dit concert is gratis voor wie het museum bezoekt. Inschrijven is aan te raden en kan via de link in het commentaar.
‘Het miljoen is een denkbeeldige, muzikale en visuele reis van Oostende, via Parijs, de Netevallei, de Rijn… tot Alexandropel. Het is een zoektocht naar ons innerlijk Oosten. Ver en nabij tegelijkertijd. Ik speel hierbij pianomuziek van Georg Friedrich Händel, Wolfgang Amadeus Mozart/Franz Liszt, Robert Schumann, Modest Moessorgski, James Ensor, Erik Satie, Charles Koechlin, Bela Bartok, Jef Van Hoof, George Ivanovich Gurdjieff/Thomas de Hartmann en Arnold Schönberg. Ik toon schilderijen en vertel over een avontuurlijke reis in het gezelschap van ontdekkingsreizigers, soefi mystici, herders, gnostici, dichters, schilders en excentrieke componisten. De tocht gaat deels door oorlogsgebied, maar speelt zich vooral in onze hoofden af. Klankopnamen van voorbije wandelingen maken de illusie compleet.’
Sint-Bernarduskerk
Sluis 155 , 2400 Mol
zondag 10 juli 2022 om 15u
ca 70 minuten
Foto: Fred Debrock
Naar aanleiding van de tentoonstelling ‘Boerenpsalm’ in het Jakob Smitsmuseum speel ik op zondag 10 juli 2022 ‘Het miljoen’. Dit concert is gratis voor wie het museum bezoekt. Inschrijven is aan te raden en kan via de link in het commentaar.
‘Het miljoen is een denkbeeldige, muzikale en visuele reis van Oostende, via Parijs, de Netevallei, de Rijn… tot Alexandropel. Het is een zoektocht naar ons innerlijk Oosten. Ver en nabij tegelijkertijd. Ik speel hierbij pianomuziek van Georg Friedrich Händel, Wolfgang Amadeus Mozart/Franz Liszt, Robert Schumann, Modest Moessorgski, James Ensor, Erik Satie, Charles Koechlin, Bela Bartok, Jef Van Hoof, George Ivanovich Gurdjieff/Thomas de Hartmann en Arnold Schönberg. Ik toon schilderijen en vertel over een avontuurlijke reis in het gezelschap van ontdekkingsreizigers, soefi mystici, herders, gnostici, dichters, schilders en excentrieke componisten. De tocht gaat deels door oorlogsgebied, maar speelt zich vooral in onze hoofden af. Klankopnamen van voorbije wandelingen maken de illusie compleet.’
Sint-Bernarduskerk
Sluis 155 , 2400 Mol
zondag 10 juli 2022 om 15u
ca 70 minuten
Foto: Fred Debrock
11.6.2022
Waarom ik een halve vos heb geschilderd
‘Niemand heb ik zo vaak gezien op zondagen als An Renard. Dat komt zo. Sinds september 2003 organiseer ik met haar de Nottebohmlezingen in de gelijknamige, voormalige leeszaal van de Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience, waar zij al die jaren directeur is geweest. En die lezingen gingen steeds door op zondagen. De laatste dag van de week blijft een speciale en feestelijke dag. Zo zijn ook mijn herinneringen aan de lezingen en de samenwerking met An speciaal en feestelijk.’ Zo begon mijn bijdrage voor de Nottebohmkrant naar aanleiding van het pensioen van An Renard. Maar de echte apotheose was de feestelijke voorstelling van het liber amicorum ‘Gefascineerd door vos’ in de Nottebohmzaal op 2 juni laatstleden. Hiervoor mocht ik eveneens een bijdrage leveren, onder de titel ‘Waarom ik een halve vos heb geschilderd’. Ja, waarom? Als u het wil weten, kan u het prachtig boek onder redactie van Linde De Potter, Marie-Charlotte Le Bailly en Steven Van Impe, uitgegeven door Artha en vormgegeven door Thomas Soete bestellen via onderstaande link.
Beeld: Koen Broucke, Een verdwijnende of halve vos, olie op geprepareerd papier, 2021
Waarom ik een halve vos heb geschilderd
‘Niemand heb ik zo vaak gezien op zondagen als An Renard. Dat komt zo. Sinds september 2003 organiseer ik met haar de Nottebohmlezingen in de gelijknamige, voormalige leeszaal van de Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience, waar zij al die jaren directeur is geweest. En die lezingen gingen steeds door op zondagen. De laatste dag van de week blijft een speciale en feestelijke dag. Zo zijn ook mijn herinneringen aan de lezingen en de samenwerking met An speciaal en feestelijk.’ Zo begon mijn bijdrage voor de Nottebohmkrant naar aanleiding van het pensioen van An Renard. Maar de echte apotheose was de feestelijke voorstelling van het liber amicorum ‘Gefascineerd door vos’ in de Nottebohmzaal op 2 juni laatstleden. Hiervoor mocht ik eveneens een bijdrage leveren, onder de titel ‘Waarom ik een halve vos heb geschilderd’. Ja, waarom? Als u het wil weten, kan u het prachtig boek onder redactie van Linde De Potter, Marie-Charlotte Le Bailly en Steven Van Impe, uitgegeven door Artha en vormgegeven door Thomas Soete bestellen via onderstaande link.
Beeld: Koen Broucke, Een verdwijnende of halve vos, olie op geprepareerd papier, 2021
5.6.2022
Bert Voet interviewde mij voor De Tijd. Op de vraag ‘is uw balans in evenwicht?’ gaf ik volgend antwoord:
'Ja. Mijn leven en werk vallen samen en elk onderdeel van mijn job doe ik graag, ook onderzoek en communicatie. Er staat veel winst op mijn balans. Ze zit in de diepgaande en hechte vriendschappen, maar ook in de bewustzijnsvorming. Het kunstenaarschap heeft mijn ogen letterlijk en figuurlijk geopend. Voor de soms bizarre thema's waarrond ik heb gewerkt, zoals de lichaamstaal van Franz Liszt, maar ook voor de mij omliggende wereld. En ik pot mijn winst niet op. Ik deel veel werk, ook via sociale media, en communiceer dingen waaraan mensen blijkbaar iets hebben, bijvoorbeeld doordat ik tijdens de coronacrisis en nu de oorlog in Oekraïne onze onzekerheden en angsten kon relativeren.
(De eindredactie heeft in de definitieve versie nogal wat woorden, zinnen en paragrafen weg geknipt, waardoor enkele subtiliteiten zijn weggevallen.)
Beeld: Koen Broucke, Schetsboek ‘Boerenpsalm’, ‘brou de noix’, 2021
Bert Voet interviewde mij voor De Tijd. Op de vraag ‘is uw balans in evenwicht?’ gaf ik volgend antwoord:
'Ja. Mijn leven en werk vallen samen en elk onderdeel van mijn job doe ik graag, ook onderzoek en communicatie. Er staat veel winst op mijn balans. Ze zit in de diepgaande en hechte vriendschappen, maar ook in de bewustzijnsvorming. Het kunstenaarschap heeft mijn ogen letterlijk en figuurlijk geopend. Voor de soms bizarre thema's waarrond ik heb gewerkt, zoals de lichaamstaal van Franz Liszt, maar ook voor de mij omliggende wereld. En ik pot mijn winst niet op. Ik deel veel werk, ook via sociale media, en communiceer dingen waaraan mensen blijkbaar iets hebben, bijvoorbeeld doordat ik tijdens de coronacrisis en nu de oorlog in Oekraïne onze onzekerheden en angsten kon relativeren.
(De eindredactie heeft in de definitieve versie nogal wat woorden, zinnen en paragrafen weg geknipt, waardoor enkele subtiliteiten zijn weggevallen.)
Beeld: Koen Broucke, Schetsboek ‘Boerenpsalm’, ‘brou de noix’, 2021
28.5.2022
Het jaar 2022 is een ‘rollercoaster’. Ik stelde de voorbije maanden tentoon in het S.M.A.K. in Gent, de Biblioteca Vallicelliana in Rome, Het Emile Verhaeren Museum in Sint-Amands en momenteel in het Jakob Smitsmuseum in Mol. De aanleiding van deze laatste tentoonstelling is het gelijknamig boek dat nu de boekenlijst fictie aanvoert. ‘Als je met een klein dreamteam en een moedige uitgever je nek uitsteekt kan het dus wel: een oude klassieker opnieuw laten opgaan in de vaart der volkeren’, zegt Bart Van Loo hierover in een interview met Kristien Bonneure op de VRT website. Met Bart Van Loo en Toon Horsten dus. In maart stond het ‘Het land tussen de talen’ van Stefan Zweig verschillende weken op 1 in de non-fictie boekenlijst. Hier was ik deel van een ander dreamteam: Els Snick, Piet Chielens en uitgever Van Oorschot. Het doet deugd. Maar de grootste deugd is nog altijd de periode waarin het werk gemaakt is. Het werk in het atelier en de intense uitwisselingen met deze ‘compagnons de route’. De zichtbaarheid van de voorbije zes maanden is de optelling van de uitgestelde projecten van de voorbije twee jaar (vanwege corona) en het reeds gepland programma van dit jaar. Ik kan me nu verheugen op een lange geconcentreerde zomer in het atelier.
Beeld: Koen Broucke, De Schelde ter hoogte van Sint-Amands, olie op doek, 2022
Het jaar 2022 is een ‘rollercoaster’. Ik stelde de voorbije maanden tentoon in het S.M.A.K. in Gent, de Biblioteca Vallicelliana in Rome, Het Emile Verhaeren Museum in Sint-Amands en momenteel in het Jakob Smitsmuseum in Mol. De aanleiding van deze laatste tentoonstelling is het gelijknamig boek dat nu de boekenlijst fictie aanvoert. ‘Als je met een klein dreamteam en een moedige uitgever je nek uitsteekt kan het dus wel: een oude klassieker opnieuw laten opgaan in de vaart der volkeren’, zegt Bart Van Loo hierover in een interview met Kristien Bonneure op de VRT website. Met Bart Van Loo en Toon Horsten dus. In maart stond het ‘Het land tussen de talen’ van Stefan Zweig verschillende weken op 1 in de non-fictie boekenlijst. Hier was ik deel van een ander dreamteam: Els Snick, Piet Chielens en uitgever Van Oorschot. Het doet deugd. Maar de grootste deugd is nog altijd de periode waarin het werk gemaakt is. Het werk in het atelier en de intense uitwisselingen met deze ‘compagnons de route’. De zichtbaarheid van de voorbije zes maanden is de optelling van de uitgestelde projecten van de voorbije twee jaar (vanwege corona) en het reeds gepland programma van dit jaar. Ik kan me nu verheugen op een lange geconcentreerde zomer in het atelier.
Beeld: Koen Broucke, De Schelde ter hoogte van Sint-Amands, olie op doek, 2022
19.5.2022
‘(…) Broucke, die er bewust voor koos in een dorp in Wallonië te gaan wonen, is door hetzelfde ecologische engagement gegrepen als Smits en Timmermans. “Wanneer je als kunstenaar een landschap tekent of schildert, word je je erg bewust van het belang van dat landschap, al is het alleen al maar om zijn esthetische waarde. Daardoor wil je het ook beschermen. Het doet mij pijn aan het hart als ik die landschappen zie verdwijnen. Ik heb het meegemaakt dat ik een landschap schilderde en er - bij wijze van spreken - een building naast zag staan toen ik er een dag later terugkwam. Wat ik nu schilder, is zeer actueel en een ecologische daad.” ‘
Stijn Janssen in Gazet van Antwerpen, 18 mei 2022
Beeld: Broucke, 'De doorzichtige boom’, Waterburcht in het Neteland, olie op doek, 2022
‘(…) Broucke, die er bewust voor koos in een dorp in Wallonië te gaan wonen, is door hetzelfde ecologische engagement gegrepen als Smits en Timmermans. “Wanneer je als kunstenaar een landschap tekent of schildert, word je je erg bewust van het belang van dat landschap, al is het alleen al maar om zijn esthetische waarde. Daardoor wil je het ook beschermen. Het doet mij pijn aan het hart als ik die landschappen zie verdwijnen. Ik heb het meegemaakt dat ik een landschap schilderde en er - bij wijze van spreken - een building naast zag staan toen ik er een dag later terugkwam. Wat ik nu schilder, is zeer actueel en een ecologische daad.” ‘
Stijn Janssen in Gazet van Antwerpen, 18 mei 2022
Beeld: Broucke, 'De doorzichtige boom’, Waterburcht in het Neteland, olie op doek, 2022
19.4.2022
Lentewijding in het goed gezelschap van Permeke en Spilliaert. Een dubbele pagina uit ‘Lente in het Land', themanummer van OKV door Frank Huygens.
Lentewijding in het goed gezelschap van Permeke en Spilliaert. Een dubbele pagina uit ‘Lente in het Land', themanummer van OKV door Frank Huygens.
16.4.2022
‘Geweihte Stätten’
Hierbij nodig ik u graag uit op de boekvoorstelling van ‘Elk Meer een zee’ op zaterdag 23 april. Het is een tweetalige dichtbundel met op de cover een detail uit één van mijn zeeschilderijen. De prachtige titel is een versregel van Maud Vanhauwaert.
‘Zes Vlaamse en zes Duitse dichters werpen een poëtische blik over de Belgisch-Duitse landsgrens en reflecteren over de respectievelijke buren. De bundel werd samengesteld door Ine Van linthout en Stefan Wieczorek.’
Tijdens de boekvoorstelling breng ik een korte bijdrage over mijn zwerftochten langs ‘Geweihte Stätten’ van Oostende, via Bonn, Nonnenwerth naar Weimar en terug naar Oostende.
U kan zich inschrijven via onderstaande link: https://daskulturforum.be/nl/agenda/elk-meer-een-zee/
‘Geweihte Stätten’
Hierbij nodig ik u graag uit op de boekvoorstelling van ‘Elk Meer een zee’ op zaterdag 23 april. Het is een tweetalige dichtbundel met op de cover een detail uit één van mijn zeeschilderijen. De prachtige titel is een versregel van Maud Vanhauwaert.
‘Zes Vlaamse en zes Duitse dichters werpen een poëtische blik over de Belgisch-Duitse landsgrens en reflecteren over de respectievelijke buren. De bundel werd samengesteld door Ine Van linthout en Stefan Wieczorek.’
Tijdens de boekvoorstelling breng ik een korte bijdrage over mijn zwerftochten langs ‘Geweihte Stätten’ van Oostende, via Bonn, Nonnenwerth naar Weimar en terug naar Oostende.
U kan zich inschrijven via onderstaande link: https://daskulturforum.be/nl/agenda/elk-meer-een-zee/
14.4.2022
Woensdag stonden mijn vijf ‘levenslessen’ in De Standaard. Ze zijn bijzonder accuraat opgetekend door Ines Minten. Fred Debrock maakte er een foto bij.
1 Kennis zit in de hand, wijsheid in het hart
2 De heerlijke ervaring van verte
3 Het belang van menselijke omarming
4 Ga liggen
5 De vreugde van verf
Het hele verhaal kan u lezen op de website van de krant: https://www.standaard.be/cnt/dmf20220412_97445276
Woensdag stonden mijn vijf ‘levenslessen’ in De Standaard. Ze zijn bijzonder accuraat opgetekend door Ines Minten. Fred Debrock maakte er een foto bij.
1 Kennis zit in de hand, wijsheid in het hart
2 De heerlijke ervaring van verte
3 Het belang van menselijke omarming
4 Ga liggen
5 De vreugde van verf
Het hele verhaal kan u lezen op de website van de krant: https://www.standaard.be/cnt/dmf20220412_97445276
12.4.2022
Wido Smeets schreef een mooi stuk over o.a. onze wandelingen en vergeetputten:
“(…) De schilder, hij heet Koen, komt binnen met jas én laarzen, klaar voor de wandeling. Onderweg vertelt hij over de vergezichten die we tegemoet gaan, en over de weerspiegeling van de Chamia, een tachtig meter hoge rots, in het gladgestreken water van de Maas. ’s Avonds is het hier zo aardsdonker dat hij als hij in Dinant op de bus is gestapt het gevoel heeft een gitzwarte tunnel binnen te glijden. Pas terug thuis in Waulsort keert het besef van een bewoonde wereld terug.”
Beeld: Koen Broucke, De Maas in Hastière (ochtendmist), olie op geprepareerd karton, 2022
Wido Smeets schreef een mooi stuk over o.a. onze wandelingen en vergeetputten:
“(…) De schilder, hij heet Koen, komt binnen met jas én laarzen, klaar voor de wandeling. Onderweg vertelt hij over de vergezichten die we tegemoet gaan, en over de weerspiegeling van de Chamia, een tachtig meter hoge rots, in het gladgestreken water van de Maas. ’s Avonds is het hier zo aardsdonker dat hij als hij in Dinant op de bus is gestapt het gevoel heeft een gitzwarte tunnel binnen te glijden. Pas terug thuis in Waulsort keert het besef van een bewoonde wereld terug.”
Beeld: Koen Broucke, De Maas in Hastière (ochtendmist), olie op geprepareerd karton, 2022
9.4.2022
Op zaterdag 30 april gaat mijn 'Oost-einde/het miljoen' in première.
Het is een muzikale en visuele reis van Oostende tot Alexandropel. Ik speel hierbij pianomuziek van James Ensor, over Wolfgang Amadeus Mozart tot John Cage, toon schilderijen en vertel over een avontuurlijke reis in het gezelschap van ontdekkingsreizigers, soefi mystici, herders, gnostici en excentrieke kunstenaars. De tocht gaat deels door oorlogsgebied, maar speelt zich vooral af in onze hoofden. Klankopnamen van voorbije wandelingen maken de illusie compleet.
Villa Elise
Frans Musinstraat 27-29
8400 Oostende
zaterdag 30 april 2022 om 19u
zondag 1 mei 2022 om 11u en om 15u
ca 65 minuten
Beeld: Koen Broucke, Oostende (winterlicht), olie op doek, 2021
Op zaterdag 30 april gaat mijn 'Oost-einde/het miljoen' in première.
Het is een muzikale en visuele reis van Oostende tot Alexandropel. Ik speel hierbij pianomuziek van James Ensor, over Wolfgang Amadeus Mozart tot John Cage, toon schilderijen en vertel over een avontuurlijke reis in het gezelschap van ontdekkingsreizigers, soefi mystici, herders, gnostici en excentrieke kunstenaars. De tocht gaat deels door oorlogsgebied, maar speelt zich vooral af in onze hoofden. Klankopnamen van voorbije wandelingen maken de illusie compleet.
Villa Elise
Frans Musinstraat 27-29
8400 Oostende
zaterdag 30 april 2022 om 19u
zondag 1 mei 2022 om 11u en om 15u
ca 65 minuten
Beeld: Koen Broucke, Oostende (winterlicht), olie op doek, 2021
5.4.2022
De kunstenaar is visionair. Dat geloof ik graag. In 1563 schildert Pieter Bruegel zijn ‘Dulle Griet’. Het is een plunderende, nogal waanzinnig starende figuur met getrokken zwaard, die door een landschap van verderf en verschroeiing trekt. Het is de onrustwekkende voorafbeelding van de troebele tijden die zich vanaf het midden van dat decennium in de Nederlanden zullen voltrekken. In zijn roman ‘Wildevrouw’ beschrijft Jeroen Olyslaegers het schilderij in die zin. Na een paar jaren van relatieve verdraagzaamheid en rust, volgen er strenge winters met voedseltekorten als gevolg. Een hel van plunderingen, verdeeldheid en haat breekt los. In zijn beschrijving van de talloze splintergroepen is Olyslaegers op zijn beurt visionair. Hij beschrijft wat er zal gebeuren tijdens en na het uitbrengen van zijn roman. De samenleving geraakt in de greep van Covid 19. De polarisatie neemt toe, de standpunten verharden, fanatieke meningen en complottheorieën zijn aan de orde van de dag…. En dan komt de oorlog. In de zestiende eeuw is dat het begin van de tachtigjarige oorlog. Vandaag is er de inval in Oekraïne. Niemand weet hoe lang die zal duren en wat de gevolgen op lange termijn zullen zijn. Eén van de belangrijkste personages in het boek is de Zuid-Nederlandse schilder, prentkunstenaar en handelaar Joris Hoefnagel. Ik maakte een bewerking van één van zijn allegorieën van de winter.
Op zondag 24 april ga ik in gesprek met Jeroen Olyslaegers, Piet Chielens, voormalig directeur van ‘In Flanders Fields’ en Rik Hemmerijckx, conservator van ‘Emile Verhaeren Museum’ in mijn tentoonstelling ‘La ville abandonnée’. De thema’s zijn de oorlog toen en nu, de houding van kunstenaars als Emile Verhaeren, Stefan Zweig en Frans Masereel, literair en artistiek engagement, patriottisme en pacifisme, het illustreren van kritieke teksten…
Gelieve uw komst vooraf te melden via [email protected]
Gratis inkom. Iedereen welkom!
Beeld: Koen Broucke, De winter van de Dulle Griet, olie en potlood op doek, 2022
De kunstenaar is visionair. Dat geloof ik graag. In 1563 schildert Pieter Bruegel zijn ‘Dulle Griet’. Het is een plunderende, nogal waanzinnig starende figuur met getrokken zwaard, die door een landschap van verderf en verschroeiing trekt. Het is de onrustwekkende voorafbeelding van de troebele tijden die zich vanaf het midden van dat decennium in de Nederlanden zullen voltrekken. In zijn roman ‘Wildevrouw’ beschrijft Jeroen Olyslaegers het schilderij in die zin. Na een paar jaren van relatieve verdraagzaamheid en rust, volgen er strenge winters met voedseltekorten als gevolg. Een hel van plunderingen, verdeeldheid en haat breekt los. In zijn beschrijving van de talloze splintergroepen is Olyslaegers op zijn beurt visionair. Hij beschrijft wat er zal gebeuren tijdens en na het uitbrengen van zijn roman. De samenleving geraakt in de greep van Covid 19. De polarisatie neemt toe, de standpunten verharden, fanatieke meningen en complottheorieën zijn aan de orde van de dag…. En dan komt de oorlog. In de zestiende eeuw is dat het begin van de tachtigjarige oorlog. Vandaag is er de inval in Oekraïne. Niemand weet hoe lang die zal duren en wat de gevolgen op lange termijn zullen zijn. Eén van de belangrijkste personages in het boek is de Zuid-Nederlandse schilder, prentkunstenaar en handelaar Joris Hoefnagel. Ik maakte een bewerking van één van zijn allegorieën van de winter.
Op zondag 24 april ga ik in gesprek met Jeroen Olyslaegers, Piet Chielens, voormalig directeur van ‘In Flanders Fields’ en Rik Hemmerijckx, conservator van ‘Emile Verhaeren Museum’ in mijn tentoonstelling ‘La ville abandonnée’. De thema’s zijn de oorlog toen en nu, de houding van kunstenaars als Emile Verhaeren, Stefan Zweig en Frans Masereel, literair en artistiek engagement, patriottisme en pacifisme, het illustreren van kritieke teksten…
Gelieve uw komst vooraf te melden via [email protected]
Gratis inkom. Iedereen welkom!
Beeld: Koen Broucke, De winter van de Dulle Griet, olie en potlood op doek, 2022
2.4.2022
Voor ‘Starry Night’ in het Stedelijk Museum Breda, op de verjaardag van Vincent Van Gogh, creëerde ik de performance ‘De Sterrennacht’. Hierin verbind ik enkele cruciale jaren uit het leven van de schilder met contemporaine pianomuziek. Ron Dirven, directeur van het VanGoghHuis in Zundert en initiatiefnemer filmde een hoogtepunt uit de performance. Althans een hoogtepunt in decibel, terwijl de rest van de performance zich afspeelt tussen piano en pianissimo. Hier een fragment uit ‘De schilderijententoonstelling’ van Modest Moessorgsky. Het zijn de magistrale akkoorden van ‘De grote poort van Kiev’… U kan horen hoe robuust deze poorten zijn. Het is een muzikale bezwering, opdat deze stad en Oekraïne stand mogen houden en de oorlog snel voorbij mag zijn. Tussendoor hoort u de klokken van Waulsort, geteisterd in de eerste weken van de Eerste Wereldoorlog. Op het moment dat Moessorgsky deze muziek componeerde, werkte Van Gogh als kunsthandelaar bij Goupil & Cie in Londen. Hij was 23 en zoekend.
Voor ‘Starry Night’ in het Stedelijk Museum Breda, op de verjaardag van Vincent Van Gogh, creëerde ik de performance ‘De Sterrennacht’. Hierin verbind ik enkele cruciale jaren uit het leven van de schilder met contemporaine pianomuziek. Ron Dirven, directeur van het VanGoghHuis in Zundert en initiatiefnemer filmde een hoogtepunt uit de performance. Althans een hoogtepunt in decibel, terwijl de rest van de performance zich afspeelt tussen piano en pianissimo. Hier een fragment uit ‘De schilderijententoonstelling’ van Modest Moessorgsky. Het zijn de magistrale akkoorden van ‘De grote poort van Kiev’… U kan horen hoe robuust deze poorten zijn. Het is een muzikale bezwering, opdat deze stad en Oekraïne stand mogen houden en de oorlog snel voorbij mag zijn. Tussendoor hoort u de klokken van Waulsort, geteisterd in de eerste weken van de Eerste Wereldoorlog. Op het moment dat Moessorgsky deze muziek componeerde, werkte Van Gogh als kunsthandelaar bij Goupil & Cie in Londen. Hij was 23 en zoekend.
22.3.2022
Marioepol Aleppo Leningrad Guernica
Er zijn vrouwen en kinderen die omkomen in bombardementen op schuiloorden, scholen, theaters en ziekenhuizen. Na weken waarin hun gewone levens in flarden geschoten waren. Weken van angst, onzekerheid, gruwel en ontbering. Elk slachtoffer is een slachtoffer met een unieke biografie en individualiteit. Ouders, entourage, vrienden, biotoop, drijfveren, verlangens, dromen… onderbroken dromen in dit geval.
Er zijn jongens die omkomen in Russische tanks doorboord door een ‘Javelin’ antitankwapen. Misschien wisten ze niet eens waar ze waren. Opgeroepen voor vage oefeningen in een grensgebied waarna ze het bevel kregen om verder te rijden. Of misschien waren ze volledig gebrainwasht door leugenachtige oorlogspropaganda en diep overtuigd van hun missie. Er lijkt geen rechtvaardigheid. Er is geen internationaal strafhof dat op het terrein kan ingrijpen. Er zijn geen bondgenoten die de oorlog zomaar kunnen stoppen. Er zijn wel dictators, agressors, krijgsheren en oorlogsmisdadigers die dit alles in gang trekken en later, soms veel later, sterven in holen, in bunkers, in gevangenissen… opgejaagd tot het einde toe. Dit laatste lijkt eerder een wetmatigheid te zijn. Er is een moment van komen en gaan. Onze levens zijn cyclisch. De oorlog, de macht, de waan en de misleiding zijn cyclisch. Na de oorlog komt vrede. Vandaag zou die vrede best zo snel mogelijk komen.
In 2016 schilderde ik de stad Aleppo voor mijn tentoonstelling ‘Mental Journey to the Middle East’ in Pedrami Gallery in Antwerpen. Ik zocht een mentale toegang tot de slagvelden van het Midden-Oosten. Ik wilde uit deze kritieke situaties leren. Ik ging uit van vroegere en idyllische beelden van de stad. Daarover schilderde ik de laag van het vuur en de verwoesting, om daar opnieuw een laag van heropbouw over te schilderen. Als een vorm van hoop. Elke daad, elke actie is voorafgegaan door een idee of een intentie. In die zin geloof ik in de helende intentie en energie van een kunstwerk. Op één van de werken schilderde ik een citaat uit de Guernica van Pablo Picasso, bovenop het silhouet van de citadel van Aleppo. De Spaanse stad Guernica werd gebombardeerd door Duitse Junkers-52 bommenwerpers, Heinkel-111 bommenwerpers en Heinkel-51 jagers, het zogenaamde Condor legioen onder leiding van de Pruisische edelman Wolfram Freiherr Von Richthofen. Hij had zijn doel bereikt: de totale vernieling van Guernica en werd onderscheiden met het ‘Spanjekruis in Goud met Zwaarden en Briljanten’. In 1943 klom hij tot de rang van ‘Generalfeldmarschall’… Twee jaar later stierf hij in een Amerikaans interneringskamp in Bad Ischl aan de gevolgen van een hersentumor. Als eerste in de geschiedenis had hij een Europese stad met burgers gebombardeerd. De Britten waren hem voorgegaan in Irak in 1920. Voor het naziregime was Guernica een probeersel, dat ze nadien in de echte oorlog verder zouden ontwikkelen: Warschau, Rotterdam, Londen… De geallieerden zouden de bombardementen op steden inzetten om de oorlog te kunnen beëindigen. En Vladimir Poetin? Hij kent dit stuk geschiedenis blijkbaar goed. Maar het is wrange kennis, gedompeld in trauma, haat en frustratie. Zijn oudere broer Viktor overleed aan difterie tijdens het Beleg van Leningrad. Opnieuw een stad in de tang van de Duitse agressor. Poetin heeft zich kunnen oefenen in Grozny en Aleppo. De wereld lag hier minder van wakker. Maar Marioepol krijgt gaandeweg de status van een nieuw Guernica. En o ja, Ernst Heinkel, het brein achter de gelijknamige bommenwerpers, kreeg na de oorlog de toestemming om opnieuw als industrieel aan de slag te gaan. Hij stierf in 1958 in Stuttgart. In zijn bed en omringd door de beste zorgen, neem ik aan.
Beeld: Koen Broucke, Aleppo, acryl op doek, 2016
Marioepol Aleppo Leningrad Guernica
Er zijn vrouwen en kinderen die omkomen in bombardementen op schuiloorden, scholen, theaters en ziekenhuizen. Na weken waarin hun gewone levens in flarden geschoten waren. Weken van angst, onzekerheid, gruwel en ontbering. Elk slachtoffer is een slachtoffer met een unieke biografie en individualiteit. Ouders, entourage, vrienden, biotoop, drijfveren, verlangens, dromen… onderbroken dromen in dit geval.
Er zijn jongens die omkomen in Russische tanks doorboord door een ‘Javelin’ antitankwapen. Misschien wisten ze niet eens waar ze waren. Opgeroepen voor vage oefeningen in een grensgebied waarna ze het bevel kregen om verder te rijden. Of misschien waren ze volledig gebrainwasht door leugenachtige oorlogspropaganda en diep overtuigd van hun missie. Er lijkt geen rechtvaardigheid. Er is geen internationaal strafhof dat op het terrein kan ingrijpen. Er zijn geen bondgenoten die de oorlog zomaar kunnen stoppen. Er zijn wel dictators, agressors, krijgsheren en oorlogsmisdadigers die dit alles in gang trekken en later, soms veel later, sterven in holen, in bunkers, in gevangenissen… opgejaagd tot het einde toe. Dit laatste lijkt eerder een wetmatigheid te zijn. Er is een moment van komen en gaan. Onze levens zijn cyclisch. De oorlog, de macht, de waan en de misleiding zijn cyclisch. Na de oorlog komt vrede. Vandaag zou die vrede best zo snel mogelijk komen.
In 2016 schilderde ik de stad Aleppo voor mijn tentoonstelling ‘Mental Journey to the Middle East’ in Pedrami Gallery in Antwerpen. Ik zocht een mentale toegang tot de slagvelden van het Midden-Oosten. Ik wilde uit deze kritieke situaties leren. Ik ging uit van vroegere en idyllische beelden van de stad. Daarover schilderde ik de laag van het vuur en de verwoesting, om daar opnieuw een laag van heropbouw over te schilderen. Als een vorm van hoop. Elke daad, elke actie is voorafgegaan door een idee of een intentie. In die zin geloof ik in de helende intentie en energie van een kunstwerk. Op één van de werken schilderde ik een citaat uit de Guernica van Pablo Picasso, bovenop het silhouet van de citadel van Aleppo. De Spaanse stad Guernica werd gebombardeerd door Duitse Junkers-52 bommenwerpers, Heinkel-111 bommenwerpers en Heinkel-51 jagers, het zogenaamde Condor legioen onder leiding van de Pruisische edelman Wolfram Freiherr Von Richthofen. Hij had zijn doel bereikt: de totale vernieling van Guernica en werd onderscheiden met het ‘Spanjekruis in Goud met Zwaarden en Briljanten’. In 1943 klom hij tot de rang van ‘Generalfeldmarschall’… Twee jaar later stierf hij in een Amerikaans interneringskamp in Bad Ischl aan de gevolgen van een hersentumor. Als eerste in de geschiedenis had hij een Europese stad met burgers gebombardeerd. De Britten waren hem voorgegaan in Irak in 1920. Voor het naziregime was Guernica een probeersel, dat ze nadien in de echte oorlog verder zouden ontwikkelen: Warschau, Rotterdam, Londen… De geallieerden zouden de bombardementen op steden inzetten om de oorlog te kunnen beëindigen. En Vladimir Poetin? Hij kent dit stuk geschiedenis blijkbaar goed. Maar het is wrange kennis, gedompeld in trauma, haat en frustratie. Zijn oudere broer Viktor overleed aan difterie tijdens het Beleg van Leningrad. Opnieuw een stad in de tang van de Duitse agressor. Poetin heeft zich kunnen oefenen in Grozny en Aleppo. De wereld lag hier minder van wakker. Maar Marioepol krijgt gaandeweg de status van een nieuw Guernica. En o ja, Ernst Heinkel, het brein achter de gelijknamige bommenwerpers, kreeg na de oorlog de toestemming om opnieuw als industrieel aan de slag te gaan. Hij stierf in 1958 in Stuttgart. In zijn bed en omringd door de beste zorgen, neem ik aan.
Beeld: Koen Broucke, Aleppo, acryl op doek, 2016
19.3.2022
De jaren van het huis
Het huis is gebouwd rond 1895. Ik vraag me af hoe het geweest moet zijn om een woning te betrekken in volle belle époque. Hoe werden de keuzes gemaakt voor de binneninrichting, de meubels, de kunstwerken? En ongetwijfeld: de piano? Was het een hoofdverblijf? Of alleen maar een zomerverblijf? Werden op het einde van de herfst de luiken gesloten en werd het hier donker en geheimzinnig stil. Het huis in luistermodus. Er werd in ieder geval een postkaart van gemaakt met de mooie naam: Villa des roses. De aanplantingen en het hekwerk zijn hierop te zien. Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog waren de buitenmuren getuige van luidruchtige Duitse officieren, die zich in het nabijgelegen kasteel lieten verzorgen voor venerische ziekten. Het huis was dan nog maar een jongmens, twintig jaar ongeveer. En wat hadden de binnenmuren gehoord? Het geweeklaag en gevloek omwille van de Duitse agressor (Waulsort, village martyre) of waren de bewoners toen al vertrokken? Is het huis bewoond geweest tijdens de oorlogen? Hoeveel stormen zijn er over het huis gegaan? Zijn er momenten van leegstaand geweest? Van koude en vochtige winters zoals de winter waarin ik het voor de eerste keer bezocht, toen de verwarmingsketel het had begeven en overal condens was neergedaald. Het huis heeft in de jaren ’60, ‘70 en ‘80 gefloreerd toen het werd bewoond door de familie Bietlot. Zij hadden in de voorkamer het postkantoor ingericht - oude dorpelingen spreken nog altijd van ‘La poste’ - en hielden achterin een kleine manège. In het huis werd een archief teruggevonden van een handelsreiziger in drukwerken uit het interbellum. Het is niet duidelijk wat zijn band met de woning is… maar hierin ligt alvast de belofte van een toekomstig onderzoekje. Na het ondertekenen van de akte vertrokken we naar Rome waar ik mijn doctoraatsthesis heb geschreven en werd het huis bewoond door onze poes, meegekomen uit Boechout. Vrienden kwamen logeren en buren werden ingeschakeld om de centrale gast eten, aandacht en knuffels te geven. Welke gedomesticeerde dieren hebben hier nog rondgelopen? Tijdens de graafwerken voor een citerne vonden we middeleeuwse potscherven. Het terrein lag in het verlengde van de wijngaarden van de oude abdij die aan de linkeroever van de Maas tot Hastière reikten. Op deze terreinen zullen ongetwijfeld schapen en geiten hebben gegraasd. In de eerste winter had iemand bij het vertrek voorzichtigheidshalve te veel schakelaars uitgezet en ook de circulatiepomp onderbroken, waardoor het een tijdje bitter koud werd in het huis. Maar, de zomer daarna was exceptioneel zuiders. Het leek of we verhuisd waren naar Noord-Italië. De lucht bleef wekenlang unisono helder blauw. De zon scheen via de hoge ramen ongenadig hard en scherp naar binnen. We konden verkoeling vinden in de Maas en in de schaduw van de grote beuken. En toen brak een augustusonweer los. Heviger dan alle onweders die ik had gekend. We verzamelden in het portaal, keken naar de lange bliksemschichten boven de heuvelrug en wachtten de heldere ochtend af.
Beelden: Koen Broucke, De poes en het huis, aquarel op Fabriano, olieverf op geprepareerd karton en acryl op doek, 2012-2020
De jaren van het huis
Het huis is gebouwd rond 1895. Ik vraag me af hoe het geweest moet zijn om een woning te betrekken in volle belle époque. Hoe werden de keuzes gemaakt voor de binneninrichting, de meubels, de kunstwerken? En ongetwijfeld: de piano? Was het een hoofdverblijf? Of alleen maar een zomerverblijf? Werden op het einde van de herfst de luiken gesloten en werd het hier donker en geheimzinnig stil. Het huis in luistermodus. Er werd in ieder geval een postkaart van gemaakt met de mooie naam: Villa des roses. De aanplantingen en het hekwerk zijn hierop te zien. Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog waren de buitenmuren getuige van luidruchtige Duitse officieren, die zich in het nabijgelegen kasteel lieten verzorgen voor venerische ziekten. Het huis was dan nog maar een jongmens, twintig jaar ongeveer. En wat hadden de binnenmuren gehoord? Het geweeklaag en gevloek omwille van de Duitse agressor (Waulsort, village martyre) of waren de bewoners toen al vertrokken? Is het huis bewoond geweest tijdens de oorlogen? Hoeveel stormen zijn er over het huis gegaan? Zijn er momenten van leegstaand geweest? Van koude en vochtige winters zoals de winter waarin ik het voor de eerste keer bezocht, toen de verwarmingsketel het had begeven en overal condens was neergedaald. Het huis heeft in de jaren ’60, ‘70 en ‘80 gefloreerd toen het werd bewoond door de familie Bietlot. Zij hadden in de voorkamer het postkantoor ingericht - oude dorpelingen spreken nog altijd van ‘La poste’ - en hielden achterin een kleine manège. In het huis werd een archief teruggevonden van een handelsreiziger in drukwerken uit het interbellum. Het is niet duidelijk wat zijn band met de woning is… maar hierin ligt alvast de belofte van een toekomstig onderzoekje. Na het ondertekenen van de akte vertrokken we naar Rome waar ik mijn doctoraatsthesis heb geschreven en werd het huis bewoond door onze poes, meegekomen uit Boechout. Vrienden kwamen logeren en buren werden ingeschakeld om de centrale gast eten, aandacht en knuffels te geven. Welke gedomesticeerde dieren hebben hier nog rondgelopen? Tijdens de graafwerken voor een citerne vonden we middeleeuwse potscherven. Het terrein lag in het verlengde van de wijngaarden van de oude abdij die aan de linkeroever van de Maas tot Hastière reikten. Op deze terreinen zullen ongetwijfeld schapen en geiten hebben gegraasd. In de eerste winter had iemand bij het vertrek voorzichtigheidshalve te veel schakelaars uitgezet en ook de circulatiepomp onderbroken, waardoor het een tijdje bitter koud werd in het huis. Maar, de zomer daarna was exceptioneel zuiders. Het leek of we verhuisd waren naar Noord-Italië. De lucht bleef wekenlang unisono helder blauw. De zon scheen via de hoge ramen ongenadig hard en scherp naar binnen. We konden verkoeling vinden in de Maas en in de schaduw van de grote beuken. En toen brak een augustusonweer los. Heviger dan alle onweders die ik had gekend. We verzamelden in het portaal, keken naar de lange bliksemschichten boven de heuvelrug en wachtten de heldere ochtend af.
Beelden: Koen Broucke, De poes en het huis, aquarel op Fabriano, olieverf op geprepareerd karton en acryl op doek, 2012-2020
9.3.2022
Eén van mijn lievelingsstukken uit het klassieke pianorepertoire is ‘Vogel als Prophet’ uit de ‘Waldszenen’ van Robert Schumann. De vogel is zeker en vast een boodschapper. Daarom kijk en luister ik graag naar de vogels die het huis omringen en benaderen: meesjes, merels, een winterkoninkje, een roodborstje, duiven, spreeuwen, Canadese ganzen, meeuwen, kraaien, zwaluwen, de buizerds in de hogere luchtlagen, de uilen ’s nachts… Ik tel ze, ik kijk naar hun vluchten, vliegrichtingen, buitelingen, gehuppel, beluister hun getsjilp, gekwetter, gekras, zingen, huilen, krijsen, koeren…
Maar vandaag kan ik alleen gestrande vogels schilderen. De informatie over de oorlog neemt heel mijn hoofd in beslag. Tijdens het schilderen kan ik dit even stilleggen. Nadien is er een vaag schuldgevoel. Ik was even weg, ik haakte even af. Zoals je bij een rouwproces, pas na vele weken en maanden de pijnlijke gedachten aan een geliefde overledene kan ontlopen door iets anders te doen. Terwijl je het rouwen wil opgeven, wil je het ook vasthouden.
Beelden: Koen Broucke, gestrande witte duif & gestrande meeuw, olie op doek 2022
Eén van mijn lievelingsstukken uit het klassieke pianorepertoire is ‘Vogel als Prophet’ uit de ‘Waldszenen’ van Robert Schumann. De vogel is zeker en vast een boodschapper. Daarom kijk en luister ik graag naar de vogels die het huis omringen en benaderen: meesjes, merels, een winterkoninkje, een roodborstje, duiven, spreeuwen, Canadese ganzen, meeuwen, kraaien, zwaluwen, de buizerds in de hogere luchtlagen, de uilen ’s nachts… Ik tel ze, ik kijk naar hun vluchten, vliegrichtingen, buitelingen, gehuppel, beluister hun getsjilp, gekwetter, gekras, zingen, huilen, krijsen, koeren…
Maar vandaag kan ik alleen gestrande vogels schilderen. De informatie over de oorlog neemt heel mijn hoofd in beslag. Tijdens het schilderen kan ik dit even stilleggen. Nadien is er een vaag schuldgevoel. Ik was even weg, ik haakte even af. Zoals je bij een rouwproces, pas na vele weken en maanden de pijnlijke gedachten aan een geliefde overledene kan ontlopen door iets anders te doen. Terwijl je het rouwen wil opgeven, wil je het ook vasthouden.
Beelden: Koen Broucke, gestrande witte duif & gestrande meeuw, olie op doek 2022
26.2.2022
Vorig jaar schilderde ik een dode duif. Vandaag op dag drie van de oorlog zie ik er een gestrande vredesduif in. De oorlog houdt me bezig, kluistert me aan schermen en aan de internationale informatiestroom, haalt me uit mijn concentratie… Ik besluit om vanaf vandaag elke dag een variatie te tekenen op ‘La colombe’ van Pablo Picasso uit 1949. De afbeelding werd gebruikt ter illustratie van een affiche op het Parijse Vredescongres dat jaar en werd een iconografisch beeld voor vrede. De duif die Picasso had getekend was een cadeau van zijn vriend en collega-kunstenaar Henri Matisse. Laat me het een meditatieve daad noemen. Elke daad, elke actie, elk tegenwicht is energie. De enige energie die ik als kunstenaar kan stellen tegen de destructieve agressie van het oorlogvoeren.
Beelden: Broucke, Duif, aquarel op Fabriano, 2021 en Picasso, La colombe, lithografie, 1949 (Tate Gallery)
Vorig jaar schilderde ik een dode duif. Vandaag op dag drie van de oorlog zie ik er een gestrande vredesduif in. De oorlog houdt me bezig, kluistert me aan schermen en aan de internationale informatiestroom, haalt me uit mijn concentratie… Ik besluit om vanaf vandaag elke dag een variatie te tekenen op ‘La colombe’ van Pablo Picasso uit 1949. De afbeelding werd gebruikt ter illustratie van een affiche op het Parijse Vredescongres dat jaar en werd een iconografisch beeld voor vrede. De duif die Picasso had getekend was een cadeau van zijn vriend en collega-kunstenaar Henri Matisse. Laat me het een meditatieve daad noemen. Elke daad, elke actie, elk tegenwicht is energie. De enige energie die ik als kunstenaar kan stellen tegen de destructieve agressie van het oorlogvoeren.
Beelden: Broucke, Duif, aquarel op Fabriano, 2021 en Picasso, La colombe, lithografie, 1949 (Tate Gallery)
23.2.2022
Brief aan Jonah Falke
Beste Jonah,
Ik heb je ‘Dagboek uit Zundert’ ontvangen en heb het tijdens twee lange treinreizen uitgelezen. Wat een heerlijke vaart in je schrijven! Wat een schoon en compromisloos proza! Je observaties zijn scherp en toch genuanceerd… Ik houd van je aandacht voor de armoede, de zelfkant… en tegelijkertijd voor de verheven schilderkunst, het ploeteren in de materie verf… En natuurlijk werd ik terug gekatapulteerd naar mijn eigen residentietijd in Zundert, waarin ik mij ook had gewaagd aan een portret van Vincent Van Gogh. Er waren dezelfde sprankelende gesprekken met Ron en met de vrijwilligers. Ik vermoed zelfs dat ik toen (2011) ook Joke heb ontmoet. Ik zou mijn nota’s er moeten bijhalen, maar ofwel zijn die onbestaand, nog op papier of ergens op een andere harde schijf en onvindbaar. Ik ben bovendien bekoord door je portretschilderijen, de steeds bevreemdende distorsies hierin, de twijfel van wie het portret nu eigenlijk voorstelt: de geportretteerde, de kunstenaar of een toevallige voorbijganger die zich hierin herkent, of mogelijk alle drie tezamen? Het is alsof je schilderijen niet tot stilstand zijn gekomen, alsof ze nog in beweging zijn. De taal, de beschrijving van het werkproces, draagt hier zeker toe bij… Ik ga nu snel je romans lezen.
Beeld: Koen Broucke, Vincent Van Gogh, acryl en kleurpotlood op Japans papier, 2011
Brief aan Jonah Falke
Beste Jonah,
Ik heb je ‘Dagboek uit Zundert’ ontvangen en heb het tijdens twee lange treinreizen uitgelezen. Wat een heerlijke vaart in je schrijven! Wat een schoon en compromisloos proza! Je observaties zijn scherp en toch genuanceerd… Ik houd van je aandacht voor de armoede, de zelfkant… en tegelijkertijd voor de verheven schilderkunst, het ploeteren in de materie verf… En natuurlijk werd ik terug gekatapulteerd naar mijn eigen residentietijd in Zundert, waarin ik mij ook had gewaagd aan een portret van Vincent Van Gogh. Er waren dezelfde sprankelende gesprekken met Ron en met de vrijwilligers. Ik vermoed zelfs dat ik toen (2011) ook Joke heb ontmoet. Ik zou mijn nota’s er moeten bijhalen, maar ofwel zijn die onbestaand, nog op papier of ergens op een andere harde schijf en onvindbaar. Ik ben bovendien bekoord door je portretschilderijen, de steeds bevreemdende distorsies hierin, de twijfel van wie het portret nu eigenlijk voorstelt: de geportretteerde, de kunstenaar of een toevallige voorbijganger die zich hierin herkent, of mogelijk alle drie tezamen? Het is alsof je schilderijen niet tot stilstand zijn gekomen, alsof ze nog in beweging zijn. De taal, de beschrijving van het werkproces, draagt hier zeker toe bij… Ik ga nu snel je romans lezen.
Beeld: Koen Broucke, Vincent Van Gogh, acryl en kleurpotlood op Japans papier, 2011
21.2.2022
U kon het al lezen, de opening van mijn tentoonstelling ‘La Ville abandonnée’ in het ‘Emile Verhaeren Museum’, gaat door op zondag 6 maart 2022 met een boekvoorstelling van Stefan Zweig, ‘Het land tussen de talen’ (vertaling Els Snick, nawoord: Piet Chielens) en een performance waarbij ik pianomuziek speel van François Couperin, Gustav Mahler, Alexander Scriabin en Arnold Schönberg. De voorstelling/performance om 11 uur is reeds volzet, maar er wordt een tweede voorstelling voorzien om 14u. Inschrijven kan via: [email protected]
Foto: Ilse Verbeek, performance ‘De sterrennacht’, Stedelijk Museum Breda, december 2021
U kon het al lezen, de opening van mijn tentoonstelling ‘La Ville abandonnée’ in het ‘Emile Verhaeren Museum’, gaat door op zondag 6 maart 2022 met een boekvoorstelling van Stefan Zweig, ‘Het land tussen de talen’ (vertaling Els Snick, nawoord: Piet Chielens) en een performance waarbij ik pianomuziek speel van François Couperin, Gustav Mahler, Alexander Scriabin en Arnold Schönberg. De voorstelling/performance om 11 uur is reeds volzet, maar er wordt een tweede voorstelling voorzien om 14u. Inschrijven kan via: [email protected]
Foto: Ilse Verbeek, performance ‘De sterrennacht’, Stedelijk Museum Breda, december 2021
15.2.2022
Een boekvoorstelling van ‘Het land tussen de talen’ van Stefan Zweig met lichtbeelden, pianomuziek en duiding in de Lakenhallen van Ieper, op donderdag 24 februari 2022 om 19.30 uur.
‘Deze nu zo tragisch beroemde stad had ik jaren geleden al eens bezocht. Vanuit Brugge denderde je een uur of twee, drie in een gammel stoomtreintje en als je ’s avonds aankwam, als een van de schaarse vreemdelingen, kon je maar met veel moeite een hotel vinden: om negen uur ’s avonds waren de mensen al naar bed en alleen bij enkele kroegen zag je door de halfgesloten luiken nog het flakkerende petroleumlicht. Voor de Hallen lag de Grote Markt er leeg en donker bij – een vierhoekige vijver. En overal stilte. Ik had niet vreemd opgekeken als plotseling een middeleeuwse nachtwachter uit het donker naar voren was gestapt om als een soort minstreel slaapliedjes door de stegen te laten weerklinken. Uit de stilte verhieven zich de vierkante massa’s van het stadhuis, dat schitterende gebouw dat samen met de kathedraal de reden vormde waarom ik drie uur in een boemeltrein naar dit slaperige provincienest onderweg was geweest.
Nu pronkt de naam Ieper, de ‘ville martyre’, op alle affiches van Lille tot Oostende, van Oostende tot Antwerpen en tot diep in Nederland: groepsreizen, auto-excursies en individuele rondleidingen voeren een prijzenoorlog en elke dag stuiven tienduizenden mensen (en misschien wel meer!) er voor een paar uur heen: Ieper is de ‘great show’ van België geworden, een must voor alle toeristen en haast op weg om uit te groeien tot een gevaarlijke concurrent voor Waterloo. Als je die drukte ziet, die lijkt op het gewoel van supporterslegioenen, word je overvallen door weerzin om je daar in onder te dompelen. Tegelijk sommeert je verantwoordelijkheidsgevoel je om niets te verzuimen dat de geschiedenis van onze tijd zintuiglijk kan verlevendigen: alleen door er ons met zo velen en weloverwogen van te doordringen, doen we recht aan het vreselijke verleden en zo ook aan de toekomst. (…)’
Uit ‘Het land tussen de talen’ in vertaling van Els Snick
Beeld: Koen Broucke, Ieper, olie op doek, 2021
Een boekvoorstelling van ‘Het land tussen de talen’ van Stefan Zweig met lichtbeelden, pianomuziek en duiding in de Lakenhallen van Ieper, op donderdag 24 februari 2022 om 19.30 uur.
‘Deze nu zo tragisch beroemde stad had ik jaren geleden al eens bezocht. Vanuit Brugge denderde je een uur of twee, drie in een gammel stoomtreintje en als je ’s avonds aankwam, als een van de schaarse vreemdelingen, kon je maar met veel moeite een hotel vinden: om negen uur ’s avonds waren de mensen al naar bed en alleen bij enkele kroegen zag je door de halfgesloten luiken nog het flakkerende petroleumlicht. Voor de Hallen lag de Grote Markt er leeg en donker bij – een vierhoekige vijver. En overal stilte. Ik had niet vreemd opgekeken als plotseling een middeleeuwse nachtwachter uit het donker naar voren was gestapt om als een soort minstreel slaapliedjes door de stegen te laten weerklinken. Uit de stilte verhieven zich de vierkante massa’s van het stadhuis, dat schitterende gebouw dat samen met de kathedraal de reden vormde waarom ik drie uur in een boemeltrein naar dit slaperige provincienest onderweg was geweest.
Nu pronkt de naam Ieper, de ‘ville martyre’, op alle affiches van Lille tot Oostende, van Oostende tot Antwerpen en tot diep in Nederland: groepsreizen, auto-excursies en individuele rondleidingen voeren een prijzenoorlog en elke dag stuiven tienduizenden mensen (en misschien wel meer!) er voor een paar uur heen: Ieper is de ‘great show’ van België geworden, een must voor alle toeristen en haast op weg om uit te groeien tot een gevaarlijke concurrent voor Waterloo. Als je die drukte ziet, die lijkt op het gewoel van supporterslegioenen, word je overvallen door weerzin om je daar in onder te dompelen. Tegelijk sommeert je verantwoordelijkheidsgevoel je om niets te verzuimen dat de geschiedenis van onze tijd zintuiglijk kan verlevendigen: alleen door er ons met zo velen en weloverwogen van te doordringen, doen we recht aan het vreselijke verleden en zo ook aan de toekomst. (…)’
Uit ‘Het land tussen de talen’ in vertaling van Els Snick
Beeld: Koen Broucke, Ieper, olie op doek, 2021
14.2.2022
Peter Jacobs in De Standaard van 12 februari 2022:
‘Bij Stefan Zweig (1881-1942) stel ik mij een fijnzinnig man voor, een breekbaar, elegant erudiet, met het hart en het verstand op de juiste plaats. Een liefhebber van België en zijn kunstenaars, ook. Toen ik enkele jaren geleden zijn postume bundel Auf Reisen las, bleken die reisverhalen helemaal bij dat imago te passen. Rijke en trage zinnen, veel sfeer, veel inzicht, kort maar memorabel. Zeven daarvan, geschreven van 1902 tot 1928, gaan over de steden Oostende, Brugge, Ieper, Antwerpen, Leuven en Luik en die zijn nu verzameld in Het land tussen de talen, vertaald door de engelbewaarder van Zweigs vriend Joseph Roth, Els Snick, en impressionistisch geïllustreerd door Koen Broucke. (…)
Daarom is misschien wel het boeiendste aan dit bundeltje het nawoord van Piet Chielens van het In Flanders Fields-museum in Ieper. Hij is terecht mild voor het geschipper van Zweig, maar duidelijk: het duurde even voor hij zich openlijk tegen de oorlog keerde. De zeven reisverhalen zijn natuurlijk op zich het lezen waard – alleen ‘Oostende’ in de belle époque onder Leopold II al is om van te smullen – maar wat in de achtergrond speelt, is dus soms minstens even bijzonder. Daarom is ‘Ieper’, geschreven lang na de verwoesting tijdens de heropbouw in 1928, ook zo prangend.
Het land tussen de talen is uit bij Van Oorschot.
Tentoonstelling illustraties van Koen Broucke La ville abandonnée in het Emile Verhaerenmuseum in Sint-Amands vanaf 6 maart.’
Beeld: Koen Broucke, Oostende, bister op papier, 2021
Peter Jacobs in De Standaard van 12 februari 2022:
‘Bij Stefan Zweig (1881-1942) stel ik mij een fijnzinnig man voor, een breekbaar, elegant erudiet, met het hart en het verstand op de juiste plaats. Een liefhebber van België en zijn kunstenaars, ook. Toen ik enkele jaren geleden zijn postume bundel Auf Reisen las, bleken die reisverhalen helemaal bij dat imago te passen. Rijke en trage zinnen, veel sfeer, veel inzicht, kort maar memorabel. Zeven daarvan, geschreven van 1902 tot 1928, gaan over de steden Oostende, Brugge, Ieper, Antwerpen, Leuven en Luik en die zijn nu verzameld in Het land tussen de talen, vertaald door de engelbewaarder van Zweigs vriend Joseph Roth, Els Snick, en impressionistisch geïllustreerd door Koen Broucke. (…)
Daarom is misschien wel het boeiendste aan dit bundeltje het nawoord van Piet Chielens van het In Flanders Fields-museum in Ieper. Hij is terecht mild voor het geschipper van Zweig, maar duidelijk: het duurde even voor hij zich openlijk tegen de oorlog keerde. De zeven reisverhalen zijn natuurlijk op zich het lezen waard – alleen ‘Oostende’ in de belle époque onder Leopold II al is om van te smullen – maar wat in de achtergrond speelt, is dus soms minstens even bijzonder. Daarom is ‘Ieper’, geschreven lang na de verwoesting tijdens de heropbouw in 1928, ook zo prangend.
Het land tussen de talen is uit bij Van Oorschot.
Tentoonstelling illustraties van Koen Broucke La ville abandonnée in het Emile Verhaerenmuseum in Sint-Amands vanaf 6 maart.’
Beeld: Koen Broucke, Oostende, bister op papier, 2021
4.2.2022
KOEN BROUCKE
LA VILLE ABANDONNÉE
06.03.22 - 22.05.22
VERHAERENMUSEUM
SINT-AMANDS
Opening van de expo met boekvoorstelling van STEFAN ZWEIG, HET LAND TUSSEN DE TALEN (vertaling Els Snick, nawoord: Piet Chielens) en een performance van Koen Broucke (met o.m. muziek van François Couperin, Alexander Scriabin en Arnold Schönberg) op zondag 6 maart 2022 om 11 uur
‘De Apocalyps of het einde der tijden. Doorheen de eeuwen hebben mensen hun dikwijls zorgvuldig opgebouwde levens zien ten prooi vallen aan allerhande destructies: oorlogen, aanslagen, tsunami’s, branden, tornado’s, aardbevingen, epidemies... Soms hele beschavingen zijn zo ten onder gegaan. De rampspoed, de verzengende Apocalyps, is een thema dat we reeds kennen uit de vroege christelijke iconografie, maar ook hedendaagse kunstenaars zijn erdoor geïntrigeerd. Voor deze tentoonstelling heeft Koen Broucke zich laten inspireren door de destructie van de Eerste Wereldoorlog, maar tegelijk ook door de recente overstromingen. ‘La Ville abandonnée’, het enigmatische werk van Fernand Khnopff, en de vergane glorie van het verstilde, gestolde Brugge werken als een metafoor. Een reeks tekeningen, aquarellen en schilderijen brengen het einde van het Avondland in beeld. De Apocalyps is in dit werk stille, sluimerende dreiging geworden. Het literaire luik wordt ingevuld door Stefan Zweig, Emile Verhaeren en Georges Rodenbach. Zweig was nauw bevriend met Emile Verhaeren, verbleef regelmatig in België en was gefascineerd door het verstilde Brugge. De Eerste Wereldoorlog gooide dit alles overhoop. De tentoonstelling sluit aan bij het pas uitgebrachte boek: Stefan Zweig, 'Het land tussen de talen, Reportages uit België’ (Uitgeverij Van Oorschot).’
Beeld: Koen Broucke, Oostende (De drie gapers), olie op doek, 2021
KOEN BROUCKE
LA VILLE ABANDONNÉE
06.03.22 - 22.05.22
VERHAERENMUSEUM
SINT-AMANDS
Opening van de expo met boekvoorstelling van STEFAN ZWEIG, HET LAND TUSSEN DE TALEN (vertaling Els Snick, nawoord: Piet Chielens) en een performance van Koen Broucke (met o.m. muziek van François Couperin, Alexander Scriabin en Arnold Schönberg) op zondag 6 maart 2022 om 11 uur
‘De Apocalyps of het einde der tijden. Doorheen de eeuwen hebben mensen hun dikwijls zorgvuldig opgebouwde levens zien ten prooi vallen aan allerhande destructies: oorlogen, aanslagen, tsunami’s, branden, tornado’s, aardbevingen, epidemies... Soms hele beschavingen zijn zo ten onder gegaan. De rampspoed, de verzengende Apocalyps, is een thema dat we reeds kennen uit de vroege christelijke iconografie, maar ook hedendaagse kunstenaars zijn erdoor geïntrigeerd. Voor deze tentoonstelling heeft Koen Broucke zich laten inspireren door de destructie van de Eerste Wereldoorlog, maar tegelijk ook door de recente overstromingen. ‘La Ville abandonnée’, het enigmatische werk van Fernand Khnopff, en de vergane glorie van het verstilde, gestolde Brugge werken als een metafoor. Een reeks tekeningen, aquarellen en schilderijen brengen het einde van het Avondland in beeld. De Apocalyps is in dit werk stille, sluimerende dreiging geworden. Het literaire luik wordt ingevuld door Stefan Zweig, Emile Verhaeren en Georges Rodenbach. Zweig was nauw bevriend met Emile Verhaeren, verbleef regelmatig in België en was gefascineerd door het verstilde Brugge. De Eerste Wereldoorlog gooide dit alles overhoop. De tentoonstelling sluit aan bij het pas uitgebrachte boek: Stefan Zweig, 'Het land tussen de talen, Reportages uit België’ (Uitgeverij Van Oorschot).’
Beeld: Koen Broucke, Oostende (De drie gapers), olie op doek, 2021
23.1.2022
Vorig jaar rond deze tijd schreef ik over een schilderij dat ik had gemaakt tijdens de jaarovergang. Het was een marine, aangezet in het oude jaar, en afgewerkt in het nieuwe jaar. Ik wist toen nog niet dat dit schilderij enkele weken later gekozen zou worden voor de uitnodigingskaart van mijn tentoonstelling in Galerie Lloyd en het zo bij een privéverzamelaar terecht zou komen. Deze jaarovergang was ik een Maaszicht aan het schilderen, gebaseerd op een foto van de weg naar Dinant, nadat het in de nacht stevig had gevroren. Etherische rijm trok de kleuren samen tot een verstild akkoord van groen-blauwe harmonie. Van nabij konden we observeren hoe de nachtmist zich op de takken had vastgezet in bizarre en stekelige ijskristallen. We waren onderweg voor onze Kerstboodschappen en zouden later nog stoppen in één van onze lievelingsrestaurants. De koude van de voormiddag en de warmte van de herinnering zitten vervat in dit beeld.
Beeld: De Maas ter hoogte van Colébi (winter) olie op doek 2022
Vorig jaar rond deze tijd schreef ik over een schilderij dat ik had gemaakt tijdens de jaarovergang. Het was een marine, aangezet in het oude jaar, en afgewerkt in het nieuwe jaar. Ik wist toen nog niet dat dit schilderij enkele weken later gekozen zou worden voor de uitnodigingskaart van mijn tentoonstelling in Galerie Lloyd en het zo bij een privéverzamelaar terecht zou komen. Deze jaarovergang was ik een Maaszicht aan het schilderen, gebaseerd op een foto van de weg naar Dinant, nadat het in de nacht stevig had gevroren. Etherische rijm trok de kleuren samen tot een verstild akkoord van groen-blauwe harmonie. Van nabij konden we observeren hoe de nachtmist zich op de takken had vastgezet in bizarre en stekelige ijskristallen. We waren onderweg voor onze Kerstboodschappen en zouden later nog stoppen in één van onze lievelingsrestaurants. De koude van de voormiddag en de warmte van de herinnering zitten vervat in dit beeld.
Beeld: De Maas ter hoogte van Colébi (winter) olie op doek 2022
21.1.2022
Deze week zijn we met de opnames gestart voor een film. Het onderliggend idee is, dat onze levens, onze inspiraties en stemmingen veeleer een cyclisch verloop hebben dan een rechtlijnige en dwangmatige race naar een eindbestemming. Initiatiefnemer is filmmaker en fotograaf Tijs Posen.
Vrijdag 28 januari in de namiddag filmen we in mijn installatie ‘The Library’ in het S.M.A.K. in Gent. U kan er bij zijn, mits u een museumticket koopt aan de balie. Het is tegelijkertijd de prelude die het laatste weekend inluidt. Zondagavond 30 januari vertrekt ‘The Library’ voor een onbekende tijd naar de reserves.
Deze week zijn we met de opnames gestart voor een film. Het onderliggend idee is, dat onze levens, onze inspiraties en stemmingen veeleer een cyclisch verloop hebben dan een rechtlijnige en dwangmatige race naar een eindbestemming. Initiatiefnemer is filmmaker en fotograaf Tijs Posen.
Vrijdag 28 januari in de namiddag filmen we in mijn installatie ‘The Library’ in het S.M.A.K. in Gent. U kan er bij zijn, mits u een museumticket koopt aan de balie. Het is tegelijkertijd de prelude die het laatste weekend inluidt. Zondagavond 30 januari vertrekt ‘The Library’ voor een onbekende tijd naar de reserves.
17.1.2022
In mijn tentoonstelling ‘I roditori della storia’ zit een kleine, maar fijne bijdrage van de Romeinse kunstenaar Andrea Fogli. Los van elkaar kozen we beiden voor een werk uit 1993 en een recente reeks. Zijn ‘The Sacred Temple’ uit 1993 en mijn ‘Tombe’ die ik in datzelfde jaar in Rome had geschilderd en nu terug naar Rome reisde, konden elkaar zo vinden.
Vrijdag gingen we samen naar het Noorden en bezochten zijn atelier in ‘Penna in Teverina’, de galerie van zijn ‘La Società Lunare’ en zijn archief in ‘Bassano in Teverina’. Hij gidste ons door het stadje en liet het zestiende eeuwse Palazzo Altemps zien, één van de geliefde ateliers van Cy Twombly. Van daaruit zagen we de majestueuze zonsondergang, de beschaduwde vallei in de voorgrond, het silhouet van Orte als een paar gouden penseeltoetsen en veel verderop de met sneeuw bedekte toppen van de Apennijnen die nu roze oplichtten. We sloegen een oude steeg in. Vlakbij, vanuit een raam, zong een vrouw zachtjes en met heldere stem een liefdesliedje. In de verte basten de honden.
In mijn tentoonstelling ‘I roditori della storia’ zit een kleine, maar fijne bijdrage van de Romeinse kunstenaar Andrea Fogli. Los van elkaar kozen we beiden voor een werk uit 1993 en een recente reeks. Zijn ‘The Sacred Temple’ uit 1993 en mijn ‘Tombe’ die ik in datzelfde jaar in Rome had geschilderd en nu terug naar Rome reisde, konden elkaar zo vinden.
Vrijdag gingen we samen naar het Noorden en bezochten zijn atelier in ‘Penna in Teverina’, de galerie van zijn ‘La Società Lunare’ en zijn archief in ‘Bassano in Teverina’. Hij gidste ons door het stadje en liet het zestiende eeuwse Palazzo Altemps zien, één van de geliefde ateliers van Cy Twombly. Van daaruit zagen we de majestueuze zonsondergang, de beschaduwde vallei in de voorgrond, het silhouet van Orte als een paar gouden penseeltoetsen en veel verderop de met sneeuw bedekte toppen van de Apennijnen die nu roze oplichtten. We sloegen een oude steeg in. Vlakbij, vanuit een raam, zong een vrouw zachtjes en met heldere stem een liefdesliedje. In de verte basten de honden.
11.1.2022
Het opbouwen van een tentoonstelling is een zinnenprikkelend avontuur. Het is de voltooiing van het kunstwerk, niet in een definitieve zin, maar in een beweeglijke, steeds evoluerende zin. Dit zijn enkele foto’s van de opbouw van ‘I roditoria della storia’ in de Biblioteca Vallicelliana in Rome. De gevel van de bibliotheek paalt aan de gevel van de Chiesa Nuova, de Romeinse kerk met drie sublieme altaarschilderijen van Pieter Paul Rubens en de merkwaardige gedenksteen voor Cy Twombly.
Omdat de verlichting in de vitrinekasten nog niet is aangestoken, lijkt het alsof de werken zweven in de reflectie van het bibliotheek-interieur en de stucco plafondversieringen naar een ontwerp van Francesco Borromini.
De bibliotheek werd in de tweede helft van de zestiende eeuw gesticht door Philippo Neri en de orde van de Oratorianen. De collectie bevat vandaag
130 000 banden en 3000 manuscripten, waarvan enkele teruggaan tot de 9de eeuw. Er is geen betere plek om de draagsporen van de geschiedenis zintuiglijk te ondergaan.
Het opbouwen van een tentoonstelling is een zinnenprikkelend avontuur. Het is de voltooiing van het kunstwerk, niet in een definitieve zin, maar in een beweeglijke, steeds evoluerende zin. Dit zijn enkele foto’s van de opbouw van ‘I roditoria della storia’ in de Biblioteca Vallicelliana in Rome. De gevel van de bibliotheek paalt aan de gevel van de Chiesa Nuova, de Romeinse kerk met drie sublieme altaarschilderijen van Pieter Paul Rubens en de merkwaardige gedenksteen voor Cy Twombly.
Omdat de verlichting in de vitrinekasten nog niet is aangestoken, lijkt het alsof de werken zweven in de reflectie van het bibliotheek-interieur en de stucco plafondversieringen naar een ontwerp van Francesco Borromini.
De bibliotheek werd in de tweede helft van de zestiende eeuw gesticht door Philippo Neri en de orde van de Oratorianen. De collectie bevat vandaag
130 000 banden en 3000 manuscripten, waarvan enkele teruggaan tot de 9de eeuw. Er is geen betere plek om de draagsporen van de geschiedenis zintuiglijk te ondergaan.
8.1.2022
De ‘draagsporen’ worden de ‘knaagdieren' van de geschiedenis.
In mijn doctoraatsonderzoek in de kunsten stelde ik het begrip ‘de draagsporen van de geschiedenis’ voor. De betekenis die ik aan het begrip geef, is ‘de kleine, minuscule, vaak verwaarloosde materiële sporen van gebruik op voorwerpen doorheen de geschiedenis’. Deze ‘patina’ op de voorwerpen is een historische bron zonder weerga. Door steeds meer toe te spitsen op de schade en het verval die gepaard gaan met de tijd, ben ik gaan spreken van de ‘knaagdieren van de geschiedenis’. Dit is het thema van mijn tentoonstelling ‘I roditori della storia' in het ‘Salone Borromini’ van de Biblioteca Vallicelliana in Rome.
Ik toon drie reeksen tekeningen en kleine schilderijtjes. Werken op papier (2020-2021) geïnspireerd door de sporen van slijtage op documenten die ik in de bibliotheek zelf heb ingekeken, waaronder fabuleuze fragmenten beschreven perkament gerecupereerd uit oude boekbanden. Schilderijen van de afgesleten middeleeuwse graftomben in de Romeinse kerken, een reeks uit 1993 aangevuld met een aantal nieuwe werken uit 2020. En tenslotte enkele recente werken (2020-21) van de ‘knaagdieren’ zelf: de muis (Mus musculus), de zilvervisjes (Lepisma saccharina), de houtworm (Anobium punctatum), en verder: slakken, bevers, duiven, nachtvlinders… en een enkele wasbeer.
Beeld: Koen Broucke, De draagsporen, potlood op papier, 2021
De ‘draagsporen’ worden de ‘knaagdieren' van de geschiedenis.
In mijn doctoraatsonderzoek in de kunsten stelde ik het begrip ‘de draagsporen van de geschiedenis’ voor. De betekenis die ik aan het begrip geef, is ‘de kleine, minuscule, vaak verwaarloosde materiële sporen van gebruik op voorwerpen doorheen de geschiedenis’. Deze ‘patina’ op de voorwerpen is een historische bron zonder weerga. Door steeds meer toe te spitsen op de schade en het verval die gepaard gaan met de tijd, ben ik gaan spreken van de ‘knaagdieren van de geschiedenis’. Dit is het thema van mijn tentoonstelling ‘I roditori della storia' in het ‘Salone Borromini’ van de Biblioteca Vallicelliana in Rome.
Ik toon drie reeksen tekeningen en kleine schilderijtjes. Werken op papier (2020-2021) geïnspireerd door de sporen van slijtage op documenten die ik in de bibliotheek zelf heb ingekeken, waaronder fabuleuze fragmenten beschreven perkament gerecupereerd uit oude boekbanden. Schilderijen van de afgesleten middeleeuwse graftomben in de Romeinse kerken, een reeks uit 1993 aangevuld met een aantal nieuwe werken uit 2020. En tenslotte enkele recente werken (2020-21) van de ‘knaagdieren’ zelf: de muis (Mus musculus), de zilvervisjes (Lepisma saccharina), de houtworm (Anobium punctatum), en verder: slakken, bevers, duiven, nachtvlinders… en een enkele wasbeer.
Beeld: Koen Broucke, De draagsporen, potlood op papier, 2021
6.1.2022
‘I roditori della storia’ (De knaagdieren van de geschiedenis)
Twee keer uitgesteld door corona. De situatie blijft hachelijk, maar alles voor de kunst en de kunst voor allen!
Mijn solo-tentoonstelling ‘I roditori della storia’ met een bijdrage van Andrea Fogli in het onovertroffen ‘Salone Borromini’ van de ‘Biblioteca Vallicelliana’, Piazza della Chiesa Nuova 18, Roma, opent op donderdag 13 januari 2022 om 17u.
‘I roditori della storia’ (De knaagdieren van de geschiedenis)
Twee keer uitgesteld door corona. De situatie blijft hachelijk, maar alles voor de kunst en de kunst voor allen!
Mijn solo-tentoonstelling ‘I roditori della storia’ met een bijdrage van Andrea Fogli in het onovertroffen ‘Salone Borromini’ van de ‘Biblioteca Vallicelliana’, Piazza della Chiesa Nuova 18, Roma, opent op donderdag 13 januari 2022 om 17u.
29.12.2021
Een donker geklede heer met een lichte paraplu
een donker geklede heer met een donkere paraplu
zo liep ik tussen Bernard Dewulf en Koen Peeters
door de plenzende regen in Oostende
op zoek naar sporen van illustere schilders
Als er geen foto’s van waren
had dit een droom geweest kunnen zijn
of de levensechte herinnering aan de lectuur
van een tekst van Bernard
over Le Cannet bijvoorbeeld
waar hij de gaatjes van de punaises had betast
van zijn meest geliefde schilder Pierre Bonnard.
___
Het nieuws van zijn overlijden was een hamerslag
dagenlang loop ik verdoofd rond,
lees en herlees en vraag me af
wat hij me nog allemaal zichtbaar had kunnen maken
en bedremmeld, aarzelend,
wat ik hem zichtbaar mocht maken in mijn schilderijen?
Af en toe stelde hij een vraagje
zo schreef hij vorig jaar
op een milde en druilerige novemberdag:
‘Ik zit alweer met veel plezier naar je werk te kijken.
Ik kom Miavoye, 2015 tegen en vraag me af:
mag ik er een herfstscène in zien?’
Een donker geklede heer met een lichte paraplu
een donker geklede heer met een donkere paraplu
zo liep ik tussen Bernard Dewulf en Koen Peeters
door de plenzende regen in Oostende
op zoek naar sporen van illustere schilders
Als er geen foto’s van waren
had dit een droom geweest kunnen zijn
of de levensechte herinnering aan de lectuur
van een tekst van Bernard
over Le Cannet bijvoorbeeld
waar hij de gaatjes van de punaises had betast
van zijn meest geliefde schilder Pierre Bonnard.
___
Het nieuws van zijn overlijden was een hamerslag
dagenlang loop ik verdoofd rond,
lees en herlees en vraag me af
wat hij me nog allemaal zichtbaar had kunnen maken
en bedremmeld, aarzelend,
wat ik hem zichtbaar mocht maken in mijn schilderijen?
Af en toe stelde hij een vraagje
zo schreef hij vorig jaar
op een milde en druilerige novemberdag:
‘Ik zit alweer met veel plezier naar je werk te kijken.
Ik kom Miavoye, 2015 tegen en vraag me af:
mag ik er een herfstscène in zien?’
23.12.2021
Het voorbije jaar leek wel een hindernissenparcours. En het ziet er naar uit dat ook in 2022 obstakels en uitdagingen op ons liggen te wachten.
Wij wensen u hierbij veel lenigheid, veerkracht, wijsheid, relativeringsvermogen, verbeeldingskracht, menselijke aanmoediging en warmte.
Sigrid en Koen
Beeld: Koen Broucke, Oostende (volle maan), olie op doek, 2021
Het voorbije jaar leek wel een hindernissenparcours. En het ziet er naar uit dat ook in 2022 obstakels en uitdagingen op ons liggen te wachten.
Wij wensen u hierbij veel lenigheid, veerkracht, wijsheid, relativeringsvermogen, verbeeldingskracht, menselijke aanmoediging en warmte.
Sigrid en Koen
Beeld: Koen Broucke, Oostende (volle maan), olie op doek, 2021
19.12.2021
Zaterdag was een ongewone dag. Eén van de niet geannuleerde optredens in deze maanden, was meteen ook het laatste. Ik speelde Robert Schumann, Gustav Mahler, Richard Wagner, Arnold Schönberg en George Ivanovich Gurdjieff/Thomas de Hartmann tijdens de openingsceremonie van de prachtige en prestigieuze tentoonstelling ‘Vanwege Vincent’ in het Stedelijk Museum in Breda, een tentoonstelling gewijd aan eigentijdse kunst geïnspireerd door Vincent van Gogh, en deels gerecruteerd uit de residenten in de Kosterswoning in Zundert en het Atelier Roland Holst op de Oude Buisse Heide. Alle eer komt toe aan Ron Dirven, bevlogen initiatiefnemer, directeur van het Vincent van GoghHuis, auteur, onderzoeker, heerlijk gesprekspartner en zelf ook begenadigd schilder.
Bij de tentoonstelling gaf WBooks een prachtig boek uit met heldere teksten, de historiek van de residenties en de tentoonstellingen omtrent Van Gogh in Brabant, prachtige atelierfoto’s en reproducties en schitterende landschapsfoto’s van Karen Borghouts.
In de wandelgangen werd al gefluisterd dat de omikronvariant zich razendsnel aan het verspreiden was en dat de regering samen zat om nieuwe maatregelen te bespreken. Bij aankomst in het hotel was het dan zover: demissionair premier Rutten verscheen op televisie om het land nogmaals te sluiten. Wat zijn de verhoudingen? We keken met verweesde ogen naar een horeca-uitbaatster. Na moedige pogingen om een glimlach te bewaren bij haar verhaal over geannuleerde kerstengagementen en onbruikbare inkopen, barstte ze plots in tranen uit omdat de situatie niet meer haalbaar is. Er was veel aandacht voor de zinvolheid van de boosterprik. Het verplegend personeel dat op haar tandvlees zit kwam niet aan het woord. We vroegen ons af of de situatie in België zo verschillend is en of er hier ook nieuwe maatregelen zullen komen.
Onderweg naar het hotel gingen we nog kijken naar de gigantisch opgehangen maan van de Britse kunstenaar Luke Jerram in de Grote kerk. Er hing een vreemde, maanzieke sfeer - tussen uitgelatenheid en ingetogenheid - onder de hoge gotische gewelven. Op de ligbanken lagen kronkelende mensen, zich fotograferend in in het blauwe licht Een sfeer die zich a fortiori herhaalde in de bars waar de glazen nog een laatste keer werden volgegoten. En vanmorgen is het zover: de gisteren geopende tentoonstelling gaat weer dicht.
‘Maar het palet van tegenwoordig is absoluut kleurig – hemelsblaauw, rose, oranje, vermilloen, hoog geel, helder groen, helder wijnrood, violet.
Maar alle kleuren opvoerende komt men op nieuw tot kalmte en harmonie. En geschiedt er iets dergelijks als met de Wagner muziek die met een groot orchest uitgevoerd daarom niet minder intiem is.’
Vincent Van Gogh, Arles, 30 maart 1888
Foto: Sigrid Geldhof, Opening ‘Vanwege Vincent’, De Nieuwe Veste, Breda, 18 december 2021
Met dank aan Ron, Masha, Charissa, Eva, Jeske, Amy, Sigrid en Gina
Zaterdag was een ongewone dag. Eén van de niet geannuleerde optredens in deze maanden, was meteen ook het laatste. Ik speelde Robert Schumann, Gustav Mahler, Richard Wagner, Arnold Schönberg en George Ivanovich Gurdjieff/Thomas de Hartmann tijdens de openingsceremonie van de prachtige en prestigieuze tentoonstelling ‘Vanwege Vincent’ in het Stedelijk Museum in Breda, een tentoonstelling gewijd aan eigentijdse kunst geïnspireerd door Vincent van Gogh, en deels gerecruteerd uit de residenten in de Kosterswoning in Zundert en het Atelier Roland Holst op de Oude Buisse Heide. Alle eer komt toe aan Ron Dirven, bevlogen initiatiefnemer, directeur van het Vincent van GoghHuis, auteur, onderzoeker, heerlijk gesprekspartner en zelf ook begenadigd schilder.
Bij de tentoonstelling gaf WBooks een prachtig boek uit met heldere teksten, de historiek van de residenties en de tentoonstellingen omtrent Van Gogh in Brabant, prachtige atelierfoto’s en reproducties en schitterende landschapsfoto’s van Karen Borghouts.
In de wandelgangen werd al gefluisterd dat de omikronvariant zich razendsnel aan het verspreiden was en dat de regering samen zat om nieuwe maatregelen te bespreken. Bij aankomst in het hotel was het dan zover: demissionair premier Rutten verscheen op televisie om het land nogmaals te sluiten. Wat zijn de verhoudingen? We keken met verweesde ogen naar een horeca-uitbaatster. Na moedige pogingen om een glimlach te bewaren bij haar verhaal over geannuleerde kerstengagementen en onbruikbare inkopen, barstte ze plots in tranen uit omdat de situatie niet meer haalbaar is. Er was veel aandacht voor de zinvolheid van de boosterprik. Het verplegend personeel dat op haar tandvlees zit kwam niet aan het woord. We vroegen ons af of de situatie in België zo verschillend is en of er hier ook nieuwe maatregelen zullen komen.
Onderweg naar het hotel gingen we nog kijken naar de gigantisch opgehangen maan van de Britse kunstenaar Luke Jerram in de Grote kerk. Er hing een vreemde, maanzieke sfeer - tussen uitgelatenheid en ingetogenheid - onder de hoge gotische gewelven. Op de ligbanken lagen kronkelende mensen, zich fotograferend in in het blauwe licht Een sfeer die zich a fortiori herhaalde in de bars waar de glazen nog een laatste keer werden volgegoten. En vanmorgen is het zover: de gisteren geopende tentoonstelling gaat weer dicht.
‘Maar het palet van tegenwoordig is absoluut kleurig – hemelsblaauw, rose, oranje, vermilloen, hoog geel, helder groen, helder wijnrood, violet.
Maar alle kleuren opvoerende komt men op nieuw tot kalmte en harmonie. En geschiedt er iets dergelijks als met de Wagner muziek die met een groot orchest uitgevoerd daarom niet minder intiem is.’
Vincent Van Gogh, Arles, 30 maart 1888
Foto: Sigrid Geldhof, Opening ‘Vanwege Vincent’, De Nieuwe Veste, Breda, 18 december 2021
Met dank aan Ron, Masha, Charissa, Eva, Jeske, Amy, Sigrid en Gina
16.12.2021
Allerbeste Koen (Peeters),
Onze goede vriend Peter Holvoet-Hanssen schreef het al: ‘De minzamen is je allerbeste werk.’ Een meesterwerk dus. En inderdaad ‘uw stijl die toch al spraakmakend was scheert nu de hoogste toppen, de inhoud gaat dieper en treffender dan ooit: diep onder de indruk!’ Na deze eloquentie van de dichter, kan ik alleen nog maar stamelen. Ik heb een merkwaardige stilte in je boek teruggevonden, zoals het zacht suizen van water in chauffagebuizen. Alles is met alles verbonden, via een onzichtbaar systeem, dat je doelbewust niet analyseert, maar op een adembenemende en talige manier weet te omcirkelen.
Een absoluut en begripvol stiltemoment is de passage over Simon, benedictijn en exorcist. Dit heeft me diep bewogen. Na een intensieve therapeutische sessie gaat Simon gewoon wat naar de spreeuwen kijken boven het Hagelandse landschap. ’Wat een feest om te zien, denkt Simon, als vogels voor het slapengaan hier nog even het samenleven komen oefenen.’
En ik ben ten zeerste geïntrigeerd door de hoofdpersoon/verteller Paul. Natuurlijk zoals Paul van Ostaijen. Maar wel het totaal tegenovergestelde karakter. Paul, in De minzamen is dienstbaar, bereidwillig, bescheiden en leergierig. Ik herken er een stuk van jou in… En ik zie dat je net als Remi aan het doorgeven bent. Misschien ben je, zonder het te weten, zelf op deze wijze ook een Remi geworden?
Tenslotte ben ik het helemaal eens met de prachtige pointe van Tomas Vanheste in diens heerlijke bespreking van je boek (met een fijn zijsprongetje naar ‘Het geheugen van sneeuw’):
‘De nazaten van Vermeersch voeren vandaag de dag het hoogste woord. De luide sprekers met hun stellige oordelen gestut door argumenten die als legoblokken in elkaar klikken, winnen het pleit. Al wat onbenoembaar en ongrijpbaar is, wat niet meteen is te analyseren en te vangen in hun argumentaties, serveren ze af. Juist dat onbenoembare en ongrijpbare omcirkelt Peeters in tastend maar precies proza. Met zijn portret van een man en zijn nalatenschap, van zijn denkwereld en geesteshouding, van de werelden waarin hij vertoefde en de mensen waarmee hij zich omringde, roept hij een personage en een mentaliteit op die misschien niet van deze tijd zijn, maar die helend werken.’
Beeld: Koen Broucke, Zonsopgang in Waulsort, aquarel op Fabriano, 2021
https://tomasvanheste.eu/met-een-schaar-in-de-lucht-knippen/
Allerbeste Koen (Peeters),
Onze goede vriend Peter Holvoet-Hanssen schreef het al: ‘De minzamen is je allerbeste werk.’ Een meesterwerk dus. En inderdaad ‘uw stijl die toch al spraakmakend was scheert nu de hoogste toppen, de inhoud gaat dieper en treffender dan ooit: diep onder de indruk!’ Na deze eloquentie van de dichter, kan ik alleen nog maar stamelen. Ik heb een merkwaardige stilte in je boek teruggevonden, zoals het zacht suizen van water in chauffagebuizen. Alles is met alles verbonden, via een onzichtbaar systeem, dat je doelbewust niet analyseert, maar op een adembenemende en talige manier weet te omcirkelen.
Een absoluut en begripvol stiltemoment is de passage over Simon, benedictijn en exorcist. Dit heeft me diep bewogen. Na een intensieve therapeutische sessie gaat Simon gewoon wat naar de spreeuwen kijken boven het Hagelandse landschap. ’Wat een feest om te zien, denkt Simon, als vogels voor het slapengaan hier nog even het samenleven komen oefenen.’
En ik ben ten zeerste geïntrigeerd door de hoofdpersoon/verteller Paul. Natuurlijk zoals Paul van Ostaijen. Maar wel het totaal tegenovergestelde karakter. Paul, in De minzamen is dienstbaar, bereidwillig, bescheiden en leergierig. Ik herken er een stuk van jou in… En ik zie dat je net als Remi aan het doorgeven bent. Misschien ben je, zonder het te weten, zelf op deze wijze ook een Remi geworden?
Tenslotte ben ik het helemaal eens met de prachtige pointe van Tomas Vanheste in diens heerlijke bespreking van je boek (met een fijn zijsprongetje naar ‘Het geheugen van sneeuw’):
‘De nazaten van Vermeersch voeren vandaag de dag het hoogste woord. De luide sprekers met hun stellige oordelen gestut door argumenten die als legoblokken in elkaar klikken, winnen het pleit. Al wat onbenoembaar en ongrijpbaar is, wat niet meteen is te analyseren en te vangen in hun argumentaties, serveren ze af. Juist dat onbenoembare en ongrijpbare omcirkelt Peeters in tastend maar precies proza. Met zijn portret van een man en zijn nalatenschap, van zijn denkwereld en geesteshouding, van de werelden waarin hij vertoefde en de mensen waarmee hij zich omringde, roept hij een personage en een mentaliteit op die misschien niet van deze tijd zijn, maar die helend werken.’
Beeld: Koen Broucke, Zonsopgang in Waulsort, aquarel op Fabriano, 2021
https://tomasvanheste.eu/met-een-schaar-in-de-lucht-knippen/
11.12.2021
‘Un carrousel d’images pures’
Deze zomer reden we met de auto naar de Champagne. We hielden halt in Charleville-Mézières, dronken een koffie op één van de voorzichtig heropende terrassen op de Place Ducal en stapten een boekwinkel binnen. Natuurlijk was dit een schatkamer met heerlijk drukwerk over de Maas, streekgeschiedenis en Arthur Rimbaud…
Ik kocht er ‘Un été avec Rimbaud’ van Sylvain Tesson, een prachtige, heldere en suggestieve introductie tot de dichter. Dit was het startschot. Ik wilde nu meer lezen van Tesson en zeker het lang voor mij uitgeschoven boek ‘De sneeuwpanter’. Wat een duizelingwekkend avontuur! Vanop eenzame hoogten om en bij de 5000 meter, bij vrieskou van min dertig graden en tijdens dagenlange eentonige observaties kan de auteur scherper kijken naar de toestand van de wereld. In de eerste plaats is er boosheid, ongenadig en terecht, over het onherroepelijk opsouperen van de aarde en haar grondstoffen, maar gaandeweg opent zich een alternatief: een niet-instrumentele, liefdevolle en respectvolle, zeg maar herstellende blik, waarbij de natuurlijke wereld geobserveerd en aanvaard wordt zoals hij is.
‘Mais considérons parfois la poésie de Rimbaud comme un carrousel d’images pures, générant des visions suffisantes à elles-mêmes. (…)
Sans sous-textes et sans signification !’
‘Un été avec Rimbaud’, p. 75
Beeld: Koen Broucke, Sylvain Tesson, bister ‘brou de noix’ en rietpen op papier, 2021
‘Un carrousel d’images pures’
Deze zomer reden we met de auto naar de Champagne. We hielden halt in Charleville-Mézières, dronken een koffie op één van de voorzichtig heropende terrassen op de Place Ducal en stapten een boekwinkel binnen. Natuurlijk was dit een schatkamer met heerlijk drukwerk over de Maas, streekgeschiedenis en Arthur Rimbaud…
Ik kocht er ‘Un été avec Rimbaud’ van Sylvain Tesson, een prachtige, heldere en suggestieve introductie tot de dichter. Dit was het startschot. Ik wilde nu meer lezen van Tesson en zeker het lang voor mij uitgeschoven boek ‘De sneeuwpanter’. Wat een duizelingwekkend avontuur! Vanop eenzame hoogten om en bij de 5000 meter, bij vrieskou van min dertig graden en tijdens dagenlange eentonige observaties kan de auteur scherper kijken naar de toestand van de wereld. In de eerste plaats is er boosheid, ongenadig en terecht, over het onherroepelijk opsouperen van de aarde en haar grondstoffen, maar gaandeweg opent zich een alternatief: een niet-instrumentele, liefdevolle en respectvolle, zeg maar herstellende blik, waarbij de natuurlijke wereld geobserveerd en aanvaard wordt zoals hij is.
‘Mais considérons parfois la poésie de Rimbaud comme un carrousel d’images pures, générant des visions suffisantes à elles-mêmes. (…)
Sans sous-textes et sans signification !’
‘Un été avec Rimbaud’, p. 75
Beeld: Koen Broucke, Sylvain Tesson, bister ‘brou de noix’ en rietpen op papier, 2021
9.12.2021
Naar aanleiding van de heerlijke tentoonstelling ‘Helden in harnas’ in de Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience programmeerde ik dit najaar vier ‘Nottebohmlezingen’ rond hetzelfde thema. Zondag is het alweer de laatste lezing in de reeks en ga ik in gesprek met Ronald Grossey over ridders in stripverhalen. We verplaatsen ons van Gustave Doré, via ‘De Rode Ridder’ tot ‘De torens van Schemerwoude’ en borduren verder op thema’s aangedragen in vorige lezingen. Zoals een ‘shift’ in het ridderbeeld die volgens Kevin Absillis ergens in het midden van de negentiende eeuw te situeren is, zeg maar tussen Hendrik Conscience en Richard Wagner. En de relatie tussen woede en kennis in de eloquente vertelling van Jeroen Olyslaegers over Merlijn, een spanningsveld dat tot vandaag doorleeft.
Foto: Koen Broucke, Nottebohmlezing 'De ridderromantiek van Hendrik Conscience' door Kevin Absillis, 3 oktober 2021
Naar aanleiding van de heerlijke tentoonstelling ‘Helden in harnas’ in de Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience programmeerde ik dit najaar vier ‘Nottebohmlezingen’ rond hetzelfde thema. Zondag is het alweer de laatste lezing in de reeks en ga ik in gesprek met Ronald Grossey over ridders in stripverhalen. We verplaatsen ons van Gustave Doré, via ‘De Rode Ridder’ tot ‘De torens van Schemerwoude’ en borduren verder op thema’s aangedragen in vorige lezingen. Zoals een ‘shift’ in het ridderbeeld die volgens Kevin Absillis ergens in het midden van de negentiende eeuw te situeren is, zeg maar tussen Hendrik Conscience en Richard Wagner. En de relatie tussen woede en kennis in de eloquente vertelling van Jeroen Olyslaegers over Merlijn, een spanningsveld dat tot vandaag doorleeft.
Foto: Koen Broucke, Nottebohmlezing 'De ridderromantiek van Hendrik Conscience' door Kevin Absillis, 3 oktober 2021
7.12.2021
‘Het ultieme geschenkboek. Het kerstcadeau voor meerdere vrienden. Het perfecte winterboek. Een dagelijks troostboek…’ Ik heb het zelf niet bedacht. Het zijn enkele leesimpressies bij mijn boek ‘Het geheugen van sneeuw’. U kan meer quotes van lezers en recensenten nalezen op mijn website.
En u kan het boek bestellen via ons. Voor de feestdagen kunnen we een goedkopere verzending aanbieden via bpost. Wij kunnen uiteraard niet concurreren met de verzendingskosten van bedrijven als bol, maar u kan ons wel steunen in een fase waar opnieuw voorstellingen en performances zijn geannuleerd en uitgesteld.
Wij sturen u een boek op, na overschrijving van 28 euro + 6,50 euro * verzendingskosten op rekeningnummer BE 30 0011 8539 9311 met vermelding van uw adres.
Beeld: Koen Broucke, Villa des Roses, olie op geprepareerd papier, 2021
* 10 euro verzendingskosten met verzekering en tracking
‘Het ultieme geschenkboek. Het kerstcadeau voor meerdere vrienden. Het perfecte winterboek. Een dagelijks troostboek…’ Ik heb het zelf niet bedacht. Het zijn enkele leesimpressies bij mijn boek ‘Het geheugen van sneeuw’. U kan meer quotes van lezers en recensenten nalezen op mijn website.
En u kan het boek bestellen via ons. Voor de feestdagen kunnen we een goedkopere verzending aanbieden via bpost. Wij kunnen uiteraard niet concurreren met de verzendingskosten van bedrijven als bol, maar u kan ons wel steunen in een fase waar opnieuw voorstellingen en performances zijn geannuleerd en uitgesteld.
Wij sturen u een boek op, na overschrijving van 28 euro + 6,50 euro * verzendingskosten op rekeningnummer BE 30 0011 8539 9311 met vermelding van uw adres.
Beeld: Koen Broucke, Villa des Roses, olie op geprepareerd papier, 2021
* 10 euro verzendingskosten met verzekering en tracking
29.11.2021
Frederic De Meyer schreef volgende fijne recensie voor The Art Couch:
‘Het geheugen is bedrieglijk. Herinneringen vervagen, gaan met de tijd andere gedaanten aannemen. Om ze enigszins duurzaam vast te houden kan je een dagboek bijhouden of, indien je schilder bent, vluchtige sensaties proberen te vatten in een kunstwerk.
Koen Broucke deed beide, en capteerde dit proces in een merkwaardig boek, Het geheugen van sneeuw. De titel verraadt het ergens al: een geschreven of geschilderd dagboek houden staat niet garant voor een betrouwbare bron aan exacte herinneringen. “Op een bepaald moment verdwijnen zelfs de herinneringen aan de herinneringen”, schrijft hij.
Dat hoeft ook niet, tenminste niet voor de mensen aan wie hij zijn jarenlang bijeengesprokkelde gedachten en mijmeringen via het boek toevertrouwt. Standvastig zijn deze niet. Ze schipperen tussen concrete, voor de lezer betekenisloze gebeurtenissen, en dieper gemijmer over zaken die de mens overstijgen, met als enige rode draad, heel misschien, zijn werken die deze gedachten zo niet illustreren, dan toch met een lichte intensiteit komen vergezellen.
Koen nodigt je gul uit in zijn gedachtewereld, in zijn mentale thuis waar hij je als uitgekozen gastheer alle kamers laat zien, waarvan hij alle verborgen doorgangen en geheime schuilplaatsen onthult. Je kan ervoor kiezen om eventjes in eenzelfde kamer te vertoeven, om hem Brahms op piano te horen spelen of samen met hem naar een nieuw aangekochte plaat van Liszt te luisteren, om mee te mijmeren over oorlogen en slagvelden, verbaast te staan om bepaalde aspecten in het oeuvre van Permeke of Ensor, op stap te gaan met zijn makkers op de laatste tocht van Paul Van Ostaijen, of hem vergezellen op zijn wandelingen rond zijn thuishaven Waulsort bij de Maas.
Het intellectuele repertoire en de culturele bagage van Koen Broucke lijken grenzeloos en oeverloos. Richtingloos ook, maar daar schuilt juist de schoonheid in. Net als in het leven is er geen bestemming. Het leven zelf is misschien niets anders dan een opeenstapeling van intiem gekoesterde, maar vluchtige herinneringen… Het boek van Koen Broucke is hier alleszins een mooie, en blijvende getuigenis van.’
Beeld: Koen Broucke, Oostende, zonsondergang, richting Middelkerke, olie op doek, 2021
https://www.theartcouch.be/boeken/koen-broucke-kunstboek/
Frederic De Meyer schreef volgende fijne recensie voor The Art Couch:
‘Het geheugen is bedrieglijk. Herinneringen vervagen, gaan met de tijd andere gedaanten aannemen. Om ze enigszins duurzaam vast te houden kan je een dagboek bijhouden of, indien je schilder bent, vluchtige sensaties proberen te vatten in een kunstwerk.
Koen Broucke deed beide, en capteerde dit proces in een merkwaardig boek, Het geheugen van sneeuw. De titel verraadt het ergens al: een geschreven of geschilderd dagboek houden staat niet garant voor een betrouwbare bron aan exacte herinneringen. “Op een bepaald moment verdwijnen zelfs de herinneringen aan de herinneringen”, schrijft hij.
Dat hoeft ook niet, tenminste niet voor de mensen aan wie hij zijn jarenlang bijeengesprokkelde gedachten en mijmeringen via het boek toevertrouwt. Standvastig zijn deze niet. Ze schipperen tussen concrete, voor de lezer betekenisloze gebeurtenissen, en dieper gemijmer over zaken die de mens overstijgen, met als enige rode draad, heel misschien, zijn werken die deze gedachten zo niet illustreren, dan toch met een lichte intensiteit komen vergezellen.
Koen nodigt je gul uit in zijn gedachtewereld, in zijn mentale thuis waar hij je als uitgekozen gastheer alle kamers laat zien, waarvan hij alle verborgen doorgangen en geheime schuilplaatsen onthult. Je kan ervoor kiezen om eventjes in eenzelfde kamer te vertoeven, om hem Brahms op piano te horen spelen of samen met hem naar een nieuw aangekochte plaat van Liszt te luisteren, om mee te mijmeren over oorlogen en slagvelden, verbaast te staan om bepaalde aspecten in het oeuvre van Permeke of Ensor, op stap te gaan met zijn makkers op de laatste tocht van Paul Van Ostaijen, of hem vergezellen op zijn wandelingen rond zijn thuishaven Waulsort bij de Maas.
Het intellectuele repertoire en de culturele bagage van Koen Broucke lijken grenzeloos en oeverloos. Richtingloos ook, maar daar schuilt juist de schoonheid in. Net als in het leven is er geen bestemming. Het leven zelf is misschien niets anders dan een opeenstapeling van intiem gekoesterde, maar vluchtige herinneringen… Het boek van Koen Broucke is hier alleszins een mooie, en blijvende getuigenis van.’
Beeld: Koen Broucke, Oostende, zonsondergang, richting Middelkerke, olie op doek, 2021
https://www.theartcouch.be/boeken/koen-broucke-kunstboek/
27.11.2021
Wenen
Om en bij de 75 000 stappen hebben we enkele weken geleden gezet in de stad Wenen. Omgerekend ongeveer 55 kilometer in de voetsporen van onze geliefde componisten, auteurs en kunstenaars. We hebben, voorbij Schönbrunn, de lange Hietzinger Hauptstrasse afgewandeld tot aan de Feldmühlgasse waar Gustav Klimt zijn laatste atelier betrok. Na zijn dood werd het tuinhuis als eerbetoon door de familie Klein ingekapseld in een nieuwe villa. In 1939 vluchtten ze voor de nationaalsocialisten en werd de villa ingenomen en de inboedel mismeesterd. We wandelden nog verder - op het einde van de straat kwam de winterse flank van de Hagenberg (412 meter) in zicht - tot het nummer 114 waar Egon Schiele vanaf 1912 heeft gewerkt en op 31 oktober van het laatste oorlogsjaar is bezweken aan de Spaanse griep.
Ondertussen hebben we de grote musea bezocht. Systematisch, kort na openingsuur, om een half uurtje zo goed als alleen te kunnen doorbrengen bij de Bruegels in het Kunsthistorisches Museum, de iconische Klimts en Schieles in het Oberes Belvedère en het Leopold Museum… Het is alsof de schilders nu niet alleen in onze hoofden en harten, maar ook in onze voeten en ledematen aanwezig zijn. We maakten een omweg langs het Heeresgeschichtliches Museum (het legermuseum) waar het duidelijk werd dat heel die Weense pracht en praal een duistere militaire onderbouw heeft.
We droegen de verplichte FPP2 maskers, strakker en beklemmender dan de chirurgische maskers en waarin je oren tot flaporen worden gesnoerd. Stapsgewijs werden beperkingen opgelegd aan het niet gevaccineerde deel van de bevolking. Na ons vertrek werd de vaccinatie algemeen verplicht en tenslotte overgegaan tot een volledige lockdown… Terwijl het virus terug in opmars is en de wereld verder polariseert, beseffen we hoe langer hoe meer dat we alle grond missen om nog oordelen te vellen of ongenuanceerde standpunten in te nemen. Het artistiek onderzoek, de artistieke zwerftochten en inzichten lijken ons een alternatief.
Beeld: Koen Broucke, Zelfportret in de Villa Klimt met FPP2 Masker, kleurpotlood op papier, 2021
Wenen
Om en bij de 75 000 stappen hebben we enkele weken geleden gezet in de stad Wenen. Omgerekend ongeveer 55 kilometer in de voetsporen van onze geliefde componisten, auteurs en kunstenaars. We hebben, voorbij Schönbrunn, de lange Hietzinger Hauptstrasse afgewandeld tot aan de Feldmühlgasse waar Gustav Klimt zijn laatste atelier betrok. Na zijn dood werd het tuinhuis als eerbetoon door de familie Klein ingekapseld in een nieuwe villa. In 1939 vluchtten ze voor de nationaalsocialisten en werd de villa ingenomen en de inboedel mismeesterd. We wandelden nog verder - op het einde van de straat kwam de winterse flank van de Hagenberg (412 meter) in zicht - tot het nummer 114 waar Egon Schiele vanaf 1912 heeft gewerkt en op 31 oktober van het laatste oorlogsjaar is bezweken aan de Spaanse griep.
Ondertussen hebben we de grote musea bezocht. Systematisch, kort na openingsuur, om een half uurtje zo goed als alleen te kunnen doorbrengen bij de Bruegels in het Kunsthistorisches Museum, de iconische Klimts en Schieles in het Oberes Belvedère en het Leopold Museum… Het is alsof de schilders nu niet alleen in onze hoofden en harten, maar ook in onze voeten en ledematen aanwezig zijn. We maakten een omweg langs het Heeresgeschichtliches Museum (het legermuseum) waar het duidelijk werd dat heel die Weense pracht en praal een duistere militaire onderbouw heeft.
We droegen de verplichte FPP2 maskers, strakker en beklemmender dan de chirurgische maskers en waarin je oren tot flaporen worden gesnoerd. Stapsgewijs werden beperkingen opgelegd aan het niet gevaccineerde deel van de bevolking. Na ons vertrek werd de vaccinatie algemeen verplicht en tenslotte overgegaan tot een volledige lockdown… Terwijl het virus terug in opmars is en de wereld verder polariseert, beseffen we hoe langer hoe meer dat we alle grond missen om nog oordelen te vellen of ongenuanceerde standpunten in te nemen. Het artistiek onderzoek, de artistieke zwerftochten en inzichten lijken ons een alternatief.
Beeld: Koen Broucke, Zelfportret in de Villa Klimt met FPP2 Masker, kleurpotlood op papier, 2021
23.11.2021
‘Gent, 20 november 2021. Op zaterdagnamiddag jl. waren wij in het S.M.A.K. aanwezig bij de rondleiding in het project The Library van Koen Broucke. Als ex-bibliothecaris ben ik nog altijd geïnteresseerd in de magie van bibliotheken, boekenkasten, ordeningssystemen enz. En kunstenaars hebben altijd wel een invalshoek die inspireert. Dat was deze keer niet anders. Bij het project hoort een prachtig boek. Maar behalve dat boek over The Library verscheen er ook nog eens een geschilderd dagboek - Het geheugen van sneeuw - waarin Broucke zijn werk heeft verzameld dat hij realiseerde in de periode 2013- april 2021. Het project The Library is nog te bezichtigen tot eind januari 2022.’
Jan Van Herreweghe (met dank voor deze fijne getuigenis en het boeiend gesprek achteraf!)
Foto: Sigrid Geldhof
‘Gent, 20 november 2021. Op zaterdagnamiddag jl. waren wij in het S.M.A.K. aanwezig bij de rondleiding in het project The Library van Koen Broucke. Als ex-bibliothecaris ben ik nog altijd geïnteresseerd in de magie van bibliotheken, boekenkasten, ordeningssystemen enz. En kunstenaars hebben altijd wel een invalshoek die inspireert. Dat was deze keer niet anders. Bij het project hoort een prachtig boek. Maar behalve dat boek over The Library verscheen er ook nog eens een geschilderd dagboek - Het geheugen van sneeuw - waarin Broucke zijn werk heeft verzameld dat hij realiseerde in de periode 2013- april 2021. Het project The Library is nog te bezichtigen tot eind januari 2022.’
Jan Van Herreweghe (met dank voor deze fijne getuigenis en het boeiend gesprek achteraf!)
Foto: Sigrid Geldhof
20.11.2021
‘Het zijn wonderlijke, aftastende vignetten in woord en beeld waarin bovendien muziek doorklinkt, want de beeldend kunstenaar is ook pianist. En wandelaar. “Om te schrijven moet ik kunnen tekenen. En om te kunnen tekenen moet ik wandelen.”’
Naar aanleiding van mijn boek ‘Het geheugen van sneeuw‘ maakte Kristien Bonneure voor Tertio een precieuze beschouwing over het dagboek.
Beeld: Koen Broucke, Sneeuw (Waulsort, Cascatelles), olie op canvasboard, 2021
‘Het zijn wonderlijke, aftastende vignetten in woord en beeld waarin bovendien muziek doorklinkt, want de beeldend kunstenaar is ook pianist. En wandelaar. “Om te schrijven moet ik kunnen tekenen. En om te kunnen tekenen moet ik wandelen.”’
Naar aanleiding van mijn boek ‘Het geheugen van sneeuw‘ maakte Kristien Bonneure voor Tertio een precieuze beschouwing over het dagboek.
Beeld: Koen Broucke, Sneeuw (Waulsort, Cascatelles), olie op canvasboard, 2021
19.11.2021
‘Je leert meer door een eierdopje te tekenen dan door je smartphone te scrollen.’
Naar aanleiding van mijn boek ‘Het geheugen van sneeuw‘ had ik een fijn gesprek met Sofie Neven voor VUB Today. Via onderstaande link kan u het interview in extenso lezen.
Met dank aan Caroline Pauwels
Foto: Sigrid Geldhof
https://today.vub.be/nl/artikel/vub-alumnus-koen-broucke-inspireert-je-leert-meer-door-een-eierdopje-te-tekenen-dan-door-je
‘Je leert meer door een eierdopje te tekenen dan door je smartphone te scrollen.’
Naar aanleiding van mijn boek ‘Het geheugen van sneeuw‘ had ik een fijn gesprek met Sofie Neven voor VUB Today. Via onderstaande link kan u het interview in extenso lezen.
Met dank aan Caroline Pauwels
Foto: Sigrid Geldhof
https://today.vub.be/nl/artikel/vub-alumnus-koen-broucke-inspireert-je-leert-meer-door-een-eierdopje-te-tekenen-dan-door-je
4.11.2021
Koen Fillet bezocht ‘The Library’ in het S.M.A.K. Eergisteren maakte ik met hem de ronde van de verschillende bibliotheken die nog thuis zijn. Het gesprek werd gisteren uitgezonden vanop de boekenbeurs en is te herbeluisteren via: https://radio1.be/luister/select/radio-1-boekenfeest/koen-broucke-mijn-piano-is-eigenlijk-een-heel-dure-leestafel
Koen Fillet bezocht ‘The Library’ in het S.M.A.K. Eergisteren maakte ik met hem de ronde van de verschillende bibliotheken die nog thuis zijn. Het gesprek werd gisteren uitgezonden vanop de boekenbeurs en is te herbeluisteren via: https://radio1.be/luister/select/radio-1-boekenfeest/koen-broucke-mijn-piano-is-eigenlijk-een-heel-dure-leestafel
3.11.2021
‘Kijken is denken. Denken is kijken.’
Dit is een leesimpressie van de Nederlandse schrijver en filmmaker Peter Delpeut. Hij promoveerde mijn boek ‘Het geheugen van sneeuw’ tot één van zijn keukentafelboeken. Dit zijn de boeken die hij elke ochtend aan de ontbijttafel leest en savoureert:
‘Keukentafelboek (3) Het geheugen van sneeuw van Koen Broucke helpt me momenteel de dag in. Het keukentafelboek is een precair genre. Het moet me zin in de dag geven (geen sinecure) en inspireren zelf aan de slag te gaan. De dagboekaantekeningen van Koen (ja, ik ken hem) zijn observaties zonder al te veel context. Ze roepen historische sensaties op, flarden pianomuziek (Liszt, Schubert), en doen je geloven dat intellectuele uitdagingen alleen oplosbaar zijn door er een fikse wandeling aan te besteden. De tekeningen, aquarellen en schilderijen (subliem gefotografeerd) zijn evengoed gedachten. Zijn hand stuurt potlood of penseel naar een mentaal beeld. Kijken is denken. Denken is kijken. Elke ochtend moet ik mezelf ertoe dwingen niet verder te bladeren. Bewaar het voor morgen, vermaan ik mezelf, eentje is genoeg om een dag op te teren. Precies de kwaliteit van een keukentafelboek: proeven, niet dooreten.’
Beeld: Koen Broucke, Pinus pinea, aquarel op Fabriano, 2018
‘Kijken is denken. Denken is kijken.’
Dit is een leesimpressie van de Nederlandse schrijver en filmmaker Peter Delpeut. Hij promoveerde mijn boek ‘Het geheugen van sneeuw’ tot één van zijn keukentafelboeken. Dit zijn de boeken die hij elke ochtend aan de ontbijttafel leest en savoureert:
‘Keukentafelboek (3) Het geheugen van sneeuw van Koen Broucke helpt me momenteel de dag in. Het keukentafelboek is een precair genre. Het moet me zin in de dag geven (geen sinecure) en inspireren zelf aan de slag te gaan. De dagboekaantekeningen van Koen (ja, ik ken hem) zijn observaties zonder al te veel context. Ze roepen historische sensaties op, flarden pianomuziek (Liszt, Schubert), en doen je geloven dat intellectuele uitdagingen alleen oplosbaar zijn door er een fikse wandeling aan te besteden. De tekeningen, aquarellen en schilderijen (subliem gefotografeerd) zijn evengoed gedachten. Zijn hand stuurt potlood of penseel naar een mentaal beeld. Kijken is denken. Denken is kijken. Elke ochtend moet ik mezelf ertoe dwingen niet verder te bladeren. Bewaar het voor morgen, vermaan ik mezelf, eentje is genoeg om een dag op te teren. Precies de kwaliteit van een keukentafelboek: proeven, niet dooreten.’
Beeld: Koen Broucke, Pinus pinea, aquarel op Fabriano, 2018
23.10.2021
Geschilderd dagboek: dit zijn de boeiendste boeken van het moment
‘Duivelsartiest’ Koen Broucke, zowel beeldend kunstenaar, schilder, schrijver, concertpianist als historicus, houdt sinds 2013 een geschilderd dagboek bij. In het intimistische Het geheugen van sneeuw staat een ruimhartige keuze uit deze notities, beelden en tekeningen, vaak een uitvloeisel van wandelingen. ‘Vluchtroutes’ wanneer de actualiteit ruw binnenbreekt.
Bron: De Morgen, 22 oktober 2021
Beeld: Koen Broucke, Waulsort (Belvédère), olie op doek, 2021
https://www.demorgen.be/tv-cultuur/geschilderd-dagboek-dit-zijn-de-boeiendste-boeken-van-het-moment~bb5b62ca/
Geschilderd dagboek: dit zijn de boeiendste boeken van het moment
‘Duivelsartiest’ Koen Broucke, zowel beeldend kunstenaar, schilder, schrijver, concertpianist als historicus, houdt sinds 2013 een geschilderd dagboek bij. In het intimistische Het geheugen van sneeuw staat een ruimhartige keuze uit deze notities, beelden en tekeningen, vaak een uitvloeisel van wandelingen. ‘Vluchtroutes’ wanneer de actualiteit ruw binnenbreekt.
Bron: De Morgen, 22 oktober 2021
Beeld: Koen Broucke, Waulsort (Belvédère), olie op doek, 2021
https://www.demorgen.be/tv-cultuur/geschilderd-dagboek-dit-zijn-de-boeiendste-boeken-van-het-moment~bb5b62ca/
19.10.2021
Dit is geen recensie van ‘Het geheugen van sneeuw’, maar een leesimpressie in de vorm van een gedicht van mijn goede vriend Karel Vingerhoets. Te mooi om alleen in mijn geheugen en dat van mijn laptop opgeborgen te blijven:
Op het hoor menu staat vandaag
piano met ransuil
terwijl het geheugen sneeuwt
en wij van de ene bladverbazing
naar de andere gevoerd worden
door de man
met de penseel pen roeispanen.
Heen en weer
van het noorden van de zee
naar het zuiden van de maas
kijken wij tussen de blind gekleurde vlekken
onze analfabete ogen uit.
Tussen al dat tekenen en tonen
zwijgen wij kwasten
achter wandelende kwasten aan.
Tot het boek dicht ligt
gesneeuwd
en wij ook
verwonderd in één met alles.
Karel Vingerhoets
Beeld: Koen Broucke, Winter in Oostende, olie op doek, 2021
Dit is geen recensie van ‘Het geheugen van sneeuw’, maar een leesimpressie in de vorm van een gedicht van mijn goede vriend Karel Vingerhoets. Te mooi om alleen in mijn geheugen en dat van mijn laptop opgeborgen te blijven:
Op het hoor menu staat vandaag
piano met ransuil
terwijl het geheugen sneeuwt
en wij van de ene bladverbazing
naar de andere gevoerd worden
door de man
met de penseel pen roeispanen.
Heen en weer
van het noorden van de zee
naar het zuiden van de maas
kijken wij tussen de blind gekleurde vlekken
onze analfabete ogen uit.
Tussen al dat tekenen en tonen
zwijgen wij kwasten
achter wandelende kwasten aan.
Tot het boek dicht ligt
gesneeuwd
en wij ook
verwonderd in één met alles.
Karel Vingerhoets
Beeld: Koen Broucke, Winter in Oostende, olie op doek, 2021
17.10.2021
De boeken ‘Het geheugen van sneeuw. Geschilderd dagboek, 2013-2021’ en ‘The Library’ zijn nu te koop in de bookshop van het S.M.A.K. Beide boeken worden ook aangeboden in een foedraal met een originele sneeuwtekening (aquarel of bister, 19,5x24cm) voor 550 euro. De keuze van deze tekeningen vindt u op mijn website.
‘Het geheugen van sneeuw’ is verder te koop in de betere boekhandels, zoals Copyright en mijn favoriete Oostendse boekhandels De witte zee en Corman… of via de website:
http://www.koenbroucke.com/het-geheugen-van-sneeuw--foedraal.html
(De voorintekenaars zullen vanaf heden individueel gecontacteerd worden.)
De boeken ‘Het geheugen van sneeuw. Geschilderd dagboek, 2013-2021’ en ‘The Library’ zijn nu te koop in de bookshop van het S.M.A.K. Beide boeken worden ook aangeboden in een foedraal met een originele sneeuwtekening (aquarel of bister, 19,5x24cm) voor 550 euro. De keuze van deze tekeningen vindt u op mijn website.
‘Het geheugen van sneeuw’ is verder te koop in de betere boekhandels, zoals Copyright en mijn favoriete Oostendse boekhandels De witte zee en Corman… of via de website:
http://www.koenbroucke.com/het-geheugen-van-sneeuw--foedraal.html
(De voorintekenaars zullen vanaf heden individueel gecontacteerd worden.)
16.10.2021
Ik sta oog in oog met de meer dan levensgrote naakten in scherp zwart wit van glamour-fotograaf Marc Lagrange. Ze worden tentoongesteld in Fort Napoleon in het kader van de Fotobiënnale van Oostende. Hoogtepunten zijn wat mij betreft aan aantal vrouwelijke fotografen zoals Chrystel Mukeba, Kaat Pype en Carmen De Vos… Sigrid staat naast mij. Ik vraag haar wat die foto’s met haar doen. Zij zegt dat het poorten zijn tot een droomwereld. Ik word erdoor tot rust gebracht. Heeft het te maken met de schaal, de ambachtelijkheid? De ritmische presentatie in het bakstenen fort? Ik zeg haar: ‘In dit fort speelde ik als kind. Het lag toen nog verscholen in de verlaten duinen. Exact op deze plaats. Vreemd, ik weet nog dat het hier was, maar kan het me eigenlijk niet concreet herinneren. Wat deed ik hier precies? Tekende ik iets op de oude muren? Allicht ging ik helemaal op in één of ander wild ridderspel… (stilte) Neen, er is toch een herinnering. Met dezelfde groep vrienden speelden we in diezelfde periode in de buurt van een desolate boerderij. We ontdekten een sissende kat in een klem. Haar poot ontveld door de pogingen om zich los te rukken. De oudste onder ons opende de klem. Het dier sprong meteen tot onze ooghoogte, deed een verwoede aanvalspoging op haar bevrijder en verdween vervolgens in het struikgewas.’
Beeld: Koen Broucke, Oosteroever (Oostende), aquarel op Fabriano, 2021
Ik sta oog in oog met de meer dan levensgrote naakten in scherp zwart wit van glamour-fotograaf Marc Lagrange. Ze worden tentoongesteld in Fort Napoleon in het kader van de Fotobiënnale van Oostende. Hoogtepunten zijn wat mij betreft aan aantal vrouwelijke fotografen zoals Chrystel Mukeba, Kaat Pype en Carmen De Vos… Sigrid staat naast mij. Ik vraag haar wat die foto’s met haar doen. Zij zegt dat het poorten zijn tot een droomwereld. Ik word erdoor tot rust gebracht. Heeft het te maken met de schaal, de ambachtelijkheid? De ritmische presentatie in het bakstenen fort? Ik zeg haar: ‘In dit fort speelde ik als kind. Het lag toen nog verscholen in de verlaten duinen. Exact op deze plaats. Vreemd, ik weet nog dat het hier was, maar kan het me eigenlijk niet concreet herinneren. Wat deed ik hier precies? Tekende ik iets op de oude muren? Allicht ging ik helemaal op in één of ander wild ridderspel… (stilte) Neen, er is toch een herinnering. Met dezelfde groep vrienden speelden we in diezelfde periode in de buurt van een desolate boerderij. We ontdekten een sissende kat in een klem. Haar poot ontveld door de pogingen om zich los te rukken. De oudste onder ons opende de klem. Het dier sprong meteen tot onze ooghoogte, deed een verwoede aanvalspoging op haar bevrijder en verdween vervolgens in het struikgewas.’
Beeld: Koen Broucke, Oosteroever (Oostende), aquarel op Fabriano, 2021
11.10.2021
Muziek voor een mosselpot: soundcheck ‘Voyage autour/au bout du cabinet Broodthaers’ in het S.M.A.K., Gent op donderdag 7 oktober 2021 (foto: Sigrid Geldhof)
Meer foto's op: https://www.linkedin.com/posts/koen-broucke-0115556_dit-was-de-performance-voyage-autourau-activity-6853175844559458304-g4jx
Muziek voor een mosselpot: soundcheck ‘Voyage autour/au bout du cabinet Broodthaers’ in het S.M.A.K., Gent op donderdag 7 oktober 2021 (foto: Sigrid Geldhof)
Meer foto's op: https://www.linkedin.com/posts/koen-broucke-0115556_dit-was-de-performance-voyage-autourau-activity-6853175844559458304-g4jx
9.10.2021
Naar aanleiding van het interview in Knack door Lander Deweer maakte de onnavolgbare Carmen De Vos een reeks foto’s. Hierbij een selectie. Het was een goed moment voor haar lens, gerustgesteld door de ongedwongen babbels tussendoor, een zelfgebouwde lichtbak en verlengsnoer dat ons overal door het huis volgde. Het zijn de ultieme triggers om u warm te maken voor de installatie ‘The Library’, nog in het S.M.A.K tot eind januari 2022 en het boek ‘Het Geheugen van sneeuw’ (Artha Books).
https://www.linkedin.com/posts/koen-broucke-0115556_naar-aanleiding-van-het-interview-in-knack-activity-6852509135984984065-KPZM
Naar aanleiding van het interview in Knack door Lander Deweer maakte de onnavolgbare Carmen De Vos een reeks foto’s. Hierbij een selectie. Het was een goed moment voor haar lens, gerustgesteld door de ongedwongen babbels tussendoor, een zelfgebouwde lichtbak en verlengsnoer dat ons overal door het huis volgde. Het zijn de ultieme triggers om u warm te maken voor de installatie ‘The Library’, nog in het S.M.A.K tot eind januari 2022 en het boek ‘Het Geheugen van sneeuw’ (Artha Books).
https://www.linkedin.com/posts/koen-broucke-0115556_naar-aanleiding-van-het-interview-in-knack-activity-6852509135984984065-KPZM
7.10.2021
Gisteren in Knack, vandaag in het S.M.A.K. (interview: Lander Deweer, foto: Carmen De Vos)
Gisteren in Knack, vandaag in het S.M.A.K. (interview: Lander Deweer, foto: Carmen De Vos)
2.10.2021
Dit is de opbouw van ‘The Library’ in het S.M.A.K. Het is een reconstructie van de bibliotheek in mijn voormalig atelier in Boechout en toont als het ware de tussenruimte tussen mijn artistieke bronnen en creaties. De opening vindt plaats op donderdag 7 oktober vanaf 18u. Verder op het programma: de performance Voyage autour/au bout du cabinet Broodthaers om 19u en 19u30, de boekvoorstelling van Het geheugen van sneeuw, Geschilderd dagboek 2013-2021’(Artha Books) en The Library (S.M.A.K.) met Philippe Van Cauteren en Pascal Verbeken om 20u en een solo-optreden van Vitja Pauwels om 21u.
Met heel veel dank aan Frances, Erna, Paula, Jana, Eleonor, Laura, Leen, Benoit, Christoph, Rebecca, Claudia, Manon, Jeroen, Deborah, Thibaut, Eline, Thomas, Hans, Liesje, Iris en Philippe.
https://smak.be/nl/agenda/performance-koen-broucke-voyage-autour-au-bout-du-cabinet-broodthaers
Dit is de opbouw van ‘The Library’ in het S.M.A.K. Het is een reconstructie van de bibliotheek in mijn voormalig atelier in Boechout en toont als het ware de tussenruimte tussen mijn artistieke bronnen en creaties. De opening vindt plaats op donderdag 7 oktober vanaf 18u. Verder op het programma: de performance Voyage autour/au bout du cabinet Broodthaers om 19u en 19u30, de boekvoorstelling van Het geheugen van sneeuw, Geschilderd dagboek 2013-2021’(Artha Books) en The Library (S.M.A.K.) met Philippe Van Cauteren en Pascal Verbeken om 20u en een solo-optreden van Vitja Pauwels om 21u.
Met heel veel dank aan Frances, Erna, Paula, Jana, Eleonor, Laura, Leen, Benoit, Christoph, Rebecca, Claudia, Manon, Jeroen, Deborah, Thibaut, Eline, Thomas, Hans, Liesje, Iris en Philippe.
https://smak.be/nl/agenda/performance-koen-broucke-voyage-autour-au-bout-du-cabinet-broodthaers
25.9.2021
Naar aanleiding van mijn installatie The Library in het S.M.A.K. in Gent breng ik op donderdag 7 oktober 2021 om 19u de performance Voyage autour/au bout du cabinet Broodthaers.
Aansluitend is er de boekpresentatie van Het geheugen van sneeuw, Geschilderd dagboek 2013-2021 (Artha books) en The Library (S.M.A.K.) met een inleiding door Philippe Van Cauteren gevolgd door een gesprek tussen Pascal Verbeken en mijzelf.
'In de performance Voyage autour/au bout du cabinet Broodthaers onderzoekt kunstenaar en historicus Koen Broucke het verband tussen landschap, tekenen en pianospelen, één van de hoofdlijnen uit zijn doctoraat in de kunsten ‘Onder de roze duisternis van het slagveld, Een artistieke zoektocht naar de atmosferische lagen van de geschiedenis’ (2019). Het landschap dwingt hem tot tekenen om het zintuiglijk te ondergaan en te begrijpen. In de pianoliteratuur ervaart hij opnieuw landschappen. De wijsheid van de handen is nodig om deze ‘landschappen’ tot muziek of tot leven te brengen. Zo ontstaat een toenadering tussen de handbewegingen tijden het tekenen en het pianospelen.
Met muziek van Dmitri Sjostakovitsj, George Ivanovich Gurdjieff/Thomas de Hartmann, Erik Satie, John Cage, Gabriel Fauré en Robert Schumann.'
https://smak.be/nl/agenda/nocturne2021
Naar aanleiding van mijn installatie The Library in het S.M.A.K. in Gent breng ik op donderdag 7 oktober 2021 om 19u de performance Voyage autour/au bout du cabinet Broodthaers.
Aansluitend is er de boekpresentatie van Het geheugen van sneeuw, Geschilderd dagboek 2013-2021 (Artha books) en The Library (S.M.A.K.) met een inleiding door Philippe Van Cauteren gevolgd door een gesprek tussen Pascal Verbeken en mijzelf.
'In de performance Voyage autour/au bout du cabinet Broodthaers onderzoekt kunstenaar en historicus Koen Broucke het verband tussen landschap, tekenen en pianospelen, één van de hoofdlijnen uit zijn doctoraat in de kunsten ‘Onder de roze duisternis van het slagveld, Een artistieke zoektocht naar de atmosferische lagen van de geschiedenis’ (2019). Het landschap dwingt hem tot tekenen om het zintuiglijk te ondergaan en te begrijpen. In de pianoliteratuur ervaart hij opnieuw landschappen. De wijsheid van de handen is nodig om deze ‘landschappen’ tot muziek of tot leven te brengen. Zo ontstaat een toenadering tussen de handbewegingen tijden het tekenen en het pianospelen.
Met muziek van Dmitri Sjostakovitsj, George Ivanovich Gurdjieff/Thomas de Hartmann, Erik Satie, John Cage, Gabriel Fauré en Robert Schumann.'
https://smak.be/nl/agenda/nocturne2021
12.9.2021
‘Het geheugen van sneeuw. Geschilderd dagboek 2013-2021’ aan zee. De voorintekening voor het boek loopt nog een weekje door. Vervolgens zullen de eerste exemplaren opgestuurd worden. De boekvoorstelling is gepland op donderdag 7 oktober in het S.M.A.K.
http://www.koenbroucke.com/het-geheugen-van-sneeuw.html
‘Het geheugen van sneeuw. Geschilderd dagboek 2013-2021’ aan zee. De voorintekening voor het boek loopt nog een weekje door. Vervolgens zullen de eerste exemplaren opgestuurd worden. De boekvoorstelling is gepland op donderdag 7 oktober in het S.M.A.K.
http://www.koenbroucke.com/het-geheugen-van-sneeuw.html
8.9.2021
‘Heer, geef ons vrede en verf!’ aldus Felix Timmermans in zijn onovertroffen ‘Adriaan Brouwer’. Terwijl ik de prenten maak bij een nieuwe uitgave van ‘Boerenpsalm’, verdwaal ik maar al te graag in de andere boeken van de Lierse verteller. Wanneer de schilder Brouwer vanuit Antwerpen te voet naar Oudenaarde trekt, lijkt hij een boeddhist te zijn geworden. ‘De kracht van het nu’ van Eckhart Tolle samengevat door de Fé in 1944: ‘Ik stapte door de landschappen zalig lijk een heilige. Zonder verleden, zonder toekomst, door niets gebonden, vrij en eenzaam en zonder haast. Elk ogenblik was een schone eeuwigheid. Dat is leven! Ik hing lijk een pluim op den zachten zomerwind. Ik bleef zitten waar ik gaarne zat en staan waar ik wou. Het was het echte slenteren, het weelderig dolen, met omwegen en binnendoor. Dan kunt ge genieten.’
Beeld: Koen Broucke, Blauwe marine, olie op geprepareerd papier, 2021
‘Heer, geef ons vrede en verf!’ aldus Felix Timmermans in zijn onovertroffen ‘Adriaan Brouwer’. Terwijl ik de prenten maak bij een nieuwe uitgave van ‘Boerenpsalm’, verdwaal ik maar al te graag in de andere boeken van de Lierse verteller. Wanneer de schilder Brouwer vanuit Antwerpen te voet naar Oudenaarde trekt, lijkt hij een boeddhist te zijn geworden. ‘De kracht van het nu’ van Eckhart Tolle samengevat door de Fé in 1944: ‘Ik stapte door de landschappen zalig lijk een heilige. Zonder verleden, zonder toekomst, door niets gebonden, vrij en eenzaam en zonder haast. Elk ogenblik was een schone eeuwigheid. Dat is leven! Ik hing lijk een pluim op den zachten zomerwind. Ik bleef zitten waar ik gaarne zat en staan waar ik wou. Het was het echte slenteren, het weelderig dolen, met omwegen en binnendoor. Dan kunt ge genieten.’
Beeld: Koen Broucke, Blauwe marine, olie op geprepareerd papier, 2021
4.9.2021
Wat een avontuur om te kunnen meekijken door de ogen van Helen Macdonald, Brits schrijfster, natuuronderzoekster en historica! Dit kan via de lectuur van het wonderlijk boek 'Schemervluchten‘ (‘Vesper Flights’). Ik las eerder ‘H is van Havik’, waarin ze, als rouwproces bij het overlijden van haar vader, zich voor de onmogelijke taak stelt om een havik af te richten. Haar stukken over aangereden herten en de vlucht van de gierzwaluwen, waarnaar de titel van het boek ‘Schemervluchten’ verwijst, zijn adembenemend. Uit haar observaties van het dierengedrag trekt ze lessen over zichzelf: ‘Door mijn overpeinzingen over gierzwaluwen ben ik beter gaan nadenken over de manier waarop ik met tegenslagen omga. Als kind troostte ik me met de gedachte aan die almaar hogere luchtlagen; later zocht ik dekking in de gefluisterde opnamen van fictie. We hebben allemaal onze afweermechanismen… Ons leven houdt ons overeind, evenals onze interesses en alle zelfgekozen manieren om ons te troosten. Maar we hebben meer nodig dan dat, want anders kunnen we niet bepalen welke kant we op moeten.’ (p 180-181) Een boek om in de buurt te houden en vaak te herlezen!
Beeld: Koen Broucke, Schemer in mei (Waulsort), olie op doek, 2021
Wat een avontuur om te kunnen meekijken door de ogen van Helen Macdonald, Brits schrijfster, natuuronderzoekster en historica! Dit kan via de lectuur van het wonderlijk boek 'Schemervluchten‘ (‘Vesper Flights’). Ik las eerder ‘H is van Havik’, waarin ze, als rouwproces bij het overlijden van haar vader, zich voor de onmogelijke taak stelt om een havik af te richten. Haar stukken over aangereden herten en de vlucht van de gierzwaluwen, waarnaar de titel van het boek ‘Schemervluchten’ verwijst, zijn adembenemend. Uit haar observaties van het dierengedrag trekt ze lessen over zichzelf: ‘Door mijn overpeinzingen over gierzwaluwen ben ik beter gaan nadenken over de manier waarop ik met tegenslagen omga. Als kind troostte ik me met de gedachte aan die almaar hogere luchtlagen; later zocht ik dekking in de gefluisterde opnamen van fictie. We hebben allemaal onze afweermechanismen… Ons leven houdt ons overeind, evenals onze interesses en alle zelfgekozen manieren om ons te troosten. Maar we hebben meer nodig dan dat, want anders kunnen we niet bepalen welke kant we op moeten.’ (p 180-181) Een boek om in de buurt te houden en vaak te herlezen!
Beeld: Koen Broucke, Schemer in mei (Waulsort), olie op doek, 2021
2.9.2021
‘Broucke is niet alleen maar schilder. Ternauwernood is hij ingehuisd in Waulsort of hij zet koers naar Rome voor een doctoraatsonderzoek waarin schilderkunst en geschiedenis hand in hand gaan. En altijd, altijd is er de muziek. In performances verandert Broucke in een personage dat nog het meeste wegheeft van een kruising tussen Franz Liszt en Dr. Frankenstein. De vleugelpiano in de salon wordt beschilderd, zijn geschiedenis nageplozen, en zo tikken Broucke’s verschillende disciplines en dada’s elkaar voortdurend aan. Er huist onmiskenbaar een schrijver in hem, zij het dan een die kiest voor de korte baan, de beknopte beschouwing, de geïnspireerde flard. Zijn schildertechniek laat veel tijd om te wandelen, te mijmeren, desnoods een dutje te doen. In die ogenblikken krijgt de geest vrij spel.’
Michiel Leen over ‘Het geheugen van sneeuw. Geschilderd dagboek 2013-2021’ in zijn rubriek ‘boekennieuws’.
Beeld: Koen Broucke, Our Travelling Circus Life, acryl op Japans papier, 2014
https://doorbraak.be/boekennieuws/in-het-hoofd-van-alleskunner-koen-broucke/
U kan nog voorintekenen via: http://www.koenbroucke.com/het-geheugen-van-sneeuw.html
‘Broucke is niet alleen maar schilder. Ternauwernood is hij ingehuisd in Waulsort of hij zet koers naar Rome voor een doctoraatsonderzoek waarin schilderkunst en geschiedenis hand in hand gaan. En altijd, altijd is er de muziek. In performances verandert Broucke in een personage dat nog het meeste wegheeft van een kruising tussen Franz Liszt en Dr. Frankenstein. De vleugelpiano in de salon wordt beschilderd, zijn geschiedenis nageplozen, en zo tikken Broucke’s verschillende disciplines en dada’s elkaar voortdurend aan. Er huist onmiskenbaar een schrijver in hem, zij het dan een die kiest voor de korte baan, de beknopte beschouwing, de geïnspireerde flard. Zijn schildertechniek laat veel tijd om te wandelen, te mijmeren, desnoods een dutje te doen. In die ogenblikken krijgt de geest vrij spel.’
Michiel Leen over ‘Het geheugen van sneeuw. Geschilderd dagboek 2013-2021’ in zijn rubriek ‘boekennieuws’.
Beeld: Koen Broucke, Our Travelling Circus Life, acryl op Japans papier, 2014
https://doorbraak.be/boekennieuws/in-het-hoofd-van-alleskunner-koen-broucke/
U kan nog voorintekenen via: http://www.koenbroucke.com/het-geheugen-van-sneeuw.html
22.8.2021
Ik lees dat de zomer in België van 2021 de natste is in de geschiedenis sinds de metingen in 1833. Met watersnood, rampspoed en deprimerende grijze dagen van dien. De vorige zomers waren één voor één recordzomers met uitzonderlijk hoge temperaturen. We balanceren van het ene extreem naar het andere. Het extreem is de norm geworden. De Golfstroom zou aan het stilvallen zijn, de straalstroom is gaan kronkelen…
Vandaag gaat het weer regenen. Als tegenwicht dan maar een schilderij van onze straat tijdens de hittegolf van vorig jaar. Ik was onderweg naar het romaans kerkje dat door vrijwilligers werd opengehouden om de mensen in het dorp een beetje verkoeling aan te bieden. En een uitnodiging om mijn atelier te bezoeken binnen het parcours d’artistes in Waulsort waar de eerste exemplaren van mijn boek ‘Het geheugen van sneeuw, geschilderd dagboek 2013-2021’ ter inzage liggen.
U kan ook voorintekenen op ‘Het geheugen van sneeuw’ door overschrijving van 28 euro (af te halen op afspraak of + 10 euro verzendingskosten met verzekering en tracking) (code ‘geheugen + adres + email’’ op rekeningnummer BE 30 0011 8539 9311).
Beeld: Koen Broucke, Hittegolf, zomer 2020, acryl op doek, 2020
Ik lees dat de zomer in België van 2021 de natste is in de geschiedenis sinds de metingen in 1833. Met watersnood, rampspoed en deprimerende grijze dagen van dien. De vorige zomers waren één voor één recordzomers met uitzonderlijk hoge temperaturen. We balanceren van het ene extreem naar het andere. Het extreem is de norm geworden. De Golfstroom zou aan het stilvallen zijn, de straalstroom is gaan kronkelen…
Vandaag gaat het weer regenen. Als tegenwicht dan maar een schilderij van onze straat tijdens de hittegolf van vorig jaar. Ik was onderweg naar het romaans kerkje dat door vrijwilligers werd opengehouden om de mensen in het dorp een beetje verkoeling aan te bieden. En een uitnodiging om mijn atelier te bezoeken binnen het parcours d’artistes in Waulsort waar de eerste exemplaren van mijn boek ‘Het geheugen van sneeuw, geschilderd dagboek 2013-2021’ ter inzage liggen.
U kan ook voorintekenen op ‘Het geheugen van sneeuw’ door overschrijving van 28 euro (af te halen op afspraak of + 10 euro verzendingskosten met verzekering en tracking) (code ‘geheugen + adres + email’’ op rekeningnummer BE 30 0011 8539 9311).
Beeld: Koen Broucke, Hittegolf, zomer 2020, acryl op doek, 2020
17.8.2021
‘C'est une folie de haïr toutes les roses parce qu'une épine vous a piqué’ #2
(Antoine de Saint-Exupéry, Le petit prince)
Dit jaar neem ik opnieuw deel aan het ‘parcours d’artistes’ in Waulsort. U kan een aantal geschilderde rozen komen bekijken, opgesteld in de verwilderde rozentuin.
Tegelijkertijd kan u een glimp opvangen van de nieuwe bibliotheek.
Op zondag 22 augustus 2020 van 10u tot 17u
Beeld: Koen Broucke, Bourbonrozen (Robusta, Soupert & Notting, 1877), olie op geprepareerd karton, 2021
‘C'est une folie de haïr toutes les roses parce qu'une épine vous a piqué’ #2
(Antoine de Saint-Exupéry, Le petit prince)
Dit jaar neem ik opnieuw deel aan het ‘parcours d’artistes’ in Waulsort. U kan een aantal geschilderde rozen komen bekijken, opgesteld in de verwilderde rozentuin.
Tegelijkertijd kan u een glimp opvangen van de nieuwe bibliotheek.
Op zondag 22 augustus 2020 van 10u tot 17u
Beeld: Koen Broucke, Bourbonrozen (Robusta, Soupert & Notting, 1877), olie op geprepareerd karton, 2021
8.8.2021
‘C'est une folie de haïr toutes les roses parce qu'une épine vous a piqué’
(Antoine de Saint-Exupéry, Le petit prince)
Dit jaar neem ik opnieuw deel aan het ‘parcours d’artistes’ in Waulsort. U kan een aantal geschilderde rozen komen bekijken, opgesteld in de verwilderde rozentuin.
Tegelijkertijd kan u een glimp opvangen van de nieuwe bibliotheek en ander nieuw werk.
Op zondag 22 augustus 2020 van 10u tot 17u
Beeld: Koen Broucke, Villa des Roses (A House for all Seasons), 4 olieverfschetsen op geprepareerd papier, 2021
https://www.facebook.com/events/229899352098086/?ref=newsfeed
‘C'est une folie de haïr toutes les roses parce qu'une épine vous a piqué’
(Antoine de Saint-Exupéry, Le petit prince)
Dit jaar neem ik opnieuw deel aan het ‘parcours d’artistes’ in Waulsort. U kan een aantal geschilderde rozen komen bekijken, opgesteld in de verwilderde rozentuin.
Tegelijkertijd kan u een glimp opvangen van de nieuwe bibliotheek en ander nieuw werk.
Op zondag 22 augustus 2020 van 10u tot 17u
Beeld: Koen Broucke, Villa des Roses (A House for all Seasons), 4 olieverfschetsen op geprepareerd papier, 2021
https://www.facebook.com/events/229899352098086/?ref=newsfeed
7.8.2021
Ik heb me vaak afgevraagd waarom ik nog landschappen schilder, terwijl er een eeuwenoude traditie bestaat van sublieme landschapskunst en er de voorbije honderd jaar aan een steeds sneller tempo landschappen worden gefotografeerd en gedeeld. Het antwoord op deze vraag wordt me elke dag duidelijker. Het gaat om aandacht en aanwezigheid. De aandacht voor het natuurlijke landschap dat in permanente verandering is. Het is de verandering van de natuurlijke cycli van groei, bloei en verval, van de seizoenen en de laatste decennia de verandering van een versneld inferno naar het onbekende door het gulzig volbouwen van de laatste open ruimtes en de impact van de opwarming van het klimaat. Ik ben een gewetensvol observator op de eerste rij van dit gebeuren.
Beeld: Koen Broucke, Nachtwandeling, acryl op Fabriano, 2014 (binnenkort te zien in de tentoonstelling ‘Vanwege Vincent - De geboortestreek van Van Gogh als inspiratie’ in het Stedelijk Museum Breda)
Ik heb me vaak afgevraagd waarom ik nog landschappen schilder, terwijl er een eeuwenoude traditie bestaat van sublieme landschapskunst en er de voorbije honderd jaar aan een steeds sneller tempo landschappen worden gefotografeerd en gedeeld. Het antwoord op deze vraag wordt me elke dag duidelijker. Het gaat om aandacht en aanwezigheid. De aandacht voor het natuurlijke landschap dat in permanente verandering is. Het is de verandering van de natuurlijke cycli van groei, bloei en verval, van de seizoenen en de laatste decennia de verandering van een versneld inferno naar het onbekende door het gulzig volbouwen van de laatste open ruimtes en de impact van de opwarming van het klimaat. Ik ben een gewetensvol observator op de eerste rij van dit gebeuren.
Beeld: Koen Broucke, Nachtwandeling, acryl op Fabriano, 2014 (binnenkort te zien in de tentoonstelling ‘Vanwege Vincent - De geboortestreek van Van Gogh als inspiratie’ in het Stedelijk Museum Breda)
1.8.2021
Vandaag is de laatste dag van mijn tentoonstelling ‘De Waterkering’ in Galerie Lloyd (Vlaanderenstraat 76, 8400 Oostende). Wij blikken tevreden terug op de vele ontmoetingen en enthousiaste reacties en kijken uit naar de laatste bezoekers.
De galerie is geopend van 11u00 tot 13u00 en van 14u30 tot 18u00
Beeld: Koen Broucke, Corona Walk, olie op doek, 2021
Vandaag is de laatste dag van mijn tentoonstelling ‘De Waterkering’ in Galerie Lloyd (Vlaanderenstraat 76, 8400 Oostende). Wij blikken tevreden terug op de vele ontmoetingen en enthousiaste reacties en kijken uit naar de laatste bezoekers.
De galerie is geopend van 11u00 tot 13u00 en van 14u30 tot 18u00
Beeld: Koen Broucke, Corona Walk, olie op doek, 2021
28.7.2021
Er zit veel woede in dit schilderijtje. Het stelt het razend stromende water van de Maas voor op het punt dat het het niveau van de naastgelegen weg heeft bereikt. Het is even impulsief geschilderd in voor mij ongebruikelijk pasteuze en stugge (oxyderode) olieverf als het wassende water. En het droogt even tergend traag als het water en de rampspoed weer wegtrekken. Het is niet de woede over de kracht van de natuur, maar wel de woede over de hardleersheid in onze omgang met deze kracht. Lees hierover de verhelderende stukken van Dirk Draulans: de natuur is er niet om op te souperen, om te overmeesteren en te overwinnen, maar om de wijsheid en de schoonheid ervan te omarmen.
Hartverwarmend zijn dan weer de getuigenissen van de hulpverlening, waarbij de taalgrens allerminst een barrière is.
Beeld: Koen Broucke, De Maas in Waulsort, 15 juli 2021, 22u15, olie op geprepareerd karton, 2021 (detail in scheerlicht)
Er zit veel woede in dit schilderijtje. Het stelt het razend stromende water van de Maas voor op het punt dat het het niveau van de naastgelegen weg heeft bereikt. Het is even impulsief geschilderd in voor mij ongebruikelijk pasteuze en stugge (oxyderode) olieverf als het wassende water. En het droogt even tergend traag als het water en de rampspoed weer wegtrekken. Het is niet de woede over de kracht van de natuur, maar wel de woede over de hardleersheid in onze omgang met deze kracht. Lees hierover de verhelderende stukken van Dirk Draulans: de natuur is er niet om op te souperen, om te overmeesteren en te overwinnen, maar om de wijsheid en de schoonheid ervan te omarmen.
Hartverwarmend zijn dan weer de getuigenissen van de hulpverlening, waarbij de taalgrens allerminst een barrière is.
Beeld: Koen Broucke, De Maas in Waulsort, 15 juli 2021, 22u15, olie op geprepareerd karton, 2021 (detail in scheerlicht)
24.7.2021
Vorig jaar rond deze tijd schreef ik een verhaal over een admiraalvlinder die rond de kornoelje fladderde en tijdens mijn lectuur in de tuin neerstreek op mijn blauwe bermuda. Dit jaar zijn er meerdere admiraalvlinders in beweging. Het feit dat we ons gras later hebben gemaaid zal ongetwijfeld de biodiversiteit in dit stukje natuur hebben bevorderd. En ik kan vaststellen dat de vlinders onverschrokkener zijn geworden en werkelijk van blauw houden. Ze verblijden mij nu met hun gezelschap op het lichtblauwe vlak van mijn linkerschouder.
Beeld: Koen Broucke, Zelfportret met admiraalvlinder, olie op doek, 2021
Vorig jaar rond deze tijd schreef ik een verhaal over een admiraalvlinder die rond de kornoelje fladderde en tijdens mijn lectuur in de tuin neerstreek op mijn blauwe bermuda. Dit jaar zijn er meerdere admiraalvlinders in beweging. Het feit dat we ons gras later hebben gemaaid zal ongetwijfeld de biodiversiteit in dit stukje natuur hebben bevorderd. En ik kan vaststellen dat de vlinders onverschrokkener zijn geworden en werkelijk van blauw houden. Ze verblijden mij nu met hun gezelschap op het lichtblauwe vlak van mijn linkerschouder.
Beeld: Koen Broucke, Zelfportret met admiraalvlinder, olie op doek, 2021
22.7.2021
In het begin van de maand februari trotseerden Sigrid en ik een snijdende, gure wind en zagen hoe sneeuw neerstreek op het Noordzeestrand. Een paar maanden vroeger, tijdens een verzengende augustusmaand, maakten we onze wandelingen bij zonsopgang omdat het nadien te warm werd en observeerden de bijzondere, bijna mediterrane kwaliteit blauw van het Maaswater. Vorige week was diezelfde rivier een bruin, modderig en alles verzwelgend magma… Het water houdt me al lang bezig. In 2003 publiceerde ik met enkele goede vrienden de publicatie ‘Water, een kleine apocalyps’, 160 pagina’s hallucinante en broeierige waterverhalen.
Een aantal van die observaties bracht ik samen in de solotentoonstelling ’De waterkering' in galerie Lloyd, Vlaanderenstraat 76 in Oostende. U kan nog komen kijken, alle dagen behalve maandag van 11u00 - 13u00 en van 14u30 - 18u00 tot en met 1 augustus. Sigrid en ikzelf zullen aanwezig zijn op zondag 25 juli en zondag 1 augustus in de namiddag.
Beeld: Koen Broucke, Besneeuwd strand, olie op doek, 2021
In het begin van de maand februari trotseerden Sigrid en ik een snijdende, gure wind en zagen hoe sneeuw neerstreek op het Noordzeestrand. Een paar maanden vroeger, tijdens een verzengende augustusmaand, maakten we onze wandelingen bij zonsopgang omdat het nadien te warm werd en observeerden de bijzondere, bijna mediterrane kwaliteit blauw van het Maaswater. Vorige week was diezelfde rivier een bruin, modderig en alles verzwelgend magma… Het water houdt me al lang bezig. In 2003 publiceerde ik met enkele goede vrienden de publicatie ‘Water, een kleine apocalyps’, 160 pagina’s hallucinante en broeierige waterverhalen.
Een aantal van die observaties bracht ik samen in de solotentoonstelling ’De waterkering' in galerie Lloyd, Vlaanderenstraat 76 in Oostende. U kan nog komen kijken, alle dagen behalve maandag van 11u00 - 13u00 en van 14u30 - 18u00 tot en met 1 augustus. Sigrid en ikzelf zullen aanwezig zijn op zondag 25 juli en zondag 1 augustus in de namiddag.
Beeld: Koen Broucke, Besneeuwd strand, olie op doek, 2021
17.7.2021
Twee jaar geleden schilderde ik de karpers in het vredige water van de vijvers van het kasteel van Freÿr. Eergisteren trad de Maas op deze plaats buiten haar oevers en lag de weg blank. Hier in Waulsort stond het water tot op het niveau van de weg, geraakten de boten in het haventje op drift, maar bleven de huizen droog. Wij reden die avond door een apocalyptische wolkbreuk boven Brussel naar het huis om het in goede staat aan te treffen. De dompelpomp in de kelder had haar werk gedaan. Mijn gedachten bleven haperen bij de verschrikkelijke beelden in het nieuws, bij diegenen die zich niet hebben kunnen verdedigen tegen het wassende water. Een man kwam vertellen dat de Maas onze bondgenoot is, maar vandaag helaas een vijand. Het water is een dreiging en een zalving. Natuurrampen zijn van alle tijden, maar vandaag wordt de opwarming van het klimaat naar voor geschoven als oorzaak. De dreiging achter het water is dus de mens zelf en zijn onverantwoord omspringen met de energiebronnen van de aarde. Een zoveelste waarschuwing dat het hoog tijd is om anders te gaan leven. Tenslotte wil ik met dit bericht mijn dank betuigen aan alle lieve en empathische vrienden die informeerden naar onze situatie aan de Maas.
Beeld: Koen Broucke, De karpers in Freÿr, aquarel op Fabriano, 2019
Twee jaar geleden schilderde ik de karpers in het vredige water van de vijvers van het kasteel van Freÿr. Eergisteren trad de Maas op deze plaats buiten haar oevers en lag de weg blank. Hier in Waulsort stond het water tot op het niveau van de weg, geraakten de boten in het haventje op drift, maar bleven de huizen droog. Wij reden die avond door een apocalyptische wolkbreuk boven Brussel naar het huis om het in goede staat aan te treffen. De dompelpomp in de kelder had haar werk gedaan. Mijn gedachten bleven haperen bij de verschrikkelijke beelden in het nieuws, bij diegenen die zich niet hebben kunnen verdedigen tegen het wassende water. Een man kwam vertellen dat de Maas onze bondgenoot is, maar vandaag helaas een vijand. Het water is een dreiging en een zalving. Natuurrampen zijn van alle tijden, maar vandaag wordt de opwarming van het klimaat naar voor geschoven als oorzaak. De dreiging achter het water is dus de mens zelf en zijn onverantwoord omspringen met de energiebronnen van de aarde. Een zoveelste waarschuwing dat het hoog tijd is om anders te gaan leven. Tenslotte wil ik met dit bericht mijn dank betuigen aan alle lieve en empathische vrienden die informeerden naar onze situatie aan de Maas.
Beeld: Koen Broucke, De karpers in Freÿr, aquarel op Fabriano, 2019
30.6.2021
‘Uitlezen of niet uitlezen, dat is de vraag…’ schreef ik als opdracht in een exemplaar van ‘Kamer in Oostende’ waarmee een dame naar de opening van mijn tentoonstelling kwam. Zij had het boek tien keer gelezen, maar nooit helemaal tot het einde, om steeds geprikkeld te blijven om het opnieuw en opnieuw te lezen. Ik vertelde haar dat het einde toch wel een fijne ontknoping bevat.
Beeld: Koen Broucke, Laatste zeebad, acryl op doek, 2019
(Het werk hangt nu in de tentoonstelling ‘De Waterkering, Galerie Lloyd, Oostende)
‘Uitlezen of niet uitlezen, dat is de vraag…’ schreef ik als opdracht in een exemplaar van ‘Kamer in Oostende’ waarmee een dame naar de opening van mijn tentoonstelling kwam. Zij had het boek tien keer gelezen, maar nooit helemaal tot het einde, om steeds geprikkeld te blijven om het opnieuw en opnieuw te lezen. Ik vertelde haar dat het einde toch wel een fijne ontknoping bevat.
Beeld: Koen Broucke, Laatste zeebad, acryl op doek, 2019
(Het werk hangt nu in de tentoonstelling ‘De Waterkering, Galerie Lloyd, Oostende)
21.6.2021
Het voorbije weekend openden we mijn tentoonstelling ’De waterkering ‘ in Galerie Lloyd in Oostende. Een schitterende ruimte, mooie mensen en een selectie uit mijn beste werken van de voorbije drie jaar. De galerie is terug te bezoeken vanaf vrijdag 25 juni.
(vrijdag, zaterdag en zondag van 11u tot 13u en van 14u30 tot 18u, tijdens de schoolvakanties dagelijks open, behalve op maandag)
Het voorbije weekend openden we mijn tentoonstelling ’De waterkering ‘ in Galerie Lloyd in Oostende. Een schitterende ruimte, mooie mensen en een selectie uit mijn beste werken van de voorbije drie jaar. De galerie is terug te bezoeken vanaf vrijdag 25 juni.
(vrijdag, zaterdag en zondag van 11u tot 13u en van 14u30 tot 18u, tijdens de schoolvakanties dagelijks open, behalve op maandag)
19.6.2021
In een zomer waarin we nog onbezorgd konden samenkomen, werden we door een vriend gevraagd om het vuurwerk in Oostende te komen volgen vanuit een hoog appartement op de dijk. In het halfduister van het smalle terras bleken er meer mensen te zijn die we kenden. Mijn grootste fascinatie ging uit naar het licht wanneer het vuurwerk juist voorbij was, waarin als het ware nog een echo van de klankexplosie van zojuist aanwezig was, wanneer de mensen op het strand nog even als bevroren in de lucht bleven staren als naar een grote verwachting. Het schilderij ‘Vuurwerk’ en ‘Na het vuurwerk’ zijn vanaf heden te zien in Galerie Lloyd in Oostende.
De opening vindt plaats op zaterdag 19.6 en zondag 20.6 telkens van 11u00 tot 13u00 en van 14u30-18u00.
Beeld: Koen Broucke, Na het vuurwerk, olie op doek, 2021
In een zomer waarin we nog onbezorgd konden samenkomen, werden we door een vriend gevraagd om het vuurwerk in Oostende te komen volgen vanuit een hoog appartement op de dijk. In het halfduister van het smalle terras bleken er meer mensen te zijn die we kenden. Mijn grootste fascinatie ging uit naar het licht wanneer het vuurwerk juist voorbij was, waarin als het ware nog een echo van de klankexplosie van zojuist aanwezig was, wanneer de mensen op het strand nog even als bevroren in de lucht bleven staren als naar een grote verwachting. Het schilderij ‘Vuurwerk’ en ‘Na het vuurwerk’ zijn vanaf heden te zien in Galerie Lloyd in Oostende.
De opening vindt plaats op zaterdag 19.6 en zondag 20.6 telkens van 11u00 tot 13u00 en van 14u30-18u00.
Beeld: Koen Broucke, Na het vuurwerk, olie op doek, 2021
15.6.2021
Wat houdt ons als tijdgenoten bezig? Zondag was ik opnieuw in Antwerpen om de genereuze en gepassioneerde Nottebohmlezing van Rudolf Hecke in te leiden. Zijn evocatie van Serge Gainsbourg was zo weergaloos goed, waardoor we ons als toehoorders even aan de piano van Juliette Gréco, de slaapkamer van Brigitte Bardot, of het laatste adres, 5 bis rue de Verneuil, konden wanen… In de namiddag nam ik deel aan de gesprekkenmarathon 'Tijdgenoten' van 'Madam Fortuna'. Telkens twee uur lang gingen vrienden en buurtgenoten in gesprek en werden kunstenaars uitgenodigd hier een commentaar op te geven. Initiatiefnemer is Luk Nys. Ik herinner me ons allereerste gesprek toen ik mijn burgerdienst deed als bibliothecaris in de Vrije Volkshogeschool, en kort daarna de uitnodiging om de affiche te ontwerpen voor ‘Beest in de Jungle’ van Henry James. Toen, dertig jaar geleden al, hadden we het over wat ons als tijdgenoten verbindt. Zitten in zo’n eerste gesprek reeds alle volgende gesprekken als in een bloemknop vervat?
Wat houdt ons als tijdgenoten bezig? Zondag was ik opnieuw in Antwerpen om de genereuze en gepassioneerde Nottebohmlezing van Rudolf Hecke in te leiden. Zijn evocatie van Serge Gainsbourg was zo weergaloos goed, waardoor we ons als toehoorders even aan de piano van Juliette Gréco, de slaapkamer van Brigitte Bardot, of het laatste adres, 5 bis rue de Verneuil, konden wanen… In de namiddag nam ik deel aan de gesprekkenmarathon 'Tijdgenoten' van 'Madam Fortuna'. Telkens twee uur lang gingen vrienden en buurtgenoten in gesprek en werden kunstenaars uitgenodigd hier een commentaar op te geven. Initiatiefnemer is Luk Nys. Ik herinner me ons allereerste gesprek toen ik mijn burgerdienst deed als bibliothecaris in de Vrije Volkshogeschool, en kort daarna de uitnodiging om de affiche te ontwerpen voor ‘Beest in de Jungle’ van Henry James. Toen, dertig jaar geleden al, hadden we het over wat ons als tijdgenoten verbindt. Zitten in zo’n eerste gesprek reeds alle volgende gesprekken als in een bloemknop vervat?
12.6.21
En zo verschijn ik dan twaalf jaar verjongd in De Morgen. Het is eigenlijk een fragment uit een langere tekst over Britta Böhler, die ik u hieronder in extenso meegeef. Over haar boek ‘De juiste houding’ scheef ik al eerder een post.
Met dank aan Dirk Leyman
Een boek moet goed in de hand liggen en de cover moet mij aanspreken. Dit was het geval voor ‘De juiste houding’ (2020) van Britta Böhler. Op de cover staat een intrigerende vrouw met fel rode lippen. Het is een schilderij van Eugen Spiro, een Duits-Amerikaanse schilder van Joodse afkomst. Na wat onderzoek, blijkt het overigens over een zeer geslaagde uitsnede uit een schilderij te zijn. Het boek is in die zin een dubbele ontdekking: van de auteur Böhler, Nederlands ‘politiek’ advocate van Duitse oorsprong en van 2007 tot 2011 lid van de Eerste Kamer voor GroenLinks, en van de schilder Spiro. Ik geraak verdiept in diens fascinerend levensverhaal. Hij bereikte de gezegende leeftijd van 98 jaar, was de broer van Baladine Klossowska, ook schilderes, moeder van de schilder Balthus en de schrijver Pierre Klossowski en de laatste liefde van Rainer Maria Rilke… Eugen Spiro maakte prachtige portretten van onder andere lezende vrouwen en een paar indringende zelfportretten. Het boek ‘De juist houding’ gaat over een advocaat die wordt ingeschakeld om een verdwenen en beroemd schilderij te restitueren, dit wil zeggen: meewerkt aan een ingewikkelde constructie om een in de oorlog gestolen kunstwerk terug aan een museum te geven mits voorwaarden, een heldere kijk op Trumpiaanse strategieën en spannend tot de laatste bladzijde.
En achter het boek van 2020 gaat nog een ander boek schuil. Ik wou meer lezen van de auteur en lees ook ‘De beslissing’ uit 2013. Het is het verhaal van drie dagen uit het leven van Thomas Mann, over zijn twijfels en angsten bij de inzending van een brief aan de redactie van de Neue Zürcher Zeitung, waarmee hij zijn bruggen in Nazi-Duitsland zal verbranden. Dit boek is zo compact, zintuiglijk en levensecht, alsof je even echt ten huize van de Manns vertoeft. Ik herlees tegelijkertijd ‘De wereld van gisteren’ van Stefan Zweig en de correspondentie van deze laatste met Joseph Roth in de prachtige vertaling van Els Snick en krijg een onheilspellend inzicht in de impact van vergiftigde ideologieën op mensenlevens. Het zou verplichte lectuur moeten zijn.
En zo verschijn ik dan twaalf jaar verjongd in De Morgen. Het is eigenlijk een fragment uit een langere tekst over Britta Böhler, die ik u hieronder in extenso meegeef. Over haar boek ‘De juiste houding’ scheef ik al eerder een post.
Met dank aan Dirk Leyman
Een boek moet goed in de hand liggen en de cover moet mij aanspreken. Dit was het geval voor ‘De juiste houding’ (2020) van Britta Böhler. Op de cover staat een intrigerende vrouw met fel rode lippen. Het is een schilderij van Eugen Spiro, een Duits-Amerikaanse schilder van Joodse afkomst. Na wat onderzoek, blijkt het overigens over een zeer geslaagde uitsnede uit een schilderij te zijn. Het boek is in die zin een dubbele ontdekking: van de auteur Böhler, Nederlands ‘politiek’ advocate van Duitse oorsprong en van 2007 tot 2011 lid van de Eerste Kamer voor GroenLinks, en van de schilder Spiro. Ik geraak verdiept in diens fascinerend levensverhaal. Hij bereikte de gezegende leeftijd van 98 jaar, was de broer van Baladine Klossowska, ook schilderes, moeder van de schilder Balthus en de schrijver Pierre Klossowski en de laatste liefde van Rainer Maria Rilke… Eugen Spiro maakte prachtige portretten van onder andere lezende vrouwen en een paar indringende zelfportretten. Het boek ‘De juist houding’ gaat over een advocaat die wordt ingeschakeld om een verdwenen en beroemd schilderij te restitueren, dit wil zeggen: meewerkt aan een ingewikkelde constructie om een in de oorlog gestolen kunstwerk terug aan een museum te geven mits voorwaarden, een heldere kijk op Trumpiaanse strategieën en spannend tot de laatste bladzijde.
En achter het boek van 2020 gaat nog een ander boek schuil. Ik wou meer lezen van de auteur en lees ook ‘De beslissing’ uit 2013. Het is het verhaal van drie dagen uit het leven van Thomas Mann, over zijn twijfels en angsten bij de inzending van een brief aan de redactie van de Neue Zürcher Zeitung, waarmee hij zijn bruggen in Nazi-Duitsland zal verbranden. Dit boek is zo compact, zintuiglijk en levensecht, alsof je even echt ten huize van de Manns vertoeft. Ik herlees tegelijkertijd ‘De wereld van gisteren’ van Stefan Zweig en de correspondentie van deze laatste met Joseph Roth in de prachtige vertaling van Els Snick en krijg een onheilspellend inzicht in de impact van vergiftigde ideologieën op mensenlevens. Het zou verplichte lectuur moeten zijn.
10.6.2021
Zondag was ik in Antwerpen. Mijn trein vanuit Oostende was zo goed als leeg. Iedereen zat op de treinen in de tegengestelde richting, dacht ik, maar eenmaal in Antwerpen werd ik geconfronteerd met een heftige drukte op de Keyserlei en de Meir. Ik besloot de zijstraten en parallelle straten te nemen naar het Letterenhuis waar ik het podium zou betreden met de dichters Hélène Gelèns, Anke Verschueren en Maxime Garcia Diaz in het kader van een Paul Van Ostaijen-wandeling georganiseerd door deBuren. Zodoende slenterde ik langs de voormalige woning van Maurice Gilliams, het graf van Rubens, de Keizerskapel (de kapel en voormalig godshuis van het Droogscheerdersambacht), het huis van Rockox… Wat kijk ik graag naar die geschiedenissen van afbladdering op gevels in de achterstraatjes, de barokke portieken, de doorkijkjes achter de poorten … Ik installeerde me nog even op de binnenplaats van Sint-Paulus, waar ik kon verder werken aan de drukproeven van een nieuw boek. Mijn gedachten dwaalden hier af naar de dichter Max Elskamp… Er werden blijkbaar voorbereidingen getroffen voor een boekbespreking: ‘Mirakel’ van de mij bekende Marita De Sterck. We hadden een kort antropologisch gesprek. Haar gezelschap zat als in een rituele samenkomst bij de plaatselijke Mariagrot. Het boek, uitgegeven bij Querido, ga ik zeker lezen.
Met dank aan deBuren en Ellen Van Tichelt.
Zondag was ik in Antwerpen. Mijn trein vanuit Oostende was zo goed als leeg. Iedereen zat op de treinen in de tegengestelde richting, dacht ik, maar eenmaal in Antwerpen werd ik geconfronteerd met een heftige drukte op de Keyserlei en de Meir. Ik besloot de zijstraten en parallelle straten te nemen naar het Letterenhuis waar ik het podium zou betreden met de dichters Hélène Gelèns, Anke Verschueren en Maxime Garcia Diaz in het kader van een Paul Van Ostaijen-wandeling georganiseerd door deBuren. Zodoende slenterde ik langs de voormalige woning van Maurice Gilliams, het graf van Rubens, de Keizerskapel (de kapel en voormalig godshuis van het Droogscheerdersambacht), het huis van Rockox… Wat kijk ik graag naar die geschiedenissen van afbladdering op gevels in de achterstraatjes, de barokke portieken, de doorkijkjes achter de poorten … Ik installeerde me nog even op de binnenplaats van Sint-Paulus, waar ik kon verder werken aan de drukproeven van een nieuw boek. Mijn gedachten dwaalden hier af naar de dichter Max Elskamp… Er werden blijkbaar voorbereidingen getroffen voor een boekbespreking: ‘Mirakel’ van de mij bekende Marita De Sterck. We hadden een kort antropologisch gesprek. Haar gezelschap zat als in een rituele samenkomst bij de plaatselijke Mariagrot. Het boek, uitgegeven bij Querido, ga ik zeker lezen.
Met dank aan deBuren en Ellen Van Tichelt.
5.6.2021
Het was heerlijk om tijdens de rustige openingsavond nog eens rond te dwalen in Mu.Zee en met volle teugen te genieten van de nieuwe opstelling van de werken uit eigen collectie. Over keuzes en niet-keuzes, de verschillen met de visies van vroegere directeurs zou ik een lang, genuanceerd en ingewikkeld verhaal kunnen schrijven, maar belangrijker is de vaststelling dat het om een hedonistische opstelling gaat, waarbij je als bezoeker veel vrijheid en ruimte krijgt om naar het werk te kijken, zonder de aanwezigheid van al te dwingende stramienen en dialogen. Zo sta ik graag stil bij het werk ‘Wat ik zag op een heldere dag’ van Antoon De Clerck uit 1972. Letterlijk en figuurlijk. Ik blijf kijken naar de weerspiegeling van het landschap in een wieldop van een Volkswagen, die op zich weer een spiegeling is in een raam… In mijn artikel over het landschap in het laatste nummer van ‘De Lage landen’, ben ik al ingegaan op het intrigerende schilderij ‘Wat een drukte op de E5’ uit de collectie van het S.M.A.K. (1973) van diezelfde schilder. Een gelijkaardige aandacht geef ik aan het grote uitzicht op de Sint-Jozefskerk, dat architect Gaston Eysselinck via een grote gebogen raampartij aan de achterkant van het gebouw heeft gecreëerd.
Het bezoek is een absolute aanrader, en vanaf 18 juni te combineren met mijn solo-tentoonstelling ‘De Waterkering‘ in Galerie Lloyd, dichter bij de zee en helemaal op wandelafstand.
Het was heerlijk om tijdens de rustige openingsavond nog eens rond te dwalen in Mu.Zee en met volle teugen te genieten van de nieuwe opstelling van de werken uit eigen collectie. Over keuzes en niet-keuzes, de verschillen met de visies van vroegere directeurs zou ik een lang, genuanceerd en ingewikkeld verhaal kunnen schrijven, maar belangrijker is de vaststelling dat het om een hedonistische opstelling gaat, waarbij je als bezoeker veel vrijheid en ruimte krijgt om naar het werk te kijken, zonder de aanwezigheid van al te dwingende stramienen en dialogen. Zo sta ik graag stil bij het werk ‘Wat ik zag op een heldere dag’ van Antoon De Clerck uit 1972. Letterlijk en figuurlijk. Ik blijf kijken naar de weerspiegeling van het landschap in een wieldop van een Volkswagen, die op zich weer een spiegeling is in een raam… In mijn artikel over het landschap in het laatste nummer van ‘De Lage landen’, ben ik al ingegaan op het intrigerende schilderij ‘Wat een drukte op de E5’ uit de collectie van het S.M.A.K. (1973) van diezelfde schilder. Een gelijkaardige aandacht geef ik aan het grote uitzicht op de Sint-Jozefskerk, dat architect Gaston Eysselinck via een grote gebogen raampartij aan de achterkant van het gebouw heeft gecreëerd.
Het bezoek is een absolute aanrader, en vanaf 18 juni te combineren met mijn solo-tentoonstelling ‘De Waterkering‘ in Galerie Lloyd, dichter bij de zee en helemaal op wandelafstand.
1.6.2021
Heel graag nodig ik u uit voor mijn tentoonstelling ‘De waterkering’ met nieuwe schilderijen in Galerie Lloyd in Oostende van zaterdag 19 juni tot en met zondag 1 augustus 2021.
Open op vrijdag, zaterdag en zondag van 11u tot 13u en van 14u30 tot 18u, dagelijks tijdens de schoolvakanties.
Zeker voor het openingsweekend van 19 en 20 juni en zolang de covid-maatregelen ons nog parten spelen, kan u best reserveren via [email protected] of bellen naar 059/27 90 42 (vanaf 17 juni).
Galerie Lloyd
Vlaanderenstraat 76
8400 Oostende
https://www.galerielloyd.be/broucke
Beeld: Koen Broucke, Nachtelijke baadsters, olie op doek, 2021
Heel graag nodig ik u uit voor mijn tentoonstelling ‘De waterkering’ met nieuwe schilderijen in Galerie Lloyd in Oostende van zaterdag 19 juni tot en met zondag 1 augustus 2021.
Open op vrijdag, zaterdag en zondag van 11u tot 13u en van 14u30 tot 18u, dagelijks tijdens de schoolvakanties.
Zeker voor het openingsweekend van 19 en 20 juni en zolang de covid-maatregelen ons nog parten spelen, kan u best reserveren via [email protected] of bellen naar 059/27 90 42 (vanaf 17 juni).
Galerie Lloyd
Vlaanderenstraat 76
8400 Oostende
https://www.galerielloyd.be/broucke
Beeld: Koen Broucke, Nachtelijke baadsters, olie op doek, 2021
28.5.2021
Dit zijn de 42 eerste dia’s van mijn presentatie ‘Waterloo-Brussel, een artistiek onderzoek 2014-2021’ voor de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten…Het was een schitterende gelegenheid om de tijdlijn van een langdurig onderzoek te reconstrueren, van de eerste gesprekken met de directeuren in de Koninklijke Bibliotheek, de vele bezoeken aan het slagveld, het afdalen in de museumreserves en archieven, de meditatieve momenten bij de originele, soms 200 jaar onaangeroerde stukken, de gesprekken met re-enactors en specialisten, het creatieproces in het atelier, het opvolgen van de restauratie van enkele precieuze historische stukken, de geduldige opbouw van de tentoonstelling en de hilarische rondleiding met Napoleon en zijn militaire staf.
Tenslotte werd ik uitgedaagd om mijn onderzoek te herleiden tot de essentie: het vertragen van de aandacht door te wandelen en te tekenen en het inzetten van zintuiglijkheid en verbeelding als onderzoeksmethoden…
Dit zijn de 42 eerste dia’s van mijn presentatie ‘Waterloo-Brussel, een artistiek onderzoek 2014-2021’ voor de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten…Het was een schitterende gelegenheid om de tijdlijn van een langdurig onderzoek te reconstrueren, van de eerste gesprekken met de directeuren in de Koninklijke Bibliotheek, de vele bezoeken aan het slagveld, het afdalen in de museumreserves en archieven, de meditatieve momenten bij de originele, soms 200 jaar onaangeroerde stukken, de gesprekken met re-enactors en specialisten, het creatieproces in het atelier, het opvolgen van de restauratie van enkele precieuze historische stukken, de geduldige opbouw van de tentoonstelling en de hilarische rondleiding met Napoleon en zijn militaire staf.
Tenslotte werd ik uitgedaagd om mijn onderzoek te herleiden tot de essentie: het vertragen van de aandacht door te wandelen en te tekenen en het inzetten van zintuiglijkheid en verbeelding als onderzoeksmethoden…
24.5.2021
Bob Dylan, zoals ik hem schilderde in 1997. Hij had toen de leeftijd die ik nu heb.
Beeld: Koen Broucke, ‘I change during the course of a day…’ , aquarel op Ingres (papier), 1997
Bob Dylan, zoals ik hem schilderde in 1997. Hij had toen de leeftijd die ik nu heb.
Beeld: Koen Broucke, ‘I change during the course of a day…’ , aquarel op Ingres (papier), 1997
22.5.2021
’Schrijvers en schilders’ uitgegeven door W. De Haan in 1950 en een tijdlang in het bezit geweest van de bibliotheek van de “School der verpleegsters H. Elisabeth’ in Brugge, kocht ik in ‘’t Leeshuus’ in Oostende. Een heerlijke, wat ouderwetse bloemlezing van schrijvers over schilders. Hierin staat het subliem gedicht ‘Klee’ van Lucebert.
In het verheugde venster geuren de gekleurde vruchten van de dingen
In rust geuren de huid het hart geuren de ogen en mond
Het hart kust zijn venster
De huid ontsluit zich
De ogen kijken naar buiten
Waar de mond wuift naar boven
Overal bloeien de mensen wuivende bloemen geurige huizen
Zij evenaren de aarde
Zij vliegen in ronde en gebogen vruchten door het hoge hoofd van de lucht
Zuchten als de huivrende watervallen zij zingen
In spiegelgladde cirkels
Zo ontwiklen zij de wereld:
De brandende draad van de geurende aarde loopt langs het gekleurde raam van de mensen
Beeld: Koen Broucke, Torenraam, olie op geprepareerd papier, 2020
’Schrijvers en schilders’ uitgegeven door W. De Haan in 1950 en een tijdlang in het bezit geweest van de bibliotheek van de “School der verpleegsters H. Elisabeth’ in Brugge, kocht ik in ‘’t Leeshuus’ in Oostende. Een heerlijke, wat ouderwetse bloemlezing van schrijvers over schilders. Hierin staat het subliem gedicht ‘Klee’ van Lucebert.
In het verheugde venster geuren de gekleurde vruchten van de dingen
In rust geuren de huid het hart geuren de ogen en mond
Het hart kust zijn venster
De huid ontsluit zich
De ogen kijken naar buiten
Waar de mond wuift naar boven
Overal bloeien de mensen wuivende bloemen geurige huizen
Zij evenaren de aarde
Zij vliegen in ronde en gebogen vruchten door het hoge hoofd van de lucht
Zuchten als de huivrende watervallen zij zingen
In spiegelgladde cirkels
Zo ontwiklen zij de wereld:
De brandende draad van de geurende aarde loopt langs het gekleurde raam van de mensen
Beeld: Koen Broucke, Torenraam, olie op geprepareerd papier, 2020
19.5.2021
Voor ‘De Lage Landen’ scheef ik ‘De verrassende terugkeer van het landschap in de kunst’.‘Als het platteland onherroepelijk en onherkenbaar is veranderd, bestaat er dan nog zoiets als landschapskunst? Schilder en historicus Koen Broucke wandelt door de beeldende kunsten van de Lage Landen en stelt vast: gold het landschap tot voor kort als verdacht, dan is het nu weer overal aanwezig. Bezield, ontzield of in een combinatie van beide vormen: kunstenaars hebben het landschap opnieuw omhelsd.’
Beeld: Koen Broucke, Lafelt, acryl op doek, 2018
Nu te koop in de boekhandel of online via: https://www.de-lage-landen.com/edition/de-lage-landen-n-2-2021
Voor ‘De Lage Landen’ scheef ik ‘De verrassende terugkeer van het landschap in de kunst’.‘Als het platteland onherroepelijk en onherkenbaar is veranderd, bestaat er dan nog zoiets als landschapskunst? Schilder en historicus Koen Broucke wandelt door de beeldende kunsten van de Lage Landen en stelt vast: gold het landschap tot voor kort als verdacht, dan is het nu weer overal aanwezig. Bezield, ontzield of in een combinatie van beide vormen: kunstenaars hebben het landschap opnieuw omhelsd.’
Beeld: Koen Broucke, Lafelt, acryl op doek, 2018
Nu te koop in de boekhandel of online via: https://www.de-lage-landen.com/edition/de-lage-landen-n-2-2021
16.5.2021
Ik kon het niet laten om nog eens een met betekenis geladen kledingstuk te schilderen: één van de hemden die Napoleon droeg tijdens zijn laatste ogenblikken in Longwood House op het eiland Sint-Helena. Het is onderdeel van de tentoonstelling ‘Napoleon, Van Waterloo tot Sint-Helena, De geboorte van een legende’ die op de 200ste verjaardag van zijn overlijden is geopend in het Memoriaal van de Slag bij Waterloo. Ik ging ernaar toe om een recensie te maken voor Klara, was weer helemaal onder de indruk van de site met de Leeuwenheuvel en het Panorama van Louis-Jules Dumoulin en kan u de uitstap alleen maar aanraden; ‘vaut le voyage’.
Beeld: Koen Broucke, “Chemise que l’Empereur Napoléon a portée sur Saint-Hélène. Elle a été donnée à Henry Bertrand, par un article du testament de son père, le général Bertrand”, olie op geprepareerd papier, 2021
Te herbeluisteren via: https://klara.be/napoleon-creeert-napoleon
Ik kon het niet laten om nog eens een met betekenis geladen kledingstuk te schilderen: één van de hemden die Napoleon droeg tijdens zijn laatste ogenblikken in Longwood House op het eiland Sint-Helena. Het is onderdeel van de tentoonstelling ‘Napoleon, Van Waterloo tot Sint-Helena, De geboorte van een legende’ die op de 200ste verjaardag van zijn overlijden is geopend in het Memoriaal van de Slag bij Waterloo. Ik ging ernaar toe om een recensie te maken voor Klara, was weer helemaal onder de indruk van de site met de Leeuwenheuvel en het Panorama van Louis-Jules Dumoulin en kan u de uitstap alleen maar aanraden; ‘vaut le voyage’.
Beeld: Koen Broucke, “Chemise que l’Empereur Napoléon a portée sur Saint-Hélène. Elle a été donnée à Henry Bertrand, par un article du testament de son père, le général Bertrand”, olie op geprepareerd papier, 2021
Te herbeluisteren via: https://klara.be/napoleon-creeert-napoleon
15.5.2021
Een ‘bewogen’ still uit 'Portrait of a Lady #3' in D'Apostrof, Meigem.
Nu online te bekijken via: https://vimeo.com/549597325
Veel dank aan Ann D'Haens van D'Apostrof en de filmploeg: Benjamin Albertijn, Christophe Albertijn, Chris De Paepe, Thomas Rillaerts en Frank Mielants.
Een ‘bewogen’ still uit 'Portrait of a Lady #3' in D'Apostrof, Meigem.
Nu online te bekijken via: https://vimeo.com/549597325
Veel dank aan Ann D'Haens van D'Apostrof en de filmploeg: Benjamin Albertijn, Christophe Albertijn, Chris De Paepe, Thomas Rillaerts en Frank Mielants.
14.5.2021
Zaterdagmiddag 15/5 vanaf 15u kan u onze derde ‘Portrait of a Lady’ online volgen. We werkten het idee van ‘een tentoonstelling met de duur van een liedrecital’ verder uit in de prachtige ruimte van D’Apostrof in Meigem. Hierbij een foto van de ‘behind the scenes' samen met de heerlijke filmploeg van white shadows: Benjamin Albertijn, Christophe Albertijn, Chris De Paepe, Thomas Rillaerts en Frank Mielants. En natuurlijk met de schitterende stem en weergaloze présence van sopraan Britt Truyts.
Met bijzondere dank aan Ann D’Haens van D’Apostrof
Zaterdagmiddag 15/5 vanaf 15u kan u onze derde ‘Portrait of a Lady’ online volgen. We werkten het idee van ‘een tentoonstelling met de duur van een liedrecital’ verder uit in de prachtige ruimte van D’Apostrof in Meigem. Hierbij een foto van de ‘behind the scenes' samen met de heerlijke filmploeg van white shadows: Benjamin Albertijn, Christophe Albertijn, Chris De Paepe, Thomas Rillaerts en Frank Mielants. En natuurlijk met de schitterende stem en weergaloze présence van sopraan Britt Truyts.
Met bijzondere dank aan Ann D’Haens van D’Apostrof
8.5.2021
Een jaar geleden kwamen we voorzichtig uit de eerste lockdown. Die was duidelijker en meer eensgezind geweest. Er was een helder toekomstplan: na een gedeelde, stevige inspanning zou het virus weer uit ons leven verdwijnen, zoals het gekomen was… Tentoonstellingen en voorstellingen waren stilgevallen of uitgesteld. Er kwam tijd om na te denken, op te ruimen, andere zaken uit te proberen. Zuurdesembrood bakken bijvoorbeeld, wat ondertussen een vaste waarde is geworden. Of schilderen vanuit louter aanwezigheid. Vandaag is er weer veel ruis en voel ik die behoefte als nooit tevoren. Ik doe het nog eens over. Het opzoeken van zo’n zen-moment: een stilleven schilderen met granaatappel en een Chinees bord met karper…
Beeld: Koen Broucke, Stilleven, olie op doek, 2021
Een jaar geleden kwamen we voorzichtig uit de eerste lockdown. Die was duidelijker en meer eensgezind geweest. Er was een helder toekomstplan: na een gedeelde, stevige inspanning zou het virus weer uit ons leven verdwijnen, zoals het gekomen was… Tentoonstellingen en voorstellingen waren stilgevallen of uitgesteld. Er kwam tijd om na te denken, op te ruimen, andere zaken uit te proberen. Zuurdesembrood bakken bijvoorbeeld, wat ondertussen een vaste waarde is geworden. Of schilderen vanuit louter aanwezigheid. Vandaag is er weer veel ruis en voel ik die behoefte als nooit tevoren. Ik doe het nog eens over. Het opzoeken van zo’n zen-moment: een stilleven schilderen met granaatappel en een Chinees bord met karper…
Beeld: Koen Broucke, Stilleven, olie op doek, 2021
6.5.2021
Twee weken geleden kreeg ik bezoek van Kes Philipsen, masterstudent interieurarchitectuur aan de KU Leuven. Zij onderzoekt het interieur (in casu mijn atelier) als drager van het verleden. Via latex afdrukken legt ze sporen van slijtage op bijvoorbeeld tekenplanken en paletten vast en brengt dit in verband met gelijktijdige kunstwerken. Zo merkten we dat de indrukken van nietjes op een overschilderd stukje karton afkomstig waren van een reeks textielcollages uit 2011 die hier bovenop zijn gemaakt. Het is een tactiele manier om de ‘draagsporen van de geschiedenis’ te onderzoeken, een concept dat ik heb ontwikkeld in mijn doctoraat in de kunsten. Ik borduur hierop voort in een nieuwe publicatie die zojuist naar de vormgever is vertrokken. Wordt vervolgd.
Beeld: Kes Philipsen, afdruk van een acryl-palet 2018 (Atelier Broucke)
Twee weken geleden kreeg ik bezoek van Kes Philipsen, masterstudent interieurarchitectuur aan de KU Leuven. Zij onderzoekt het interieur (in casu mijn atelier) als drager van het verleden. Via latex afdrukken legt ze sporen van slijtage op bijvoorbeeld tekenplanken en paletten vast en brengt dit in verband met gelijktijdige kunstwerken. Zo merkten we dat de indrukken van nietjes op een overschilderd stukje karton afkomstig waren van een reeks textielcollages uit 2011 die hier bovenop zijn gemaakt. Het is een tactiele manier om de ‘draagsporen van de geschiedenis’ te onderzoeken, een concept dat ik heb ontwikkeld in mijn doctoraat in de kunsten. Ik borduur hierop voort in een nieuwe publicatie die zojuist naar de vormgever is vertrokken. Wordt vervolgd.
Beeld: Kes Philipsen, afdruk van een acryl-palet 2018 (Atelier Broucke)
2.5.2021
Op donderdag 29 april reisde ik naar Antwerpen om mijn muzikale bijdrage te leveren aan de boekvoorstelling van ‘Op de weg van Appia’ van Michaël Vandebril en Bart Pluym. Het werd een intense voorstelling met wandelaar-verteller Gert Jochems, classicus Patrick Lateur en journaliste Jelle Van Riet. Achteraf hadden we alle tijd om onze exemplaren van deze unieke bundel te laten voorzien van wederzijdse opdrachten. Tussen de soundcheck en de voorstelling door ging ik naar de tentoonstelling ‘Boem Paukeslag. Bezette Stad 100!’ in het Letterenhuis kijken. De tijdsgeest waarin deze laatste bundel ontstaan is, wordt voortreffelijk geëvoceerd. Ik verstomde bij het nooit eerder geziene handschrift en verwijlde lang bij de eerste versie van het woordbeeld ‘Zeppelin’. Het helder overzicht van de evolutie van de typografische experimenten in de poëzie, maakte eensklaps de nabijheid en afstand duidelijk tussen de eerste experimenten van Van Ostaijen en de ‘Ursonate’ van Kurt Schwitters. Het was gelijkertijd een blij weerzien met de schetsboeken en de werken die ik vorig jaar heb gemaakt voor onze (met Hélène Gelèns) bijdrage in ‘Besmette Stad’. En ik bezocht nog de kleine precieuze tentoonstelling ‘Paul Van Ostaijen, Van kunstpaus tot einzelgänger’ in Walden Art Stories (Oever 5). Naast een aantal prachtige werken van tijdgenoten (o.a. een pentekening van Jos Léonard, waarin we misschien wel eens Paul Van Ostaijen ‘himself’ op de schoot van een lichtekooi kunnen ontdekken), zijn hier ook twee portretten van de gevierde dichter van mijn hand uit 2013 te zien.
Beeld: De tentoonstelling ‘Paul Van Ostaijen, Van kunstpaus tot einzelgänger’ in Walden Art Stories, samengesteld door Dennis Van Mol en Ewald Peters.
Op donderdag 29 april reisde ik naar Antwerpen om mijn muzikale bijdrage te leveren aan de boekvoorstelling van ‘Op de weg van Appia’ van Michaël Vandebril en Bart Pluym. Het werd een intense voorstelling met wandelaar-verteller Gert Jochems, classicus Patrick Lateur en journaliste Jelle Van Riet. Achteraf hadden we alle tijd om onze exemplaren van deze unieke bundel te laten voorzien van wederzijdse opdrachten. Tussen de soundcheck en de voorstelling door ging ik naar de tentoonstelling ‘Boem Paukeslag. Bezette Stad 100!’ in het Letterenhuis kijken. De tijdsgeest waarin deze laatste bundel ontstaan is, wordt voortreffelijk geëvoceerd. Ik verstomde bij het nooit eerder geziene handschrift en verwijlde lang bij de eerste versie van het woordbeeld ‘Zeppelin’. Het helder overzicht van de evolutie van de typografische experimenten in de poëzie, maakte eensklaps de nabijheid en afstand duidelijk tussen de eerste experimenten van Van Ostaijen en de ‘Ursonate’ van Kurt Schwitters. Het was gelijkertijd een blij weerzien met de schetsboeken en de werken die ik vorig jaar heb gemaakt voor onze (met Hélène Gelèns) bijdrage in ‘Besmette Stad’. En ik bezocht nog de kleine precieuze tentoonstelling ‘Paul Van Ostaijen, Van kunstpaus tot einzelgänger’ in Walden Art Stories (Oever 5). Naast een aantal prachtige werken van tijdgenoten (o.a. een pentekening van Jos Léonard, waarin we misschien wel eens Paul Van Ostaijen ‘himself’ op de schoot van een lichtekooi kunnen ontdekken), zijn hier ook twee portretten van de gevierde dichter van mijn hand uit 2013 te zien.
Beeld: De tentoonstelling ‘Paul Van Ostaijen, Van kunstpaus tot einzelgänger’ in Walden Art Stories, samengesteld door Dennis Van Mol en Ewald Peters.
30.4.2021
Deze zomer bijt ik met de tentoonstelling ‘De waterkering’ de spits af in de nieuwe galerie Lloyd in Oostende, gelegen in de Vlaanderenstraat schuin tegenover het James Ensorhuis. Hugo Brutin maakte een wervende omschrijving van het project:
‘In de schilderijen van Koen Broucke straalt een spontane zelfzekerheid van kleur en beweging, van harmonie en gedurfde vormentaal, van een verrassende gevatheid die een beheerste extase evoceert en die de kijker aangrijpt en beroert, zomaar meteen zonder enige voorafgaande inspanning.’
U kan het vervolg lezen op de website van de galerie. Het is de gelegenheid om nog eens van profielfoto te veranderen. En natuurlijk is die foto gemaakt door Sigrid Geldhof.
https://www.galerielloyd.be/broucke
Deze zomer bijt ik met de tentoonstelling ‘De waterkering’ de spits af in de nieuwe galerie Lloyd in Oostende, gelegen in de Vlaanderenstraat schuin tegenover het James Ensorhuis. Hugo Brutin maakte een wervende omschrijving van het project:
‘In de schilderijen van Koen Broucke straalt een spontane zelfzekerheid van kleur en beweging, van harmonie en gedurfde vormentaal, van een verrassende gevatheid die een beheerste extase evoceert en die de kijker aangrijpt en beroert, zomaar meteen zonder enige voorafgaande inspanning.’
U kan het vervolg lezen op de website van de galerie. Het is de gelegenheid om nog eens van profielfoto te veranderen. En natuurlijk is die foto gemaakt door Sigrid Geldhof.
https://www.galerielloyd.be/broucke
21.4.2021
Mei 1991. In mijn herinnering was het minstens een maand, maar het kunnen evengoed een paar dagen geweest zijn of meerdere maanden. Er was geen druk van buitenaf. Ik hoefde geen rekening te houden met takenpakketten die buiten de kunst lagen. De kunstwereld was mij helemaal vreemd. Er waren geen tentoonstellingen gepland. Vanaf het moment van ontwaken tot slapengaan vertoefde ik in de klassieke oudheid. Ik tekende en schilderde landschappen geïnspireerd door de Italiëreizigers uit de zeventiende eeuw en wanneer het daglicht afnam, las ik de Bucolica en de Georgica van Vergilius. Aan de hand van tweetalige uitgaven worstelde ik me door het Latijn. De alexandrijnen die ik uit het hoofd leerde, schreef ik de volgende dag in de landschappen: Tityre, tu patulae recubans sub tegmine fagi… (Jij, Tityrus, die op je rug daar neerligt onder een brede beukenkruin vol schaduw (vertaling Anton Van Wilderode).
O wat voelde ik mij thuis in dit ‘in arcadia ego’. Vandaag vind ik die sfeer van weleer terug in de dichtbundel ‘Op de weg van Appia’ van Michaël Vandebril, waarin hij de wandeltocht langs de Via Appia met zijn vriend en illustrator Bart Pluym beschrijft. Het verhaal is tijdloos. Het zou zich evengoed tweeduizend jaar geleden kunnen hebben afgespeeld, alsof Horatius ‘himself’ vanachter elke hoek tevoorschijn kan treden. Het boekje bevat nog een aantal heerlijke bijlagen: geleerde annotaties en reistips voor de wandelaar vandaag.
Op donderdag 29 april speel ik ‘I pini presso una catacomba’ uit ‘I Pini di Roma’ van Ottorino Respighi bij de voorstelling van het boek, terwijl Gert Jochems de tekst brengt. De link naar dit heuglijk gebeuren: https://www.facebook.com/events/2767819340198424
Beeld: Koen Broucke, Bucolicon Liber, gemengde techniek en collage op papier, 1991
Mei 1991. In mijn herinnering was het minstens een maand, maar het kunnen evengoed een paar dagen geweest zijn of meerdere maanden. Er was geen druk van buitenaf. Ik hoefde geen rekening te houden met takenpakketten die buiten de kunst lagen. De kunstwereld was mij helemaal vreemd. Er waren geen tentoonstellingen gepland. Vanaf het moment van ontwaken tot slapengaan vertoefde ik in de klassieke oudheid. Ik tekende en schilderde landschappen geïnspireerd door de Italiëreizigers uit de zeventiende eeuw en wanneer het daglicht afnam, las ik de Bucolica en de Georgica van Vergilius. Aan de hand van tweetalige uitgaven worstelde ik me door het Latijn. De alexandrijnen die ik uit het hoofd leerde, schreef ik de volgende dag in de landschappen: Tityre, tu patulae recubans sub tegmine fagi… (Jij, Tityrus, die op je rug daar neerligt onder een brede beukenkruin vol schaduw (vertaling Anton Van Wilderode).
O wat voelde ik mij thuis in dit ‘in arcadia ego’. Vandaag vind ik die sfeer van weleer terug in de dichtbundel ‘Op de weg van Appia’ van Michaël Vandebril, waarin hij de wandeltocht langs de Via Appia met zijn vriend en illustrator Bart Pluym beschrijft. Het verhaal is tijdloos. Het zou zich evengoed tweeduizend jaar geleden kunnen hebben afgespeeld, alsof Horatius ‘himself’ vanachter elke hoek tevoorschijn kan treden. Het boekje bevat nog een aantal heerlijke bijlagen: geleerde annotaties en reistips voor de wandelaar vandaag.
Op donderdag 29 april speel ik ‘I pini presso una catacomba’ uit ‘I Pini di Roma’ van Ottorino Respighi bij de voorstelling van het boek, terwijl Gert Jochems de tekst brengt. De link naar dit heuglijk gebeuren: https://www.facebook.com/events/2767819340198424
Beeld: Koen Broucke, Bucolicon Liber, gemengde techniek en collage op papier, 1991
17.4.2021
Ik las 'Brieven aan mijn achterkleinkind' van Peter Hautekiet, een uitstekende manier om de auteur ‘nog’ beter te leren kennen. Ik schrijf ‘nog’ want de auteur is één van mijn beste vrienden en ik meende hem al goed te kennen. Uit het boek blijkt dat er meer affiniteiten zijn dan ik tot nu toe vermoedde. Is het door dit soort affiniteiten dat je, in een fase voorafgaand aan de vriendschap, als magneten naar elkaar begint toe te bewegen?
Als geen ander weet Hautekiet zich te situeren binnen het groter geheel, de vele generaties voor ons en de generaties na ons, gefilterd door de preoccupaties met nostalgische en ethische kwesties. Hij schetst uitzonderlijk warme portretten van zijn vader, zijn grootvader, een verre voorvader Gheraert in Eernegem, zijn zonen… Het is verbluffend hoe in de periode van zijn/onze generatie de zaken veranderen en aan het schuiven zijn gegaan. Hautekiet voelt dan ook de urgentie om dit neer te schrijven voor diegenen die na ons zullen komen.
Er komt een schilderij van mij ter sprake. 'Studie van een Engel' (uit 1990). Het werk kreeg dertig jaren geleden een plaats in de buurt van de bedjes van zijn kinderen als een engelbewaarder…Schilderijen zijn krachtvoorwerpen. Een goed boek een verrukking.
Beeld: Herinnering aan een studie van een engel, olie op geprepareerd karton, 2021
Ik las 'Brieven aan mijn achterkleinkind' van Peter Hautekiet, een uitstekende manier om de auteur ‘nog’ beter te leren kennen. Ik schrijf ‘nog’ want de auteur is één van mijn beste vrienden en ik meende hem al goed te kennen. Uit het boek blijkt dat er meer affiniteiten zijn dan ik tot nu toe vermoedde. Is het door dit soort affiniteiten dat je, in een fase voorafgaand aan de vriendschap, als magneten naar elkaar begint toe te bewegen?
Als geen ander weet Hautekiet zich te situeren binnen het groter geheel, de vele generaties voor ons en de generaties na ons, gefilterd door de preoccupaties met nostalgische en ethische kwesties. Hij schetst uitzonderlijk warme portretten van zijn vader, zijn grootvader, een verre voorvader Gheraert in Eernegem, zijn zonen… Het is verbluffend hoe in de periode van zijn/onze generatie de zaken veranderen en aan het schuiven zijn gegaan. Hautekiet voelt dan ook de urgentie om dit neer te schrijven voor diegenen die na ons zullen komen.
Er komt een schilderij van mij ter sprake. 'Studie van een Engel' (uit 1990). Het werk kreeg dertig jaren geleden een plaats in de buurt van de bedjes van zijn kinderen als een engelbewaarder…Schilderijen zijn krachtvoorwerpen. Een goed boek een verrukking.
Beeld: Herinnering aan een studie van een engel, olie op geprepareerd karton, 2021
10.4.2021
Britta Böhler en Eugen Spiro zijn twee namen die ik graag met u deel. De eerste, Britta Böhler is auteur van ‘De juiste houding’, een roman over een advocaat die wordt ingeschakeld om een verdwenen en beroemd schilderij te restitueren, dit wil zeggen: meewerkt aan een ingewikkelde constructie om een in de oorlog gestolen kunstwerk terug aan een museum te geven om het dan voor veel geld te verkopen op een veiling, Trumpiaanse strategieën… spannend tot de laatste bladzijde. Het boek is uitstekend gedocumenteerd, waarbij de karakters spaarzaam en precies geschetst worden. Op de cover staat een portret van een geheimzinnig glimlachende vrouw van de hand van Eugen Spiro, een Duits-Amerikaanse schilder van Joodse afkomst. Het is geen directe illustratie van het boek, maar geeft wel de sfeer weer. Spiro bereikte de gezegende leeftijd van 98 jaar, was de broer van Baladine Klossowska, ook schilderes. Zij was de moeder van de schilder Balthus en de schrijver Pierre Klossowska en de laatste liefde van Rainer Maria Rilke…. Eugen Spiro maakte prachtige portretten van onder andere lezende vrouwen en een paar indringende zelfportretten.
Beeld: Eugen Spiro, Zelfportret voor de schildersezel, olie op karton, 1955
Britta Böhler en Eugen Spiro zijn twee namen die ik graag met u deel. De eerste, Britta Böhler is auteur van ‘De juiste houding’, een roman over een advocaat die wordt ingeschakeld om een verdwenen en beroemd schilderij te restitueren, dit wil zeggen: meewerkt aan een ingewikkelde constructie om een in de oorlog gestolen kunstwerk terug aan een museum te geven om het dan voor veel geld te verkopen op een veiling, Trumpiaanse strategieën… spannend tot de laatste bladzijde. Het boek is uitstekend gedocumenteerd, waarbij de karakters spaarzaam en precies geschetst worden. Op de cover staat een portret van een geheimzinnig glimlachende vrouw van de hand van Eugen Spiro, een Duits-Amerikaanse schilder van Joodse afkomst. Het is geen directe illustratie van het boek, maar geeft wel de sfeer weer. Spiro bereikte de gezegende leeftijd van 98 jaar, was de broer van Baladine Klossowska, ook schilderes. Zij was de moeder van de schilder Balthus en de schrijver Pierre Klossowska en de laatste liefde van Rainer Maria Rilke…. Eugen Spiro maakte prachtige portretten van onder andere lezende vrouwen en een paar indringende zelfportretten.
Beeld: Eugen Spiro, Zelfportret voor de schildersezel, olie op karton, 1955
3.4.2021
Dit jaar wordt in mijn atelier een nieuwe bibliotheek geïnstalleerd naar het ontwerp van de Belgische architect Thierry Lagrange. Zoals in het vorig atelier, zal de nieuwe bibliotheek gebruikt worden als tentoonstellingsruimte. Er zullen regelmatig nieuwe combinaties uitgeprobeerd worden via overzichts- en detailfoto’s. Meer informatie via:
http://www.koenbroucke.com/presentation-1.html
Dit jaar wordt in mijn atelier een nieuwe bibliotheek geïnstalleerd naar het ontwerp van de Belgische architect Thierry Lagrange. Zoals in het vorig atelier, zal de nieuwe bibliotheek gebruikt worden als tentoonstellingsruimte. Er zullen regelmatig nieuwe combinaties uitgeprobeerd worden via overzichts- en detailfoto’s. Meer informatie via:
http://www.koenbroucke.com/presentation-1.html
30.3.2021
Temidden van de Stille of Goede Week: ik geloof in de zinvolheid om (althans een week lang) stil te staan bij het onvatbaar lijden in onze levens. Hierbij deel ik de link naar de opname van onze ‘Portrait of a Lady’ (met Britt Truyts) in Platform Bernaerts in Antwerpen, waar een groot stuk van de Via Crucis van Franz Liszt en de gedichten van de onfortuinlijke Maria Stuart, Queen of Scots in verweven zijn.
Deze opname verschilt van de opname in de Jeruzalemkapel in Brugge door de akoestiek, de sfeer, het decor… en op het einde hebben we er het heerlijk ‘Auf dem Flusse’ van Franz Schubert als ‘encore’ aan toegevoegd. Alles stroomt.
https://vimeo.com/530038361
Temidden van de Stille of Goede Week: ik geloof in de zinvolheid om (althans een week lang) stil te staan bij het onvatbaar lijden in onze levens. Hierbij deel ik de link naar de opname van onze ‘Portrait of a Lady’ (met Britt Truyts) in Platform Bernaerts in Antwerpen, waar een groot stuk van de Via Crucis van Franz Liszt en de gedichten van de onfortuinlijke Maria Stuart, Queen of Scots in verweven zijn.
Deze opname verschilt van de opname in de Jeruzalemkapel in Brugge door de akoestiek, de sfeer, het decor… en op het einde hebben we er het heerlijk ‘Auf dem Flusse’ van Franz Schubert als ‘encore’ aan toegevoegd. Alles stroomt.
https://vimeo.com/530038361
28.3.2021
Over het portret van mijn moeder, hoe het is ontstaan en waarom ik het pas 37 jaar na haar plots overlijden schilderde, het geheime leven en de draagsporen van de dingen en over de zeldzame gelukservaringen op het moment dat je alles kan loslaten, heb ik uitvoerig kunnen praten vanmorgen op Touché (Radio 1). Met veel dank aan de behendige vragenstelster Friedl’ Lesage.
Beeld: Koen Broucke, Mijn moeder, acryl op doek, 2020
https://radio1.be/wat-raakt-koen-broucke
Over het portret van mijn moeder, hoe het is ontstaan en waarom ik het pas 37 jaar na haar plots overlijden schilderde, het geheime leven en de draagsporen van de dingen en over de zeldzame gelukservaringen op het moment dat je alles kan loslaten, heb ik uitvoerig kunnen praten vanmorgen op Touché (Radio 1). Met veel dank aan de behendige vragenstelster Friedl’ Lesage.
Beeld: Koen Broucke, Mijn moeder, acryl op doek, 2020
https://radio1.be/wat-raakt-koen-broucke
27.3.2021
Ik hoor een minister zeggen: ‘het virus houdt ervan dat we samenkomen.’ Het samenkomen wordt dus weer verder beperkt. Jammer genoeg behoort de ontmoeting ook tot de essentie van de kunst. De creatie en het repeteren kunnen eenzame momenten zijn, maar het delen hiervan is cruciaal, levend en sociaal. Een jaar lang zijn we aan het dwalen in het duister op zoek naar alternatieven. Streaming, opnames en digitale platformen zijn een zeker soelaas. Zondag, vanaf 20u, staat onze tweede voorstelling ‘Portrait of a Lady’ (met Britt Truyts) online.
Met dank aan: Mon, Peter en Christophe Bernaerts, Ilse Aerts, Benjamin en Christophe Albertijn, Pieter Hellemans, Thomas Rillaerts, Sigrid Geldhof, Dirk Caluwaerts, Annik Klaes en het Departement Cultuur, Jeugd en Media van de Vlaamse gemeenschap.
Beeld: Koen Broucke, Haar schaduw, aquarel op Fabriano, 2019 (privé-verzameling)
Ik hoor een minister zeggen: ‘het virus houdt ervan dat we samenkomen.’ Het samenkomen wordt dus weer verder beperkt. Jammer genoeg behoort de ontmoeting ook tot de essentie van de kunst. De creatie en het repeteren kunnen eenzame momenten zijn, maar het delen hiervan is cruciaal, levend en sociaal. Een jaar lang zijn we aan het dwalen in het duister op zoek naar alternatieven. Streaming, opnames en digitale platformen zijn een zeker soelaas. Zondag, vanaf 20u, staat onze tweede voorstelling ‘Portrait of a Lady’ (met Britt Truyts) online.
Met dank aan: Mon, Peter en Christophe Bernaerts, Ilse Aerts, Benjamin en Christophe Albertijn, Pieter Hellemans, Thomas Rillaerts, Sigrid Geldhof, Dirk Caluwaerts, Annik Klaes en het Departement Cultuur, Jeugd en Media van de Vlaamse gemeenschap.
Beeld: Koen Broucke, Haar schaduw, aquarel op Fabriano, 2019 (privé-verzameling)
25.3.2021
This is my contribution to Rhizoma Lab online exhibition “Back to the Future of Public Space: Postcards from 2020”
At the origin of the pandemic is undoubtedly the restriction of the natural habitats of a number of animals. What can we learn from animals about natural and healthy distances between species and individuals, or even about ‘social distancing’?
Image: Koen Broucke, 'The distance between two humans is a bird.’, acrylic on paper, 2012
Many thanks to Dorotea Ottaviani and Cecilia De Marinis
https://www.rhizomalab.com/back-to-the-future-of-public-space
This is my contribution to Rhizoma Lab online exhibition “Back to the Future of Public Space: Postcards from 2020”
At the origin of the pandemic is undoubtedly the restriction of the natural habitats of a number of animals. What can we learn from animals about natural and healthy distances between species and individuals, or even about ‘social distancing’?
Image: Koen Broucke, 'The distance between two humans is a bird.’, acrylic on paper, 2012
Many thanks to Dorotea Ottaviani and Cecilia De Marinis
https://www.rhizomalab.com/back-to-the-future-of-public-space
23.3.2021
Van 27 maart tot en met 27 juni 2021 zullen twee pentekeningen van mijn hand deel uitmaken van de tentoonstelling ‘Paul van Ostaijen, Van kunstpaus tot einzelgänger’ in ‘Walden Art Stories.’
Met werk van: Herbert Behrens-Hangeler, Koen Broucke, Jan Cockx, Victor Delhez, Prosper De Troyer, George Grosz, Stanislas Jasinski, Floris Jespers, Oscar Jespers, Paul Joostens, Jos Léonard, Karel Maes, Jozef Peeters, Peter Laszlo Peri, Victor Servranckx en Fritz Stuckenberg.
‘Op dat moment, het moment dat ik hem tekende, was het alsof ik hem kon aanraken. Wij, de ‘Miavoyanen' – Koen Peeters, Peter Holvoet-Hanssen, Pascal Verbeken en ik – hadden gehoor gegeven aan de opdracht van Richard Minne en waren naar het voormalig kuuroord ‘Le Vallon’ in Miavoye getrokken. Dit was de plek waar hij aan tuberculose was overleden. We hadden zo veel mogelijk van hem gelezen en opnieuw gelezen, over hem gepraat en gediscussieerd. Samen bezochten we de plekken waar hij eerder was gepasseerd, had geschreven en geslapen. We droomden en fantaseerden over hem. We hadden zijn manuscripten bekeken, bestudeerd, eraan geroken en ze aangeraakt.’
Beeld: Koen Broucke, Portret van Paul Van Ostaijen, Rode inkt op papier, 2013
Met dank aan: Ewald Peters en Dennis Van Mol
Walden Art Stories - Oever 5 - Antwerpen 2000
https://waldenartstories.com
Van 27 maart tot en met 27 juni 2021 zullen twee pentekeningen van mijn hand deel uitmaken van de tentoonstelling ‘Paul van Ostaijen, Van kunstpaus tot einzelgänger’ in ‘Walden Art Stories.’
Met werk van: Herbert Behrens-Hangeler, Koen Broucke, Jan Cockx, Victor Delhez, Prosper De Troyer, George Grosz, Stanislas Jasinski, Floris Jespers, Oscar Jespers, Paul Joostens, Jos Léonard, Karel Maes, Jozef Peeters, Peter Laszlo Peri, Victor Servranckx en Fritz Stuckenberg.
‘Op dat moment, het moment dat ik hem tekende, was het alsof ik hem kon aanraken. Wij, de ‘Miavoyanen' – Koen Peeters, Peter Holvoet-Hanssen, Pascal Verbeken en ik – hadden gehoor gegeven aan de opdracht van Richard Minne en waren naar het voormalig kuuroord ‘Le Vallon’ in Miavoye getrokken. Dit was de plek waar hij aan tuberculose was overleden. We hadden zo veel mogelijk van hem gelezen en opnieuw gelezen, over hem gepraat en gediscussieerd. Samen bezochten we de plekken waar hij eerder was gepasseerd, had geschreven en geslapen. We droomden en fantaseerden over hem. We hadden zijn manuscripten bekeken, bestudeerd, eraan geroken en ze aangeraakt.’
Beeld: Koen Broucke, Portret van Paul Van Ostaijen, Rode inkt op papier, 2013
Met dank aan: Ewald Peters en Dennis Van Mol
Walden Art Stories - Oever 5 - Antwerpen 2000
https://waldenartstories.com
22.3.2021
Terwijl onze eerste ‘Portrait of a Lady’ online verscheen, konden we het een tweede keer opnemen in Platform Bernaerts (Antwerpen). We keerden de speelrichting om. De lege, rood pluchen theaterzetels werden een symbolische achtergrond.
sopraan: Britt Truyts
piano en schilderijen: Koen Broucke
Met dank aan: Mon, Peter en Christophe Bernaerts, Ilse Aerts; het Departement Cultuur, Jeugd en Media van de Vlaamse gemeenschap; white shadows bv, Benjamin en Christophe Albertijn, Pieter Hellemans en Thomas Rillaerts; Sigrid Geldhof, Dirk Caluwaerts en Annik Klaes.
Foto: Sigrid Geldhof
Terwijl onze eerste ‘Portrait of a Lady’ online verscheen, konden we het een tweede keer opnemen in Platform Bernaerts (Antwerpen). We keerden de speelrichting om. De lege, rood pluchen theaterzetels werden een symbolische achtergrond.
sopraan: Britt Truyts
piano en schilderijen: Koen Broucke
Met dank aan: Mon, Peter en Christophe Bernaerts, Ilse Aerts; het Departement Cultuur, Jeugd en Media van de Vlaamse gemeenschap; white shadows bv, Benjamin en Christophe Albertijn, Pieter Hellemans en Thomas Rillaerts; Sigrid Geldhof, Dirk Caluwaerts en Annik Klaes.
Foto: Sigrid Geldhof
20.3.2021
Het was een overweldigende ervaring om onze ‘Portrait of a Lady’ te mogen spelen in de Jeruzalemkerk (Adornesdomein) in Brugge. Het was er middeleeuws koud, onze adem kwam in wolkjes naar buiten, we dekten de koude stenen vloer af met schapen- en rendiervachten, hielden onze handen zo lang mogelijk warm in wollen handschoenen en speelden alsof het onze laatste keer kon zijn.
Aan de hand van schilderijen en liederen wordt een caleidoscopisch portret geschetst van sterke vrouwen door de tijden heen. De voorstelling belicht de moedige rol van Jeanne d'Arc en Mary Stuart die publiekelijk durfden in opstand te komen, en Maria, de heilige Veronica en de vrouwen van Jeruzalem in het lijdensverhaal van Jezus. Eén voor één vrouwen die het aandurfden om met hun eigen denkkracht, verbeeldingskracht en hartstocht verzet te plegen tegen de machtsstructuren van hun tijd.
Rode draad door de voorstelling is de liederencyclus ‘Gedichte der Königin Maria Stuart’ van Robert Schumann en delen van het werk ‘Via Crucis’ van Franz Liszt. Verder is er muziek van Reynaldo Hahn, Gurdjieff/de Hartmann, Arvo Pärt, John Lennon en Leonard Cohen.
sopraan: Britt Truyts
piano en schilderijen: Koen Broucke
U kan zondag 21 maart vanaf 15u gratis meekijken via:
https://vimeo.com/koenbroucke
Met dank aan: het Adornesdomein; Maximilien en Véronique de Limburg Stirum, Jelle Deltombe; het Departement Cultuur, Jeugd en Media van de Vlaamse gemeenschap; Kaap, Rolf Quaghebeur, Aster Vandermeeren; Piano’s Maene; white shadows bv, Benjamin en Christophe Albertijn, Pieter Hellemans en Thomas Rillaerts; Sigrid Geldhof en Annik Klaes.
Beeld: Koen Broucke, Golfbreker, olie op geprepareerd karton, 2020
Het was een overweldigende ervaring om onze ‘Portrait of a Lady’ te mogen spelen in de Jeruzalemkerk (Adornesdomein) in Brugge. Het was er middeleeuws koud, onze adem kwam in wolkjes naar buiten, we dekten de koude stenen vloer af met schapen- en rendiervachten, hielden onze handen zo lang mogelijk warm in wollen handschoenen en speelden alsof het onze laatste keer kon zijn.
Aan de hand van schilderijen en liederen wordt een caleidoscopisch portret geschetst van sterke vrouwen door de tijden heen. De voorstelling belicht de moedige rol van Jeanne d'Arc en Mary Stuart die publiekelijk durfden in opstand te komen, en Maria, de heilige Veronica en de vrouwen van Jeruzalem in het lijdensverhaal van Jezus. Eén voor één vrouwen die het aandurfden om met hun eigen denkkracht, verbeeldingskracht en hartstocht verzet te plegen tegen de machtsstructuren van hun tijd.
Rode draad door de voorstelling is de liederencyclus ‘Gedichte der Königin Maria Stuart’ van Robert Schumann en delen van het werk ‘Via Crucis’ van Franz Liszt. Verder is er muziek van Reynaldo Hahn, Gurdjieff/de Hartmann, Arvo Pärt, John Lennon en Leonard Cohen.
sopraan: Britt Truyts
piano en schilderijen: Koen Broucke
U kan zondag 21 maart vanaf 15u gratis meekijken via:
https://vimeo.com/koenbroucke
Met dank aan: het Adornesdomein; Maximilien en Véronique de Limburg Stirum, Jelle Deltombe; het Departement Cultuur, Jeugd en Media van de Vlaamse gemeenschap; Kaap, Rolf Quaghebeur, Aster Vandermeeren; Piano’s Maene; white shadows bv, Benjamin en Christophe Albertijn, Pieter Hellemans en Thomas Rillaerts; Sigrid Geldhof en Annik Klaes.
Beeld: Koen Broucke, Golfbreker, olie op geprepareerd karton, 2020
6.3.2021
Mijn ‘Ferry-boat’ is vertrokken. Ik blijf altijd een beetje verweesd achter wanneer een werk het atelier verlaat. Maar dat gevoel wordt meer dan verzacht door de vreugde, de tevredenheid en de associaties van de verzamelaar. Het werk kan een eigen leven gaan leiden. En er is eindelijk een goede foto van gemaakt. Nu we niet meer kunnen reizen naar verre bestemmingen, is het een vanzelfsprekende ode aan het reizen in de geest.
Beeld: Koen Broucke, 'Ferry-boat', olie op geprepareerd papier op karton, 2020 (privé-verzameling)
Mijn ‘Ferry-boat’ is vertrokken. Ik blijf altijd een beetje verweesd achter wanneer een werk het atelier verlaat. Maar dat gevoel wordt meer dan verzacht door de vreugde, de tevredenheid en de associaties van de verzamelaar. Het werk kan een eigen leven gaan leiden. En er is eindelijk een goede foto van gemaakt. Nu we niet meer kunnen reizen naar verre bestemmingen, is het een vanzelfsprekende ode aan het reizen in de geest.
Beeld: Koen Broucke, 'Ferry-boat', olie op geprepareerd papier op karton, 2020 (privé-verzameling)
27.2.2021
Op de laatste dag van dat rare jaar 2020, even voor de schemering, kreeg ik een uitnodiging om mee te gaan zwemmen in de Noordzee. Omdat ik toen schilderend in het midden van een marine navigeerde, ben ik niet op de uitnodiging kunnen ingaan. Ik kreeg achteraf een heerlijk filmpje en kon niet anders dan dit als basis te gebruiken voor een nieuwe marine… en zo toch enigszins aanwezig zijn. Schilderen is een zeer avontuurlijke onderdompeling.
Beeld: Koen Broucke, nachtelijk zeebad, olie op doek, 2021 (privé-verzameling)
Op de laatste dag van dat rare jaar 2020, even voor de schemering, kreeg ik een uitnodiging om mee te gaan zwemmen in de Noordzee. Omdat ik toen schilderend in het midden van een marine navigeerde, ben ik niet op de uitnodiging kunnen ingaan. Ik kreeg achteraf een heerlijk filmpje en kon niet anders dan dit als basis te gebruiken voor een nieuwe marine… en zo toch enigszins aanwezig zijn. Schilderen is een zeer avontuurlijke onderdompeling.
Beeld: Koen Broucke, nachtelijk zeebad, olie op doek, 2021 (privé-verzameling)
23.2.2021
De ene verjaardag verbergt een andere. Tweehonderd jaar geleden overleed John Keats in Rome. In de winter 2019-20 heb ik vele uren doorgebracht in het kleine kamertje aan de Spaanse trappen waar het drama zich afspeelde. De observaties en de schetsen kregen hun plaats in mijn doctoraat in de kunsten ‘Onder de roze duisternis van het slagveld’.
Beeld: Koen Broucke, Het sterfhuis van John Keats, acryl op doek, 2019
De ene verjaardag verbergt een andere. Tweehonderd jaar geleden overleed John Keats in Rome. In de winter 2019-20 heb ik vele uren doorgebracht in het kleine kamertje aan de Spaanse trappen waar het drama zich afspeelde. De observaties en de schetsen kregen hun plaats in mijn doctoraat in de kunsten ‘Onder de roze duisternis van het slagveld’.
Beeld: Koen Broucke, Het sterfhuis van John Keats, acryl op doek, 2019
21.2.2021
‘Soms monstert ze zichzelf naakt in de badkamerspiegel, het smalle bovenlijf en de kleine borsten, de opvallend brede taille, de licht gebolde buik, de dijen zwaar met een verdikking vlak boven de knie, het geslacht goed zichtbaar nu het schaamhaar dunner is geworden, het spleetje klein vergeleken bij wat in pornofilms wordt geëxhibeerd. Twee blauwe strepen vlak boven de liezen, sporen van haar zwangerschapsstriemen. Ze is verbaasd - ze heeft hetzelfde lijf gehouden sinds ze, rond haar zestiende, is gestopt met groeien.’
Genadeloos observeert Annie Ernaux, 52 jaar oud, zichzelf in de spiegel. Met dezelfde aandacht kijkt ze in het boek ‘De jaren’ (Les Années, 2008) naar een tiental foto’s van haarzelf. In de derde persoon enkelvoud, tegenwoordige tijd. Deze foto’s, samen met de observaties van de opeenvolgende familiefeesten sinds het einde van de tweede wereldoorlog, zijn de raamvertelling van dit beklijvend boek. Ze genereren de herinneringen tegen de achtergrond van een veranderende samenleving. Derde persoon enkelvoud, verleden tijd.
‘Ze zullen allemaal in één klap verdwijnen, zoals ook zijn verdwenen de miljoenen beelden achter de voorhoofden van grootouders die een halve eeuw geleden zijn overleden, van ouders die intussen ook dood zijn. Beelden waarop je als kleuter voorkwam naast andere mensen die al waren overleden voordat je geboren was, precies zoals in onze herinneringen onze jonge kinderen aanwezig zijn naast onze ouders en onze schoolvriendinnen. En eens zullen wij in de herinneringen van onze kinderen voorkomen te midden van kleinkinderen en van mensen die nog niet geboren zijn. Het geheugen stopt nooit, net zomin als de seksuele begeerte. In het geheugen vindt de koppeling plaats tussen de doden en de levenden, tussen werkelijke en gefantaseerde wezens, tussen droom en geschiedenis.’
‘De jaren’ is opnieuw één van die meesterlijke vertalingen van Rokus Hofstede. In een interview met Guinevere Claeys zegt hij hierover: ‘Ik vind het altijd spannend om te kijken of ik dat speciale muziekje van de originele tekst opnieuw kan laten weerklinken in de vertaling. Dat is een heerlijke, soms ook gekmakende zoektocht.’
Kun je een boek ook vertalen in een schilderij?
Beeld: Koen Broucke, Het spiegelbeeld, acryl op papier, 2012
‘Soms monstert ze zichzelf naakt in de badkamerspiegel, het smalle bovenlijf en de kleine borsten, de opvallend brede taille, de licht gebolde buik, de dijen zwaar met een verdikking vlak boven de knie, het geslacht goed zichtbaar nu het schaamhaar dunner is geworden, het spleetje klein vergeleken bij wat in pornofilms wordt geëxhibeerd. Twee blauwe strepen vlak boven de liezen, sporen van haar zwangerschapsstriemen. Ze is verbaasd - ze heeft hetzelfde lijf gehouden sinds ze, rond haar zestiende, is gestopt met groeien.’
Genadeloos observeert Annie Ernaux, 52 jaar oud, zichzelf in de spiegel. Met dezelfde aandacht kijkt ze in het boek ‘De jaren’ (Les Années, 2008) naar een tiental foto’s van haarzelf. In de derde persoon enkelvoud, tegenwoordige tijd. Deze foto’s, samen met de observaties van de opeenvolgende familiefeesten sinds het einde van de tweede wereldoorlog, zijn de raamvertelling van dit beklijvend boek. Ze genereren de herinneringen tegen de achtergrond van een veranderende samenleving. Derde persoon enkelvoud, verleden tijd.
‘Ze zullen allemaal in één klap verdwijnen, zoals ook zijn verdwenen de miljoenen beelden achter de voorhoofden van grootouders die een halve eeuw geleden zijn overleden, van ouders die intussen ook dood zijn. Beelden waarop je als kleuter voorkwam naast andere mensen die al waren overleden voordat je geboren was, precies zoals in onze herinneringen onze jonge kinderen aanwezig zijn naast onze ouders en onze schoolvriendinnen. En eens zullen wij in de herinneringen van onze kinderen voorkomen te midden van kleinkinderen en van mensen die nog niet geboren zijn. Het geheugen stopt nooit, net zomin als de seksuele begeerte. In het geheugen vindt de koppeling plaats tussen de doden en de levenden, tussen werkelijke en gefantaseerde wezens, tussen droom en geschiedenis.’
‘De jaren’ is opnieuw één van die meesterlijke vertalingen van Rokus Hofstede. In een interview met Guinevere Claeys zegt hij hierover: ‘Ik vind het altijd spannend om te kijken of ik dat speciale muziekje van de originele tekst opnieuw kan laten weerklinken in de vertaling. Dat is een heerlijke, soms ook gekmakende zoektocht.’
Kun je een boek ook vertalen in een schilderij?
Beeld: Koen Broucke, Het spiegelbeeld, acryl op papier, 2012
17.2.2021
Vier dagen lang wandelde ik met mijn zoon door alle vormen van sneeuw: verse, poederige, bevroren, verstuivende, vallende, knisperende, krakende, glinsterende, matte, in weg zinkende, verende, vuile, gekrompen, smeltende, laatste, verdwenen sneeuw… Onze gesprekken in wittinten.
Beeld: Late namiddagzon in het atelier & Koen Broucke, De besneeuwde berg Chamia, olie op doek, 2021
Vier dagen lang wandelde ik met mijn zoon door alle vormen van sneeuw: verse, poederige, bevroren, verstuivende, vallende, knisperende, krakende, glinsterende, matte, in weg zinkende, verende, vuile, gekrompen, smeltende, laatste, verdwenen sneeuw… Onze gesprekken in wittinten.
Beeld: Late namiddagzon in het atelier & Koen Broucke, De besneeuwde berg Chamia, olie op doek, 2021
13.2.2021
Besmette Stad
De voorbije weken digitaliseerde ik drie schetsboeken die samen met de schilderijen van mijn ‘gruweldieren’ zijn aangekocht door deBuren. Het gaat over een aantal werken die ik maakte in een samenwerkingsproject met de Nederlandse dichter Hélène Gelèns als antwoord op de legendarische pagina ‘Zeppelin’ uit ‘Bezette Stad’ van Paul Van Ostaijen. Onze bijdrage prijkt al enige tijd op de website van deBuren en binnenkort ook in een boek, uitgegeven bij Pelckmans.
De schetsboeken zijn stille en onverbloemde documenten van de lockdown en de ontstaansgeschiedenis van dit werk. Ze bevatten vroegere tekeningen en aquarellen van Rome, de Chamia - mijn geliefde berg in Waulsort -, frêle gedroogde bloemen, details van mortellagen, inheemse architecturale details, kopieën naar Picasso, de troost schenkende Noordzee, mijn vondsten als strandjutter, de vele pogingen om het logo ‘Zeppelin' om te zetten in het logo ‘Wuhan’, dode dieren op beestenmarkten, padden en vleermuizen, een enkele wasbeer… aangetroffen tijdens mijn wandelingen…
Met dank aan: Willem Bongers-Dek, Matthijs de Ridder, Hélène Gelèns, Nele Braux, Ellen Van Tichelt en Michèle Meermans.
Beeld: Koen Broucke, Bestiae, olie op papier, 2020
www.besmettestad.eu
Besmette Stad
De voorbije weken digitaliseerde ik drie schetsboeken die samen met de schilderijen van mijn ‘gruweldieren’ zijn aangekocht door deBuren. Het gaat over een aantal werken die ik maakte in een samenwerkingsproject met de Nederlandse dichter Hélène Gelèns als antwoord op de legendarische pagina ‘Zeppelin’ uit ‘Bezette Stad’ van Paul Van Ostaijen. Onze bijdrage prijkt al enige tijd op de website van deBuren en binnenkort ook in een boek, uitgegeven bij Pelckmans.
De schetsboeken zijn stille en onverbloemde documenten van de lockdown en de ontstaansgeschiedenis van dit werk. Ze bevatten vroegere tekeningen en aquarellen van Rome, de Chamia - mijn geliefde berg in Waulsort -, frêle gedroogde bloemen, details van mortellagen, inheemse architecturale details, kopieën naar Picasso, de troost schenkende Noordzee, mijn vondsten als strandjutter, de vele pogingen om het logo ‘Zeppelin' om te zetten in het logo ‘Wuhan’, dode dieren op beestenmarkten, padden en vleermuizen, een enkele wasbeer… aangetroffen tijdens mijn wandelingen…
Met dank aan: Willem Bongers-Dek, Matthijs de Ridder, Hélène Gelèns, Nele Braux, Ellen Van Tichelt en Michèle Meermans.
Beeld: Koen Broucke, Bestiae, olie op papier, 2020
www.besmettestad.eu
10.2.2021
Repetitie met Britt Truyts, rood gevleugelde sopraan voor ‘Portrait of a Lady’ in Platform Bernaerts. Het is heerlijk om elkaar zo snel terug te vinden in de muziek, ondanks lockdowns, afstanden en sociale beperkingen…
U kan ons beluisteren in de Sint-Antoniuskerk, Edegem (7.3.2021 avant-première uitgesteld naar 6.6.2021, in samenwerking met Orfeo), Adornesdomein, Brugge (14.3.2021 première), Platform Bernaerts, Antwerpen (21.3.2021), D'Apostrof, Meigem (8.5.2021)… Door de coronamaatregelen zullen een aantal van de concert-voorstellingen zonder of met beperkt publiek doorgaan, alleen maar gestreamd worden of verschoven naar andere data… Ik houd u hiervan op de hoogte
‘Portrait of a Lady is een concert-voorstelling of een tentoonstelling met de duur van een lied-recital, waarin schilderijen fysiek aan het publiek worden getoond. Britt Truyts, sopraan zingt. Koen Broucke begeleidt haar aan de piano met muziek van Franz Liszt, Robert Schumann, Reynaldo Hahn, Gurdjieff/de Hartmann, Arvo Pärt, John Lennon en Leonard Cohen.’
(En o ja, wanneer ik Britt begeleid in ‘O Traurigkeit, O Herzeleid’ (Bach/Liszt) ben ik één en al ernst.)
Repetitie met Britt Truyts, rood gevleugelde sopraan voor ‘Portrait of a Lady’ in Platform Bernaerts. Het is heerlijk om elkaar zo snel terug te vinden in de muziek, ondanks lockdowns, afstanden en sociale beperkingen…
U kan ons beluisteren in de Sint-Antoniuskerk, Edegem (7.3.2021 avant-première uitgesteld naar 6.6.2021, in samenwerking met Orfeo), Adornesdomein, Brugge (14.3.2021 première), Platform Bernaerts, Antwerpen (21.3.2021), D'Apostrof, Meigem (8.5.2021)… Door de coronamaatregelen zullen een aantal van de concert-voorstellingen zonder of met beperkt publiek doorgaan, alleen maar gestreamd worden of verschoven naar andere data… Ik houd u hiervan op de hoogte
‘Portrait of a Lady is een concert-voorstelling of een tentoonstelling met de duur van een lied-recital, waarin schilderijen fysiek aan het publiek worden getoond. Britt Truyts, sopraan zingt. Koen Broucke begeleidt haar aan de piano met muziek van Franz Liszt, Robert Schumann, Reynaldo Hahn, Gurdjieff/de Hartmann, Arvo Pärt, John Lennon en Leonard Cohen.’
(En o ja, wanneer ik Britt begeleid in ‘O Traurigkeit, O Herzeleid’ (Bach/Liszt) ben ik één en al ernst.)
6.2.2021
‘De wolkendragers’ van Peter Holvoet-Hanssen is een adembenemende, fascinerende, eclectische bundel. Zoals de grote Victor Hugo probleemloos overging van lange oden tot kernachtige korte gedichten
Demain, dès l'aube, à l'heure où blanchit la campagne,
Je partirai. Vois-tu, je sais que tu m’attends.
(…)
schittert Holvoet in al die genres en mengvormen: van gebalde gedichten zoals ‘Wolkendrager’ zelf (in de vanzelfsprekende lijn van de ‘Gedichten voor de kleine reus’),
daar schrijnt een moeder aan de hemelrand
in vaders nachtmantel
verdronken land
tot historische vertellingen (uit de zeef van de goudzoeker), evocaties, vertalingen, citaten, bijdragen van collega’s, typografische gedichten, groepsgedichten (geschreven met en door schoolklassen, gecoacht en gemixt door de dichter)…
waaronder pareltjes: zoals ‘De gouden lamp’:
waar iets is, is niets.
waar niets, is iets.
(…)
niets is wat het lijkt,
blijf zoeken, blijf doorgaan.
alles is wel ergens
nu staan hier woorden,
eerst stond hier niets.
Ik prijs ook graag het mooie schilderij van Ingrid De Ceuleneer op de cover en het heerlijk zelf genaaid ‘foedraal’ dat ik van de dichter kreeg, met hierin een katern ‘L’élégance et le sport à bord des yachts, 1907’. Elke bundel van Holvoet is een verslavend en betoverend avontuur!
beeld: Koen Broucke, De wolken in januari, olie op geprepareerd karton, 2021
‘De wolkendragers’ van Peter Holvoet-Hanssen is een adembenemende, fascinerende, eclectische bundel. Zoals de grote Victor Hugo probleemloos overging van lange oden tot kernachtige korte gedichten
Demain, dès l'aube, à l'heure où blanchit la campagne,
Je partirai. Vois-tu, je sais que tu m’attends.
(…)
schittert Holvoet in al die genres en mengvormen: van gebalde gedichten zoals ‘Wolkendrager’ zelf (in de vanzelfsprekende lijn van de ‘Gedichten voor de kleine reus’),
daar schrijnt een moeder aan de hemelrand
in vaders nachtmantel
verdronken land
tot historische vertellingen (uit de zeef van de goudzoeker), evocaties, vertalingen, citaten, bijdragen van collega’s, typografische gedichten, groepsgedichten (geschreven met en door schoolklassen, gecoacht en gemixt door de dichter)…
waaronder pareltjes: zoals ‘De gouden lamp’:
waar iets is, is niets.
waar niets, is iets.
(…)
niets is wat het lijkt,
blijf zoeken, blijf doorgaan.
alles is wel ergens
nu staan hier woorden,
eerst stond hier niets.
Ik prijs ook graag het mooie schilderij van Ingrid De Ceuleneer op de cover en het heerlijk zelf genaaid ‘foedraal’ dat ik van de dichter kreeg, met hierin een katern ‘L’élégance et le sport à bord des yachts, 1907’. Elke bundel van Holvoet is een verslavend en betoverend avontuur!
beeld: Koen Broucke, De wolken in januari, olie op geprepareerd karton, 2021
30.1.2021
Het nadeel - maar het is allicht veeleer een voordeel - van een geschilderd beeld tegenover een gefotografeerd beeld, is dat er afstand ontstaat tussen de observatie en het beeld. Je kan het dus minder snel delen, maar er is wel een weg afgelegd. En wat een weg! De observatie ging gepaard met grote vreugde. Ik was uitgelaten dat het toch nog, kort voor het donker werd, begon te sneeuwen. Terwijl de vlokken nog neerwaarts daalden, trok ik er op uit, de berg achter het huis op, door het bos, naar de grote sneeuwvlakte nabij Lennes. De reflectie van het grote witte oppervlak deed deugd aan mijn ogen, die al te lang - een winter lang - in het donker hadden gedoold. Mijn oren genoten van het knisperend samenpersen van de sneeuw. Mijn bottines zakten ongeveer 12 centimeters weg. De perfecte diepte, de perfecte weerstand van sneeuw, niet te veel, niet te weinig. Goed voor een lange zwerftocht en om veel later, wanneer het helemaal donker was, terug naar huis te keren. De volgende dag klom ik langs het steil en glibberig pad naar de belvédère aan de andere kant van de Maas.
beeld: Koen Broucke, Waulsort (Belvédère), olie op doek, 2021
Het nadeel - maar het is allicht veeleer een voordeel - van een geschilderd beeld tegenover een gefotografeerd beeld, is dat er afstand ontstaat tussen de observatie en het beeld. Je kan het dus minder snel delen, maar er is wel een weg afgelegd. En wat een weg! De observatie ging gepaard met grote vreugde. Ik was uitgelaten dat het toch nog, kort voor het donker werd, begon te sneeuwen. Terwijl de vlokken nog neerwaarts daalden, trok ik er op uit, de berg achter het huis op, door het bos, naar de grote sneeuwvlakte nabij Lennes. De reflectie van het grote witte oppervlak deed deugd aan mijn ogen, die al te lang - een winter lang - in het donker hadden gedoold. Mijn oren genoten van het knisperend samenpersen van de sneeuw. Mijn bottines zakten ongeveer 12 centimeters weg. De perfecte diepte, de perfecte weerstand van sneeuw, niet te veel, niet te weinig. Goed voor een lange zwerftocht en om veel later, wanneer het helemaal donker was, terug naar huis te keren. De volgende dag klom ik langs het steil en glibberig pad naar de belvédère aan de andere kant van de Maas.
beeld: Koen Broucke, Waulsort (Belvédère), olie op doek, 2021
De tussentijd
Er is het gevoel dat onze levens ‘on hold’ staan. Ogenschijnlijk staat het leven stil. En toch raast veel gewoon door. Of hebben we alleen maar de indruk dat het stil staat? En sinds wanneer? Sinds het begin van de lockdown? Sinds het begin van het slecht nieuws? Sinds het verlies van ons geloof? In wat? Er is de tussentijd tussen ontwaken en inslapen. Of is het eerder omgekeerd; tussen inslapen en ontwaken? Een symfonie is de tijd tussen het in- en uitgaan van de concertzaal. Maar het is ook een waanzinnig avontuur op zichzelf, dat verwijst naar de tijd ervoor en erna, en er ook weer los van staat. En hoe lang kan de tussentijd duren zonder dat het lastig wordt? Een week, een paar weken, een zomer, een zomer en een winter, de ambtstermijn van een president, een mensenleven? En ondertussen leven we, zijn we aanwezig in bewustzijn, kennen we momenten van geluk en zorgen, verliezen we ons geduld en genieten we van zeeën tussentijd.
beeld: Koen Broucke, De stilte van het konijn, aquarel op Fabriano, 2021
Er is het gevoel dat onze levens ‘on hold’ staan. Ogenschijnlijk staat het leven stil. En toch raast veel gewoon door. Of hebben we alleen maar de indruk dat het stil staat? En sinds wanneer? Sinds het begin van de lockdown? Sinds het begin van het slecht nieuws? Sinds het verlies van ons geloof? In wat? Er is de tussentijd tussen ontwaken en inslapen. Of is het eerder omgekeerd; tussen inslapen en ontwaken? Een symfonie is de tijd tussen het in- en uitgaan van de concertzaal. Maar het is ook een waanzinnig avontuur op zichzelf, dat verwijst naar de tijd ervoor en erna, en er ook weer los van staat. En hoe lang kan de tussentijd duren zonder dat het lastig wordt? Een week, een paar weken, een zomer, een zomer en een winter, de ambtstermijn van een president, een mensenleven? En ondertussen leven we, zijn we aanwezig in bewustzijn, kennen we momenten van geluk en zorgen, verliezen we ons geduld en genieten we van zeeën tussentijd.
beeld: Koen Broucke, De stilte van het konijn, aquarel op Fabriano, 2021
14.1.2021
De avonden van januari zijn lang... Rond zonsondergang stop ik met schilderen en leg mijn palet aan de kant. Ik zou kunnen verder schilderen met de perfecte daglichtlampen die hier aanwezig zijn, maar doe het liever niet. Ook overdag steek ik ze zelden aan. Ik beweeg mee op de fluctuaties van meer en minder licht, bewolkingen en opklaringen. Er zijn geen avondactiviteiten buitenshuis. Er komen geen vrienden op bezoek. Ja, we missen jullie vanzelfsprekend komen en gaan... Na het avondeten weiger ik naar de repetitieve nieuwsshow te kijken of me aan het infuus van de televisie te leggen. Ik heb al genoeg input gekregen door de kranten te lezen via de vele schermen die me omringen en de echo’s hiervan op sociale media. Wat kan ik nog doen vanavond? Verder studeren aan enkele lastige passages in de partituren voor ‘A portrait of a Lady’ waar ik samen met sopraan Britt Truyts vanaf maart mee op het podium sta… een fuga van Bach of een variatiereeks van Händel? Daar is geduldig veel werk aan. En nadien? Het is nog steeds te vroeg om te gaan slapen. Ik zal me met de avond verzoenen, zelf avond worden, mijn innerlijke stilte af stemmen op de omringende stilte van de ingeslapen natuur.
beeld: Koen Broucke, Avond aan zee, aquarel op Fabriano, 2019
De avonden van januari zijn lang... Rond zonsondergang stop ik met schilderen en leg mijn palet aan de kant. Ik zou kunnen verder schilderen met de perfecte daglichtlampen die hier aanwezig zijn, maar doe het liever niet. Ook overdag steek ik ze zelden aan. Ik beweeg mee op de fluctuaties van meer en minder licht, bewolkingen en opklaringen. Er zijn geen avondactiviteiten buitenshuis. Er komen geen vrienden op bezoek. Ja, we missen jullie vanzelfsprekend komen en gaan... Na het avondeten weiger ik naar de repetitieve nieuwsshow te kijken of me aan het infuus van de televisie te leggen. Ik heb al genoeg input gekregen door de kranten te lezen via de vele schermen die me omringen en de echo’s hiervan op sociale media. Wat kan ik nog doen vanavond? Verder studeren aan enkele lastige passages in de partituren voor ‘A portrait of a Lady’ waar ik samen met sopraan Britt Truyts vanaf maart mee op het podium sta… een fuga van Bach of een variatiereeks van Händel? Daar is geduldig veel werk aan. En nadien? Het is nog steeds te vroeg om te gaan slapen. Ik zal me met de avond verzoenen, zelf avond worden, mijn innerlijke stilte af stemmen op de omringende stilte van de ingeslapen natuur.
beeld: Koen Broucke, Avond aan zee, aquarel op Fabriano, 2019
12.1.2021
Ik las ‘Dochter van de dekolonisatie ‘ van Nadia Nsayi, reeds toe aan een derde druk (EPO, 2020). Het is een ingenieuze combinatie van de beschrijving van het eigen levensverhaal en herkomst met de grote wereldgeschiedenis. Uiteraard ligt bij Nsayi, in Congo geboren maar met deels Belgische roots (zij is de dochter van een zwarte moeder en een metisvader) de klemtoon op de kolonisatie en de dekolonisatie, en de verhoudingen van het kleine België tot zijn immens grote, voormalige kolonie. Maar ook sociale wantoestanden in het negentiende eeuwse België of de Marokkaanse migratie naar België komen aan bod. En dat die migratiestromen van groot belang zijn om vandaag te begrijpen en samen te leven, blijkt alleen al uit de cijfers: ‘Tegenwoordig telt de Stad Antwerpen ongeveer 530.000 inwoners van wie 51 procent een migratie-achtergrond heeft (in totaal 172 nationaliteiten)’.
De balans in het boek is uiterst precies, en dat komt zeker door de bijzondere empathie van de auteur. Nooit komt zij teveel op de voorgrond, haar eigen verhaal is steeds een aanleiding om het groter verhaal beter te begrijpen. Dat laatste wordt dan ook meeslepend en helder geschreven. Ik had het wel even nodig om die zeer complexe geschiedenis van Centraal Afrika met de oneindige opflakkeringen van rebellenbewegingen nog eens goed op een rijtje te krijgen. Wat me opviel in het boek zijn de vele vragen. Soms zijn het existentiële vragen. ‘Ik stel mijn werk in vraag. Wie ben ik om vanuit België kritische standpunten in te nemen over de verkiezingen in Congo? Mijn roots volstaan niet.’ Soms zijn het tautologische vragen, morele, onopgeloste of onoplosbare vragen. Soms zijn het politieke vragen, biografische vragen, vragen naar meer onderzoek… Bijvoorbeeld over de Belgische grootvader ‘Waarom nam hij ontslag als koloniaal ambtenaar? (…) Hoe verliep het afscheid met Louisa (zijn zwarte vrouw) en haar zoon? (…) De bundeling van al deze vragen en de antwoorden hierop zou een nieuw spannend boek kunnen opleveren. Maar soms is het ook goed om met prikkelende en stimulerende vragen te blijven zitten.
Tot slot, in het laatste hoofdstuk voert Nsayi een heftig en steeds helder pleidooi om de dekolonisatie verder te voltrekken. Er is nog veel werk aan de winkel, met name in de diepgewortelde koloniale beeldvorming. Zij stelt bijzonder concrete en genuanceerde maatregelen voor op vier terreinen: de cultuursector, de educatie, de sociaal-economische sector en op internationaal niveau. Zij pleit er bijvoorbeeld voor om de standbeelden van Koning Leopold II, aanvoerder en organisator van systematische uitbuiting en ongeziene wreedheden, te laten staan of in musea onder te brengen, maar wel te voorzien van meer duiding en tegenwicht in andere, zwarte en alternatieve monumenten. In dat kader kan ik mijn werk uit 2018 van onder het stof halen. Het stelt ‘L’ouvrier de l’expansion belge’ voor, gedrenkt in een bad van duisternis en bloed, waarin wij verdwaald zijn, nog steeds…
beeld: Koen Broucke, L’ouvrier, acryl op doek, 2018
En kijkt u vooral ook naar haar Nottebohmlezing (met lichtbeelden!) naar aanleiding van het boek. Vanwege de corona-maatregelen ging de lezing door in een lege zaal, maar ze is wel opgenomen door een ploeg van Behoud de Begeerte. Mijn gebruikelijke inleiding rolt als een pancarte af aan het begin van het filmpje: https://www.consciencebibliotheek.be/nl/pagina/bekijk-de-nottebohmlezing-van-nadia-nsayi
Ik las ‘Dochter van de dekolonisatie ‘ van Nadia Nsayi, reeds toe aan een derde druk (EPO, 2020). Het is een ingenieuze combinatie van de beschrijving van het eigen levensverhaal en herkomst met de grote wereldgeschiedenis. Uiteraard ligt bij Nsayi, in Congo geboren maar met deels Belgische roots (zij is de dochter van een zwarte moeder en een metisvader) de klemtoon op de kolonisatie en de dekolonisatie, en de verhoudingen van het kleine België tot zijn immens grote, voormalige kolonie. Maar ook sociale wantoestanden in het negentiende eeuwse België of de Marokkaanse migratie naar België komen aan bod. En dat die migratiestromen van groot belang zijn om vandaag te begrijpen en samen te leven, blijkt alleen al uit de cijfers: ‘Tegenwoordig telt de Stad Antwerpen ongeveer 530.000 inwoners van wie 51 procent een migratie-achtergrond heeft (in totaal 172 nationaliteiten)’.
De balans in het boek is uiterst precies, en dat komt zeker door de bijzondere empathie van de auteur. Nooit komt zij teveel op de voorgrond, haar eigen verhaal is steeds een aanleiding om het groter verhaal beter te begrijpen. Dat laatste wordt dan ook meeslepend en helder geschreven. Ik had het wel even nodig om die zeer complexe geschiedenis van Centraal Afrika met de oneindige opflakkeringen van rebellenbewegingen nog eens goed op een rijtje te krijgen. Wat me opviel in het boek zijn de vele vragen. Soms zijn het existentiële vragen. ‘Ik stel mijn werk in vraag. Wie ben ik om vanuit België kritische standpunten in te nemen over de verkiezingen in Congo? Mijn roots volstaan niet.’ Soms zijn het tautologische vragen, morele, onopgeloste of onoplosbare vragen. Soms zijn het politieke vragen, biografische vragen, vragen naar meer onderzoek… Bijvoorbeeld over de Belgische grootvader ‘Waarom nam hij ontslag als koloniaal ambtenaar? (…) Hoe verliep het afscheid met Louisa (zijn zwarte vrouw) en haar zoon? (…) De bundeling van al deze vragen en de antwoorden hierop zou een nieuw spannend boek kunnen opleveren. Maar soms is het ook goed om met prikkelende en stimulerende vragen te blijven zitten.
Tot slot, in het laatste hoofdstuk voert Nsayi een heftig en steeds helder pleidooi om de dekolonisatie verder te voltrekken. Er is nog veel werk aan de winkel, met name in de diepgewortelde koloniale beeldvorming. Zij stelt bijzonder concrete en genuanceerde maatregelen voor op vier terreinen: de cultuursector, de educatie, de sociaal-economische sector en op internationaal niveau. Zij pleit er bijvoorbeeld voor om de standbeelden van Koning Leopold II, aanvoerder en organisator van systematische uitbuiting en ongeziene wreedheden, te laten staan of in musea onder te brengen, maar wel te voorzien van meer duiding en tegenwicht in andere, zwarte en alternatieve monumenten. In dat kader kan ik mijn werk uit 2018 van onder het stof halen. Het stelt ‘L’ouvrier de l’expansion belge’ voor, gedrenkt in een bad van duisternis en bloed, waarin wij verdwaald zijn, nog steeds…
beeld: Koen Broucke, L’ouvrier, acryl op doek, 2018
En kijkt u vooral ook naar haar Nottebohmlezing (met lichtbeelden!) naar aanleiding van het boek. Vanwege de corona-maatregelen ging de lezing door in een lege zaal, maar ze is wel opgenomen door een ploeg van Behoud de Begeerte. Mijn gebruikelijke inleiding rolt als een pancarte af aan het begin van het filmpje: https://www.consciencebibliotheek.be/nl/pagina/bekijk-de-nottebohmlezing-van-nadia-nsayi
10.1.2021
Herbert Ernst Otto Pustkuchen (u kan die naam maar best direct weer vergeten) werd geboren in Detmold (Noordrijn-Westfalen) op 28 december 1889. De zon, die dag nauwelijks zichtbaar, stond in steenbok (‘U staat erom bekend dat u volhardend, vasthoudend en onvermoeibaar bent in het bereiken van uw doelen’). Wij zullen maar aannemen dat het een koude dag was waarin de sneeuw zonder ophouden naar beneden dwarrelde, dat zijn moeder uitgeput maar gelukkig was en zijn vader een beetje wazig van de vele glazen Sekt met vrienden en familieleden. Verliepen zijn jonge jaren via de verwachte paden? Via een snelle opleiding als marinesoldaat, ‘Seekadett’ in 1908 tot ‘Oberleutnant zur See’ in 1915, of waren er weerhaken in dit jeugdig parcours? Ik vraag me af van welke muziek hij hield? Zong zijn moeder terwijl ze met de kinderen bezig was? Hield hij, Herbert, van matrozenliederen? Johann Sebastian Bach? Vanaf juni 1915 voerde hij het bevel over de Duitse onderzeeboot UC 5. Vanaf januari 1916 over de UB 29. Op 24 maart vetrok hij vanuit de haven van Zeebrugge en kreeg om 15u40 een vijandig schip in zicht. Hij verwarde de burgers aan boord met vijandige troepen en vuurde onmiddellijk een torpedo af. (Een militaire vergissing dus. Maar zijn niet alle militaire acties vergissingen?) Het schip, de Sussex, onderweg van Folkstone naar Dieppe brak in twee en verloor zijn voorsteven. De achtersteven bleef drijven en wist de haven van Boulogne te bereiken met hierin de niet gehavende kajuit van de Spaanse pianist en componist Enrique Granados en zijn vrouw Amparo. Hun bezittingen (koffers, kleren, partituren, papieren, eretekens, geld ?…) werden gered. Volgens ooggetuigen sprong Granados in het water en werd hij al snel aan boord van een van de reddingsboten gehesen, maar toen hij kort daarna zijn vrouw in de golven zag worstelen, sprong hij erin om haar te redden. Zij werden beiden door de koude Noordzee opgeslokt. De Granados hadden retourtickets voor 8 maart op het Spaanse vlaggenschip Antonio López dat de New York-Barcelona-lijn verzekerde, maar om nog een concert voor president Woodrow Wilson in het Witte Huis te kunnen geven, hadden ze de datum van de reis met drie dagen uitgesteld. Een fataal uitstel. In Amerika had de componist triomfen geoogst met zijn Goyescas, adembenemende pianostukken geïnspireerd door het werk van Francisco Goya. Op de bijgevoegde foto staat Granados in 1914 gezeten aan zijn Erard vleugelpiano, hetzelfde model dat hier tijdens het schrijven naast mij staat en waaraan veel van zijn tijdgenoten hun composities schreven (César Franck, Gabriel Fauré, Maurice Ravel…). Granados had zijn muziek ingespeeld op pianorollen. Zijn exacte bewegingen werden hierbij tot in de meest minuscule details omgezet in gesponste kaarten. Wanneer die vandaag worden afgespeeld op een gerestaureerd instrument lijkt het of de componist terug aanwezig is, alsof hij zelf terug speelt, met zijn helder, pedaal-arme spel. Onzichtbaar zichtbaar.
https://www.youtube.com/watch?v=qC8ZGxKN_fo
Op het internet kan je terugvinden dat Pustkuchen 151 063 ton ofwel 97 schepen tot zinken heeft gebracht of vernield tot het moment dat hijzelf op 27 mei 1917 als commandant van de UC 66 slachtoffer werd van een bombardement in de buurt van de Scilly-eilanden en verdronk… Welke zeemuziek heeft hij in zijn laatste minuten naar adem happend nog gehoord? De UB 29, de onderzeeër die de Sussex had verwoest, liep waarschijnlijk op een mijn voor Oostende, waar het wrak in 2017 werd teruggevonden met de nog 22 verdronken bemanningsleden aan boord.
Herbert Ernst Otto Pustkuchen (u kan die naam maar best direct weer vergeten) werd geboren in Detmold (Noordrijn-Westfalen) op 28 december 1889. De zon, die dag nauwelijks zichtbaar, stond in steenbok (‘U staat erom bekend dat u volhardend, vasthoudend en onvermoeibaar bent in het bereiken van uw doelen’). Wij zullen maar aannemen dat het een koude dag was waarin de sneeuw zonder ophouden naar beneden dwarrelde, dat zijn moeder uitgeput maar gelukkig was en zijn vader een beetje wazig van de vele glazen Sekt met vrienden en familieleden. Verliepen zijn jonge jaren via de verwachte paden? Via een snelle opleiding als marinesoldaat, ‘Seekadett’ in 1908 tot ‘Oberleutnant zur See’ in 1915, of waren er weerhaken in dit jeugdig parcours? Ik vraag me af van welke muziek hij hield? Zong zijn moeder terwijl ze met de kinderen bezig was? Hield hij, Herbert, van matrozenliederen? Johann Sebastian Bach? Vanaf juni 1915 voerde hij het bevel over de Duitse onderzeeboot UC 5. Vanaf januari 1916 over de UB 29. Op 24 maart vetrok hij vanuit de haven van Zeebrugge en kreeg om 15u40 een vijandig schip in zicht. Hij verwarde de burgers aan boord met vijandige troepen en vuurde onmiddellijk een torpedo af. (Een militaire vergissing dus. Maar zijn niet alle militaire acties vergissingen?) Het schip, de Sussex, onderweg van Folkstone naar Dieppe brak in twee en verloor zijn voorsteven. De achtersteven bleef drijven en wist de haven van Boulogne te bereiken met hierin de niet gehavende kajuit van de Spaanse pianist en componist Enrique Granados en zijn vrouw Amparo. Hun bezittingen (koffers, kleren, partituren, papieren, eretekens, geld ?…) werden gered. Volgens ooggetuigen sprong Granados in het water en werd hij al snel aan boord van een van de reddingsboten gehesen, maar toen hij kort daarna zijn vrouw in de golven zag worstelen, sprong hij erin om haar te redden. Zij werden beiden door de koude Noordzee opgeslokt. De Granados hadden retourtickets voor 8 maart op het Spaanse vlaggenschip Antonio López dat de New York-Barcelona-lijn verzekerde, maar om nog een concert voor president Woodrow Wilson in het Witte Huis te kunnen geven, hadden ze de datum van de reis met drie dagen uitgesteld. Een fataal uitstel. In Amerika had de componist triomfen geoogst met zijn Goyescas, adembenemende pianostukken geïnspireerd door het werk van Francisco Goya. Op de bijgevoegde foto staat Granados in 1914 gezeten aan zijn Erard vleugelpiano, hetzelfde model dat hier tijdens het schrijven naast mij staat en waaraan veel van zijn tijdgenoten hun composities schreven (César Franck, Gabriel Fauré, Maurice Ravel…). Granados had zijn muziek ingespeeld op pianorollen. Zijn exacte bewegingen werden hierbij tot in de meest minuscule details omgezet in gesponste kaarten. Wanneer die vandaag worden afgespeeld op een gerestaureerd instrument lijkt het of de componist terug aanwezig is, alsof hij zelf terug speelt, met zijn helder, pedaal-arme spel. Onzichtbaar zichtbaar.
https://www.youtube.com/watch?v=qC8ZGxKN_fo
Op het internet kan je terugvinden dat Pustkuchen 151 063 ton ofwel 97 schepen tot zinken heeft gebracht of vernield tot het moment dat hijzelf op 27 mei 1917 als commandant van de UC 66 slachtoffer werd van een bombardement in de buurt van de Scilly-eilanden en verdronk… Welke zeemuziek heeft hij in zijn laatste minuten naar adem happend nog gehoord? De UB 29, de onderzeeër die de Sussex had verwoest, liep waarschijnlijk op een mijn voor Oostende, waar het wrak in 2017 werd teruggevonden met de nog 22 verdronken bemanningsleden aan boord.
9.1.2021
Ter ondersteuning van ’t Leeshuus in Oostende wordt er op 23 januari een veiling georganiseerd. Naast werk van respectabele collega’s wordt hier ook een marine van mijn hand geveild:
‘Nachtelijk zeetafereel’ (“Au petit musée”), olie op doek, tussen twee boekensteunen gevezen, 53x20x12cm
‘Ik zocht een oud en sfeervol doekje uit met hierop een fruitstilleven en liet
me leiden door een etiket op de achterkant: “Au petit musée G. Longueville, Encadrements et Gravures artistiques, Parvis Saint Sauveur 8bis, Bruges...” Ik schuurde de verflaag van het stilleven deels af en prepareerde het doek opnieuw met een paarse onderschildering. Hierop schilderde ik een nachtelijk zeetafereel, zoals er in ‘Kamer in Oostende’ beschreven worden. Ik houd ervan meerdere tijdslagen op elkaar te leggen en weer te ontrafelen.’
https://leeshuus.be/oostende/activiteit/veiling_boekensteunen
Ter ondersteuning van ’t Leeshuus in Oostende wordt er op 23 januari een veiling georganiseerd. Naast werk van respectabele collega’s wordt hier ook een marine van mijn hand geveild:
‘Nachtelijk zeetafereel’ (“Au petit musée”), olie op doek, tussen twee boekensteunen gevezen, 53x20x12cm
‘Ik zocht een oud en sfeervol doekje uit met hierop een fruitstilleven en liet
me leiden door een etiket op de achterkant: “Au petit musée G. Longueville, Encadrements et Gravures artistiques, Parvis Saint Sauveur 8bis, Bruges...” Ik schuurde de verflaag van het stilleven deels af en prepareerde het doek opnieuw met een paarse onderschildering. Hierop schilderde ik een nachtelijk zeetafereel, zoals er in ‘Kamer in Oostende’ beschreven worden. Ik houd ervan meerdere tijdslagen op elkaar te leggen en weer te ontrafelen.’
https://leeshuus.be/oostende/activiteit/veiling_boekensteunen
6.1.2021
Op de laatste dag van 2020 begon ik deze marine te schilderen, als een onmiddellijke verwerking van een lichteffect boven de Noordzee, waargenomen diezelfde ochtend. Ik schilderde er de eerste dagen van 2021 aan voort. Is er een verschil met een willekeurig schilderij begonnen en beëindigd in eenzelfde jaar? Wat begint er allemaal in een jaar en eindigt er in het volgend? Pandemieën? Eigenlijk vond de eerste uitbraak van het coronavirus in Wuhan al eind 2019 plaats. Maar wij werden er pas echt mee geconfronteerd en erdoor in onze ‘normaliteit’ bedreigd in 2020. Oorlogen? Hoe arbitrair zijn begin-en einddata van oorlogen? Hoe lang duurt de oorlog in Syrië? Hoe lang duurden de wereldoorlogen? De honderdjarige oorlog? En wat met de opwarming van onze planeet? Die is eigenlijk al 200 jaar geleden ingezet met de toename van de broeikasgassen te wijten aan de industriële revolutie. Maar het is pas de voorbije jaren van warmterecords, inkrimping van de natuurlijke leefgebieden (hier is een onmiddellijk verband met de uitbraak van nieuwe epidemieën) en desastreuze bosbranden dat we het ook aan den lijve ondervinden. En als we nu (dit jaar en de volgende jaren) geen drastische maatregelen treffen, zullen wij het als ‘superieure’ soort niet nog eens 200 jaar uitzingen. We zouden graag geloven dat problemen die het ene jaar rijzen, het volgend jaar weer verdwijnen. Maar is het niet eerder zo dat alles een onscherp begin en een onscherp einde heeft, en terwijl het ene verdwijnt of muteert, het andere weeral verschijnt? Zoals de schilderijen hier in mijn atelier. En zoals de schilder de werkelijkheid kan transformeren, zijn we tot meer in staat dan een paar mooie wensen. We zijn minder machteloos dan het lijkt.
beeld: Koen Broucke, Marine (de laatste dag), olie op doek, 2020-21
Op de laatste dag van 2020 begon ik deze marine te schilderen, als een onmiddellijke verwerking van een lichteffect boven de Noordzee, waargenomen diezelfde ochtend. Ik schilderde er de eerste dagen van 2021 aan voort. Is er een verschil met een willekeurig schilderij begonnen en beëindigd in eenzelfde jaar? Wat begint er allemaal in een jaar en eindigt er in het volgend? Pandemieën? Eigenlijk vond de eerste uitbraak van het coronavirus in Wuhan al eind 2019 plaats. Maar wij werden er pas echt mee geconfronteerd en erdoor in onze ‘normaliteit’ bedreigd in 2020. Oorlogen? Hoe arbitrair zijn begin-en einddata van oorlogen? Hoe lang duurt de oorlog in Syrië? Hoe lang duurden de wereldoorlogen? De honderdjarige oorlog? En wat met de opwarming van onze planeet? Die is eigenlijk al 200 jaar geleden ingezet met de toename van de broeikasgassen te wijten aan de industriële revolutie. Maar het is pas de voorbije jaren van warmterecords, inkrimping van de natuurlijke leefgebieden (hier is een onmiddellijk verband met de uitbraak van nieuwe epidemieën) en desastreuze bosbranden dat we het ook aan den lijve ondervinden. En als we nu (dit jaar en de volgende jaren) geen drastische maatregelen treffen, zullen wij het als ‘superieure’ soort niet nog eens 200 jaar uitzingen. We zouden graag geloven dat problemen die het ene jaar rijzen, het volgend jaar weer verdwijnen. Maar is het niet eerder zo dat alles een onscherp begin en een onscherp einde heeft, en terwijl het ene verdwijnt of muteert, het andere weeral verschijnt? Zoals de schilderijen hier in mijn atelier. En zoals de schilder de werkelijkheid kan transformeren, zijn we tot meer in staat dan een paar mooie wensen. We zijn minder machteloos dan het lijkt.
beeld: Koen Broucke, Marine (de laatste dag), olie op doek, 2020-21
27.12.2020
Winterwandeling
Wij keren terug van de ‘Camp romain’ langs de oude spoorwegbedding. Vorige winter zijn hier alle bomen en struiken gekapt. Er is een zomer overgegaan, de bramen en hondsrozen rukken weer op en er staat in het begin van deze milde winter nog een heerlijke mengeling van wilde oregano, sint-janskruid, uitgebloeide hop en koningskaars… Wanneer we het talud afdalen dat ons terug bij de hoofdweg brengt, botsen we op een intact skelet van een volwassen everzwijn. De majestueuze schedel ligt wat verder op een bed van stug grijs haar. Ik besluit het ‘doodshoofd’ te schilderen. Dit schilderen is een paradox want het is tegelijkertijd een geboorte van nieuw en polychroom leven.
beeld: Koen Broucke, everzwijn, olie op doek, 2020
Winterwandeling
Wij keren terug van de ‘Camp romain’ langs de oude spoorwegbedding. Vorige winter zijn hier alle bomen en struiken gekapt. Er is een zomer overgegaan, de bramen en hondsrozen rukken weer op en er staat in het begin van deze milde winter nog een heerlijke mengeling van wilde oregano, sint-janskruid, uitgebloeide hop en koningskaars… Wanneer we het talud afdalen dat ons terug bij de hoofdweg brengt, botsen we op een intact skelet van een volwassen everzwijn. De majestueuze schedel ligt wat verder op een bed van stug grijs haar. Ik besluit het ‘doodshoofd’ te schilderen. Dit schilderen is een paradox want het is tegelijkertijd een geboorte van nieuw en polychroom leven.
beeld: Koen Broucke, everzwijn, olie op doek, 2020
22.12.2020
Op een korte ontmoeting tijdens de opening van mijn tentoonstelling in Harelbeke na, hadden we elkaar een jaar niet gezien. Er waren de lockdowns en Bart Van Loo kende een onwaarschijnlijke en verdiende triomf met zijn ‘De Bourgondiërs, de aartsvaders van de Lage Landen’ en de Duitse en Franse vertalingen hiervan. Vorig jaar liet hij op mijn tentoonstelling in de Woning Van Wassenhove zijn oog vallen op een kleine kleurstudie naar de plaat van Jean Léon Huens met het lijk van Karel De Stoute in een bar sneeuwlandschap. Het oorspronkelijk beeld had ons beiden als kind gefascineerd en was diep in onze historische geheugens doorgedrongen. Het werd voor Bart de onrechtstreekse aanleiding om zijn ‘De Bourgondiërs’ te schrijven, voor mij om al wandelend en tekenend slagvelden te onderzoeken en hierover een doctoraat in de kunsten af te leveren. In het Adornesdomein konden we dan eindelijk de overdracht maken: mijn kleurstudie in ruil voor zijn Franse vertaling ‘Les Téméraires”… We overschouwden het jaar, waarin hij toch nog mijn ‘Joséphine’ in het Musée Rolin in Autun had gezien, keken naar de portretten van gekenden en vriendinnen en we blikten vooruit op een nieuw gemeenschappelijk project dat we graag nog even geheim houden…
www.adornes.org/nl
Op een korte ontmoeting tijdens de opening van mijn tentoonstelling in Harelbeke na, hadden we elkaar een jaar niet gezien. Er waren de lockdowns en Bart Van Loo kende een onwaarschijnlijke en verdiende triomf met zijn ‘De Bourgondiërs, de aartsvaders van de Lage Landen’ en de Duitse en Franse vertalingen hiervan. Vorig jaar liet hij op mijn tentoonstelling in de Woning Van Wassenhove zijn oog vallen op een kleine kleurstudie naar de plaat van Jean Léon Huens met het lijk van Karel De Stoute in een bar sneeuwlandschap. Het oorspronkelijk beeld had ons beiden als kind gefascineerd en was diep in onze historische geheugens doorgedrongen. Het werd voor Bart de onrechtstreekse aanleiding om zijn ‘De Bourgondiërs’ te schrijven, voor mij om al wandelend en tekenend slagvelden te onderzoeken en hierover een doctoraat in de kunsten af te leveren. In het Adornesdomein konden we dan eindelijk de overdracht maken: mijn kleurstudie in ruil voor zijn Franse vertaling ‘Les Téméraires”… We overschouwden het jaar, waarin hij toch nog mijn ‘Joséphine’ in het Musée Rolin in Autun had gezien, keken naar de portretten van gekenden en vriendinnen en we blikten vooruit op een nieuw gemeenschappelijk project dat we graag nog even geheim houden…
www.adornes.org/nl
6.12.2020
Gainsbourg et son Gainsborough
Ont pris le ferry-boat…
Gainsbourg en zijn mooie Engelse vrouw Birkin,
Serge en Jane,
maar ook:
Serge Gainsbourg met (onder de arm) een schilderij van de Engelse portretschilder Thomas Gainsborough
of
Lucien Ginsburg en Serge Gainsbourg,
Dr Jekyll en Mr Hyde,
eros en thanatos,
Gainsbourg en Gainsbarre,
of de ‘art mineur’ en de ‘art majeur’,
kleine kunst tegenover grote kunst…
Het zijn een paar van de mogelijke interpretaties van de openingszinnen van het op het eerste gehoor onschuldig klinkend chanson ‘69 année érotique’. De complexiteit en veelvuldige gelaagdheid van de taal gehanteerd door de Franse dichter, componist en performer Serge Gainsbourg worden door niemand beter uit de doeken gedaan dan Rudolf Hecke in zijn laatste boek ‘Gainsbourg: Tekst en uitleg’ (EPO, 2020), het derde deel in zijn trilogie gewijd aan deze Franse muzieklegende.
Serge Gainsbourg is bezeten door de tegenstelling tussen de ‘art majeur’ en de ‘art mineur’. Zijn aanvankelijke droom (als Lucien Ginsburg) om schilder te worden, geeft hij op wanneer het inzicht daagt dat hij hier oorspronkelijkheid mist. Hij levert zijn volledig oeuvre over aan de vlammen en gaat in de voetsporen van zijn vader verder als barpianist aan de slag. Het licht dat de schilder nodig heeft komt in het gedrang door de nachtelijke muzikale overuren.
Hij blijft een leven lang opkijken naar ‘De Schilderkunst’. In de gesprekken met Fran(c)k Maubert (uitgegeven in een prachtig boekje ‘Voyeur de première’ met chroomgele cover en als inzet een zelfportret; ongetwijfeld één van mijn ‘livres de chevet’) getuigt Gainsbourg van zijn uitgebreide en diepzinnige kennis van de schilderkunst en van zijn veelvuldige museumbezoeken. Hij had, tastend met zijn vingers, gevoeld hoe in het ‘L’Atelier du peintre’ van Gustave Courbet, de zwarte minnares van Baudelaire die aanvankelijk naast de dichter was afgebeeld, overschilderd werd…
Onopvallend barpianist en liedjesschrijver dus, tot hij Boris Vian ontmoet die hem inspireert om de ‘art mineur’ te injecteren met de ‘art majeur’. Het wemelt in de muziek van Gainsbourg van verwijzingen naar de schilderkunst en citaten uit de klassieke muziek: Chopin, Brahms, Bach, Mozart, Beethoven, Ravel, Rachmaninov, Khachaturian… en als meest spectaculaire voorbeeld: het eerste deel van de ‘Uit de Nieuwe wereld symfonie’ van Antonin Dvorak in ‘Initials B.B.’. Even veelvuldig zijn de verwijzingen naar de literatuur: Charles Baudelaire, Arthur Rimbaud, Pierre de Ronsard, Stendhal, Gérard de Nerval, Benjamin Constant, Victor Hugo, Stéphane Mallarmé, Joris-Karl Huysmans, Edgar Allan Poe, Thomas Chatterton, Vladimir Nabokov, Henry Miller, Francis Picabia en natuurijk: Paul Verlaine:
Je suis venu te dire que je m'en vais
Et tes larmes n'y pourront rien changer
Comme dit si bien Verlaine, ‘Au vent mauvais’
Je suis venu te dire que je m'en vais
Het grenst aan het ongelooflijke hoeveel Rudolf Hecke uit die liedteksten tevoorschijn weet te halen en hoeveel kennis en bijzonderheden hij heeft over het leven en werk van Gainsbourg. Hij is tegelijkertijd biograaf, commentator, expert, exegeet, encyclopedist… en collega songwriter en performer. Het lijkt alsof hij Gainsbourg van binnenuit kent, alsof hij hem beter kent dan de Russische Jood zichzelf ooit heeft gekend. Hecke heeft in ieder geval het voordeel dat hij steeds naar de feiten en de liedteksten kan kijken met het hele verhaal in zijn achterhoofd. Hij weet wat er nog gaat komen. Als hij over de ontmoeting met Juliette Gréco en het ontstaan van ‘La javanaise’ schrijft, kent hij de afloop na de traumatische breuken met Brigitte Bardot en Jane Birkin en de fatale hartaanval van 1991. De gebiografeerde kan alleen maar terugblikken in het leven, nooit vooruitblikken. Alhoewel er in het werk van Gainsbourg behoorlijk wat lucide, sci-fi momenten aanwezig zijn. Zo is er het bizarre ‘Contact’, de B-kant van ‘Harley Davidson’ met Brigitte Bardot:
Il me faut une transfusion de mercure
J'en ai tant perdu par cette blessure
Contact
Contact
(…)
Comprenez-moi il me faut à tout prix
Rejoindre mon amour dans la galaxie
Hecke schrijft hierover: ‘Het mag dan wel op dezelfde muzikale riff gebaseerd zijn, maar klinkt net zoals de tekst het vereist zijn tijd vooruit. Minimalisme, hypnotiserende Kraftwerkmonotonie en een onaards mooie Bardot gehuld in metalen Paco Rabannejurk (te bewonderen in de clip opgenomen op een expo over kinetische kunst).’
Om je vingers bij af te likken. ’Gainsbourg, tekst en uitleg’ is een heerlijk en rijk boek vol verborgen schatten, ontdekkingen en herontdekkingen…
Tijdens mijn lectuur van het boek lag mijn palet steeds naast mij. Hierbij een olieverfstudie die ‘al lezend’ is ontstaan:
Koen Broucke, Serge en Jane, olie op geprepareerd papier, 2020 (een variant, acryl op papier, 2013 bevindt zich in mijn huidige tentoonstelling ‘Woman’ in het Adornesdomein in Brugge).
www.adornes.org/nl
http://www.rudolfhecke.be/gainsbourg-tekst-en-uitleg-2/
Gainsbourg et son Gainsborough
Ont pris le ferry-boat…
Gainsbourg en zijn mooie Engelse vrouw Birkin,
Serge en Jane,
maar ook:
Serge Gainsbourg met (onder de arm) een schilderij van de Engelse portretschilder Thomas Gainsborough
of
Lucien Ginsburg en Serge Gainsbourg,
Dr Jekyll en Mr Hyde,
eros en thanatos,
Gainsbourg en Gainsbarre,
of de ‘art mineur’ en de ‘art majeur’,
kleine kunst tegenover grote kunst…
Het zijn een paar van de mogelijke interpretaties van de openingszinnen van het op het eerste gehoor onschuldig klinkend chanson ‘69 année érotique’. De complexiteit en veelvuldige gelaagdheid van de taal gehanteerd door de Franse dichter, componist en performer Serge Gainsbourg worden door niemand beter uit de doeken gedaan dan Rudolf Hecke in zijn laatste boek ‘Gainsbourg: Tekst en uitleg’ (EPO, 2020), het derde deel in zijn trilogie gewijd aan deze Franse muzieklegende.
Serge Gainsbourg is bezeten door de tegenstelling tussen de ‘art majeur’ en de ‘art mineur’. Zijn aanvankelijke droom (als Lucien Ginsburg) om schilder te worden, geeft hij op wanneer het inzicht daagt dat hij hier oorspronkelijkheid mist. Hij levert zijn volledig oeuvre over aan de vlammen en gaat in de voetsporen van zijn vader verder als barpianist aan de slag. Het licht dat de schilder nodig heeft komt in het gedrang door de nachtelijke muzikale overuren.
Hij blijft een leven lang opkijken naar ‘De Schilderkunst’. In de gesprekken met Fran(c)k Maubert (uitgegeven in een prachtig boekje ‘Voyeur de première’ met chroomgele cover en als inzet een zelfportret; ongetwijfeld één van mijn ‘livres de chevet’) getuigt Gainsbourg van zijn uitgebreide en diepzinnige kennis van de schilderkunst en van zijn veelvuldige museumbezoeken. Hij had, tastend met zijn vingers, gevoeld hoe in het ‘L’Atelier du peintre’ van Gustave Courbet, de zwarte minnares van Baudelaire die aanvankelijk naast de dichter was afgebeeld, overschilderd werd…
Onopvallend barpianist en liedjesschrijver dus, tot hij Boris Vian ontmoet die hem inspireert om de ‘art mineur’ te injecteren met de ‘art majeur’. Het wemelt in de muziek van Gainsbourg van verwijzingen naar de schilderkunst en citaten uit de klassieke muziek: Chopin, Brahms, Bach, Mozart, Beethoven, Ravel, Rachmaninov, Khachaturian… en als meest spectaculaire voorbeeld: het eerste deel van de ‘Uit de Nieuwe wereld symfonie’ van Antonin Dvorak in ‘Initials B.B.’. Even veelvuldig zijn de verwijzingen naar de literatuur: Charles Baudelaire, Arthur Rimbaud, Pierre de Ronsard, Stendhal, Gérard de Nerval, Benjamin Constant, Victor Hugo, Stéphane Mallarmé, Joris-Karl Huysmans, Edgar Allan Poe, Thomas Chatterton, Vladimir Nabokov, Henry Miller, Francis Picabia en natuurijk: Paul Verlaine:
Je suis venu te dire que je m'en vais
Et tes larmes n'y pourront rien changer
Comme dit si bien Verlaine, ‘Au vent mauvais’
Je suis venu te dire que je m'en vais
Het grenst aan het ongelooflijke hoeveel Rudolf Hecke uit die liedteksten tevoorschijn weet te halen en hoeveel kennis en bijzonderheden hij heeft over het leven en werk van Gainsbourg. Hij is tegelijkertijd biograaf, commentator, expert, exegeet, encyclopedist… en collega songwriter en performer. Het lijkt alsof hij Gainsbourg van binnenuit kent, alsof hij hem beter kent dan de Russische Jood zichzelf ooit heeft gekend. Hecke heeft in ieder geval het voordeel dat hij steeds naar de feiten en de liedteksten kan kijken met het hele verhaal in zijn achterhoofd. Hij weet wat er nog gaat komen. Als hij over de ontmoeting met Juliette Gréco en het ontstaan van ‘La javanaise’ schrijft, kent hij de afloop na de traumatische breuken met Brigitte Bardot en Jane Birkin en de fatale hartaanval van 1991. De gebiografeerde kan alleen maar terugblikken in het leven, nooit vooruitblikken. Alhoewel er in het werk van Gainsbourg behoorlijk wat lucide, sci-fi momenten aanwezig zijn. Zo is er het bizarre ‘Contact’, de B-kant van ‘Harley Davidson’ met Brigitte Bardot:
Il me faut une transfusion de mercure
J'en ai tant perdu par cette blessure
Contact
Contact
(…)
Comprenez-moi il me faut à tout prix
Rejoindre mon amour dans la galaxie
Hecke schrijft hierover: ‘Het mag dan wel op dezelfde muzikale riff gebaseerd zijn, maar klinkt net zoals de tekst het vereist zijn tijd vooruit. Minimalisme, hypnotiserende Kraftwerkmonotonie en een onaards mooie Bardot gehuld in metalen Paco Rabannejurk (te bewonderen in de clip opgenomen op een expo over kinetische kunst).’
Om je vingers bij af te likken. ’Gainsbourg, tekst en uitleg’ is een heerlijk en rijk boek vol verborgen schatten, ontdekkingen en herontdekkingen…
Tijdens mijn lectuur van het boek lag mijn palet steeds naast mij. Hierbij een olieverfstudie die ‘al lezend’ is ontstaan:
Koen Broucke, Serge en Jane, olie op geprepareerd papier, 2020 (een variant, acryl op papier, 2013 bevindt zich in mijn huidige tentoonstelling ‘Woman’ in het Adornesdomein in Brugge).
www.adornes.org/nl
http://www.rudolfhecke.be/gainsbourg-tekst-en-uitleg-2/
30.11.2020
Tot onze grote verrassing mogen de musea vanaf deze week terug open. Een heerlijk vooruitzicht. Ik heb ze gemist. Ik zal dan ook meteen mijn beste pak aantrekken en de begenadigde sfeer van een museum opzoeken. Tijdens het televisie-journaal getuigde Patrick Allegaert van het belang van de heropening van de musea als 'plaatsen van troost en verbeelding'. Ook het Adornesdomein, waar mijn tentoonstelling ‘Woman’ een maand lang publiekloos en in stilte aanwezig is geweest, zal terug open zijn. Vergewis u van de openingsuren en de opties voor reserveringen op de website en geniet van een wandeling door ‘Brugge die stille’.
De voorbije weken zijn door de lockdown anders verlopen dan gepland. Er was tijd om alles wat te laten bezinken. Opruimen in het hoofd en de materie. Dozen met aanzetten en studies te openen die sinds de verhuis niet waren aangeraakt. Zo zijn er nog vrouwenportretten te voorschijn gekomen. Ik geef er hier eentje vrij. Niet te zien in de tentoonstelling, maar wel een fijne teaser.
Mijn gedachten dwalen verder af naar de feestdagen. Daar blijven de maatregelen wel draconisch. We gaan onze naasten missen, maar we kunnen wel uit de helse spiraal van de consumptie stappen en er feesten van schoonheid, troost en verbeelding van maken.
beeld: Koen Broucke, ‘Valentine’, Oost-indische inkt op partituur, 2009
http://www.adornes.org/nl
Tot onze grote verrassing mogen de musea vanaf deze week terug open. Een heerlijk vooruitzicht. Ik heb ze gemist. Ik zal dan ook meteen mijn beste pak aantrekken en de begenadigde sfeer van een museum opzoeken. Tijdens het televisie-journaal getuigde Patrick Allegaert van het belang van de heropening van de musea als 'plaatsen van troost en verbeelding'. Ook het Adornesdomein, waar mijn tentoonstelling ‘Woman’ een maand lang publiekloos en in stilte aanwezig is geweest, zal terug open zijn. Vergewis u van de openingsuren en de opties voor reserveringen op de website en geniet van een wandeling door ‘Brugge die stille’.
De voorbije weken zijn door de lockdown anders verlopen dan gepland. Er was tijd om alles wat te laten bezinken. Opruimen in het hoofd en de materie. Dozen met aanzetten en studies te openen die sinds de verhuis niet waren aangeraakt. Zo zijn er nog vrouwenportretten te voorschijn gekomen. Ik geef er hier eentje vrij. Niet te zien in de tentoonstelling, maar wel een fijne teaser.
Mijn gedachten dwalen verder af naar de feestdagen. Daar blijven de maatregelen wel draconisch. We gaan onze naasten missen, maar we kunnen wel uit de helse spiraal van de consumptie stappen en er feesten van schoonheid, troost en verbeelding van maken.
beeld: Koen Broucke, ‘Valentine’, Oost-indische inkt op partituur, 2009
http://www.adornes.org/nl
27.11.2020
De tweede lockdown is zwaarder dan de eerste. Dit is een ervaring die ik schijn te delen met vrienden waarmee ik hierover van gedachten wissel. We kunnen er honderden redenen voor bedenken. Laat het me samenvatten: er is minder zon. Letterlijk, minder zonne-uren, en figuurlijk, minder warmte, zonnige vrienden om ons heen, zonnige vooruitzichten… We kunnen alleen maar proberen zoveel mogelijk verduistering weg te halen. Wandelen met Sigrid helpt… of schilderen. Bestaat er een meer symbolische daad dan de zon schilderen die ’s morgens doorheen de mist breekt?
beeld: Koen Broucke, Zonsopgang boven de ‘Cascatelles’, olie op canvasboard, 2020
De tweede lockdown is zwaarder dan de eerste. Dit is een ervaring die ik schijn te delen met vrienden waarmee ik hierover van gedachten wissel. We kunnen er honderden redenen voor bedenken. Laat het me samenvatten: er is minder zon. Letterlijk, minder zonne-uren, en figuurlijk, minder warmte, zonnige vrienden om ons heen, zonnige vooruitzichten… We kunnen alleen maar proberen zoveel mogelijk verduistering weg te halen. Wandelen met Sigrid helpt… of schilderen. Bestaat er een meer symbolische daad dan de zon schilderen die ’s morgens doorheen de mist breekt?
beeld: Koen Broucke, Zonsopgang boven de ‘Cascatelles’, olie op canvasboard, 2020
21.11.2020
Emile Verhaeren beschrijft in ‘Conte gras’, een kortverhaal uit zijn ‘contes de minuit’, hoe de aanwezigheid van een middeleeuws schilderij van een ‘lange knokige Christus’ de wulpse werken van een verzamelaar doet wegkwijnen, letterlijk wegdruppen van het overtollige vet. De dialoog tussen deze werken wordt een macabere beïnvloeding, die zelfs de materiële vorm aantast. Zouden de werken die nu reeds drie weken zonder publiek in de tentoonstelling ‘Woman’ in het Adornesdomein hangen ook zo opgeladen worden door de werken ernaast? Stel dat er op het moment van de heropening van de tentoonstelling werken zijn vervaagd… of aangescherpt, gegroeid, verbeterd, verrijkt… Kom dat maar eens aanschouwen!
‘Les chairs en fleurs de son Olympe apparaissaient toutes mortes, dans leur azur terni. Les gorges, les torses, les cambrures des bacchantes semblaient à jour; des teintes jaunes, violettes, vertes plaquaient le plafond. Toute cette beauté rouge était fondue; il la voyait à terre. Ses rayonnantes déesses évanouies; leurs sourires tués; leur gloire pourrie.’
'Het weelderige vlees van zijn Olympia leek verdord in een vaal azuur. De boezems, lijven en welvingen van de bacchanten leken verflenst; gele, violette en groene tinten plakten tegen het plafond. De roze schoonheid was helemaal weggesmolten en lag uitgelopen op de vloer. Zijn stralende godinnen waren vervlogen; hun glimlach gesmoord, hun glorie verrot.' (vertaling Jan H. Mysjkin)
www.adornes.org
beeld: Koen Broucke, ‘La salle à manger’, gemengde techniek en collage op papier, 1991
Emile Verhaeren beschrijft in ‘Conte gras’, een kortverhaal uit zijn ‘contes de minuit’, hoe de aanwezigheid van een middeleeuws schilderij van een ‘lange knokige Christus’ de wulpse werken van een verzamelaar doet wegkwijnen, letterlijk wegdruppen van het overtollige vet. De dialoog tussen deze werken wordt een macabere beïnvloeding, die zelfs de materiële vorm aantast. Zouden de werken die nu reeds drie weken zonder publiek in de tentoonstelling ‘Woman’ in het Adornesdomein hangen ook zo opgeladen worden door de werken ernaast? Stel dat er op het moment van de heropening van de tentoonstelling werken zijn vervaagd… of aangescherpt, gegroeid, verbeterd, verrijkt… Kom dat maar eens aanschouwen!
‘Les chairs en fleurs de son Olympe apparaissaient toutes mortes, dans leur azur terni. Les gorges, les torses, les cambrures des bacchantes semblaient à jour; des teintes jaunes, violettes, vertes plaquaient le plafond. Toute cette beauté rouge était fondue; il la voyait à terre. Ses rayonnantes déesses évanouies; leurs sourires tués; leur gloire pourrie.’
'Het weelderige vlees van zijn Olympia leek verdord in een vaal azuur. De boezems, lijven en welvingen van de bacchanten leken verflenst; gele, violette en groene tinten plakten tegen het plafond. De roze schoonheid was helemaal weggesmolten en lag uitgelopen op de vloer. Zijn stralende godinnen waren vervlogen; hun glimlach gesmoord, hun glorie verrot.' (vertaling Jan H. Mysjkin)
www.adornes.org
beeld: Koen Broucke, ‘La salle à manger’, gemengde techniek en collage op papier, 1991
14.11.2020
Het schilderen van een portret is het grootst mogelijke avontuur. Het oog en de observatie zetten de hand in beweging. Een kettingreactie van associaties, gedachten, gevoelens en heftigere bewegingen ontstaat en stolt uiteindelijk in uitgeharde, elastische verf op doek. Ik lever een constante strijd tussen herkenbaarheid (laag 1) en de zuivere schilderkunstige kwaliteit van verftoetsen, compositie, kleur-evenwichten (laag 2). De herkenbaarheid verdwijnt en moet hersteld (laag 3), er is een nieuw absolutistisch schildergebaar vereist (laag 4). Soms moet het hele schilderij overschilderd worden, nooit helemaal opaak, waardoor altijd iets van die eerste strijd zichtbaar blijft. En dan ontstaat er een opening, waarin je niet alleen het uiterlijk van de geportretteerde ziet, maar ook de innerlijke wereld. Hierin komt een verzoening tot stand met de strenge geboden van de schilderkunst. De geportretteerde wordt transparant, het schilderij transcendent.
James Lord zat 18 dagen lang voor de ezel van Alberto Giacommeti en beschreef dit proces van verdwijnen en verschijnen. Soms stond er op het einde van een dag schilderen minder op het doek dan aan het begin van de sessie. Toen Pablo Picasso zijn portret van Gertrude Stein schilderde - er was een lange worsteling aan voorafgegaan, tot het moment dat hij besliste om het gezicht van Gertrude te schilderen in een geschematiseerde, archaïsche stijl - merkten omstaanders op dat het portret ontbrak aan gelijkenis, waarop Picasso antwoordde dat zijn model hoe langer hoe meer op het schilderij zou gaan lijken.
beeld: zaalzicht Adornesdomein, tentoonstelling ‘Woman’ (tijdelijk gesloten wegens Covid-19)
Het schilderen van een portret is het grootst mogelijke avontuur. Het oog en de observatie zetten de hand in beweging. Een kettingreactie van associaties, gedachten, gevoelens en heftigere bewegingen ontstaat en stolt uiteindelijk in uitgeharde, elastische verf op doek. Ik lever een constante strijd tussen herkenbaarheid (laag 1) en de zuivere schilderkunstige kwaliteit van verftoetsen, compositie, kleur-evenwichten (laag 2). De herkenbaarheid verdwijnt en moet hersteld (laag 3), er is een nieuw absolutistisch schildergebaar vereist (laag 4). Soms moet het hele schilderij overschilderd worden, nooit helemaal opaak, waardoor altijd iets van die eerste strijd zichtbaar blijft. En dan ontstaat er een opening, waarin je niet alleen het uiterlijk van de geportretteerde ziet, maar ook de innerlijke wereld. Hierin komt een verzoening tot stand met de strenge geboden van de schilderkunst. De geportretteerde wordt transparant, het schilderij transcendent.
James Lord zat 18 dagen lang voor de ezel van Alberto Giacommeti en beschreef dit proces van verdwijnen en verschijnen. Soms stond er op het einde van een dag schilderen minder op het doek dan aan het begin van de sessie. Toen Pablo Picasso zijn portret van Gertrude Stein schilderde - er was een lange worsteling aan voorafgegaan, tot het moment dat hij besliste om het gezicht van Gertrude te schilderen in een geschematiseerde, archaïsche stijl - merkten omstaanders op dat het portret ontbrak aan gelijkenis, waarop Picasso antwoordde dat zijn model hoe langer hoe meer op het schilderij zou gaan lijken.
beeld: zaalzicht Adornesdomein, tentoonstelling ‘Woman’ (tijdelijk gesloten wegens Covid-19)
10.11.2020
De opgang
In 1997 startte ik samen met mijn vriend en architect Thierry Lagrange het tijdschrift ‘Images/Images, the Magazine that needs no Words <> Studies in Iconology’. Het waren louter associaties van beeldenreeksen rond schimmige thema’s. Een Instagram avant la lettre. Voor de voorstelling van het eerste nummer in toen nog Van Laere Contemporary Art (nu Tim Van Laere Gallery) spraken Stefan Hertmans en Peter Verhelst elkaar toe via megafoons. Bij elk beeld improviseerden ze een woordelijk equivalent. Geen uitleg, geen onderschrift, maar beelden in woorden. Geniale poëzie. Twee wapenfeiten: ons eerste nummer lag op de toonbank van boekhandel König op de Documenta X (het nummer werd niet in grote aantallen verkocht, maar wel door veel Belgen opgemerkt). En we belandden in het overzichtswerk ‘Artists’ Publications: the Belgian Contribution ’van Johan Pas (2018) waarin we even veel vermelding kregen als het tijdschrift Janus, dat met een honderdvoudig budget werd gemaakt. Wij maakten in totaal 18 nummers, in eigen beheer met af en toe wat centen uit coproductie.
Nu lees ik ‘De opgang’ van Stefan Hertmans. Opnieuw krachtige beelden in woorden en een verhaallijn die ik geen moment kan loslaten. De opgang van de collaborateur en het hoofdpersonage Willem Verhulst is in elkaar geweven met het eerste bezoek, verdieping na verdieping, van de jonge schrijver aan een huis in het Drongenhof in Gent waar hij zal gaan wonen en waar Verhulst eerder had gewoond. Het boek kwam af en toe heel dicht: een vertrouwd kerkhof, een familielid, een professor die ik gekend heb… Fascisme, toont Hertmans haarfijn aan, heeft niet alleen met ideologie te maken, maar met winstbejag (Verhulst kreeg als hoofd van de collaborerende ‘Radio Vlaanderen’ een maandloon van 15.000 frank, het dertigvoudige van een gewone arbeider) en blind ressentiment, een gif dat tot op vandaag blijft voortleven. ‘De opgang’ is dus niet alleen een literair meesterwerk, maar ook een noodzakelijk boek, dat zonder te oordelen, de vinger op de wonde legt: hoe vermeend en gefnuikt idealisme uitmondt in misselijk makende, cynische en repetitieve misdaden.
beeld: Koen Broucke, De vrolijke nazi, acryl op doek, 2015
De opgang
In 1997 startte ik samen met mijn vriend en architect Thierry Lagrange het tijdschrift ‘Images/Images, the Magazine that needs no Words <> Studies in Iconology’. Het waren louter associaties van beeldenreeksen rond schimmige thema’s. Een Instagram avant la lettre. Voor de voorstelling van het eerste nummer in toen nog Van Laere Contemporary Art (nu Tim Van Laere Gallery) spraken Stefan Hertmans en Peter Verhelst elkaar toe via megafoons. Bij elk beeld improviseerden ze een woordelijk equivalent. Geen uitleg, geen onderschrift, maar beelden in woorden. Geniale poëzie. Twee wapenfeiten: ons eerste nummer lag op de toonbank van boekhandel König op de Documenta X (het nummer werd niet in grote aantallen verkocht, maar wel door veel Belgen opgemerkt). En we belandden in het overzichtswerk ‘Artists’ Publications: the Belgian Contribution ’van Johan Pas (2018) waarin we even veel vermelding kregen als het tijdschrift Janus, dat met een honderdvoudig budget werd gemaakt. Wij maakten in totaal 18 nummers, in eigen beheer met af en toe wat centen uit coproductie.
Nu lees ik ‘De opgang’ van Stefan Hertmans. Opnieuw krachtige beelden in woorden en een verhaallijn die ik geen moment kan loslaten. De opgang van de collaborateur en het hoofdpersonage Willem Verhulst is in elkaar geweven met het eerste bezoek, verdieping na verdieping, van de jonge schrijver aan een huis in het Drongenhof in Gent waar hij zal gaan wonen en waar Verhulst eerder had gewoond. Het boek kwam af en toe heel dicht: een vertrouwd kerkhof, een familielid, een professor die ik gekend heb… Fascisme, toont Hertmans haarfijn aan, heeft niet alleen met ideologie te maken, maar met winstbejag (Verhulst kreeg als hoofd van de collaborerende ‘Radio Vlaanderen’ een maandloon van 15.000 frank, het dertigvoudige van een gewone arbeider) en blind ressentiment, een gif dat tot op vandaag blijft voortleven. ‘De opgang’ is dus niet alleen een literair meesterwerk, maar ook een noodzakelijk boek, dat zonder te oordelen, de vinger op de wonde legt: hoe vermeend en gefnuikt idealisme uitmondt in misselijk makende, cynische en repetitieve misdaden.
beeld: Koen Broucke, De vrolijke nazi, acryl op doek, 2015
6.11.2020
Ik heb me altijd afgevraagd hoe schilderijen zich gedragen als er niemand is om naar ze te kijken. Bijvoorbeeld de gerangschikte schilderijen in mijn tot stock omgebouwde zolder. Of een gestolen paneel weggestopt onder een altaarsteen of in een vergeten koffer. Of de kunstwerken in een niet toegankelijk museum. Vanuit deze vraagstelling komt allicht onze fascinatie voor nocturnes en nachtelijke bezoeken aan musea. Maar natuurlijk zijn we er dan wel en zien we het kunstwerk niet in onze afwezigheid.
Ik rijd in een lange lege trein voorbij Brugge. Het zijn korte dagen en het is reeds nachtdonker. Mijn gedachten dwalen af naar de lege tentoonstellingszalen in het Adornesdomein, waar mijn tentoonstelling ‘Woman’ tijdelijk gesloten is wegens de Covid-19 maatregelen. Maar misschien, bedenk ik dan, zijn die zalen meer gevuld dan anders, met zuivere, schilderkunstige aanwezigheid. Zoals de dingen een eigen leven gaan leiden in de nachtelijke eenzaamheid bij Léon Spilliaert of Maurice Gilliams.
beeld: Koen Broucke, Het dodenmasker van Frédéric Chopin, aquarel op Ingres, 1998 (één van de werken die slapen in een tekenkaft in het noordatelier)
http://www.adornes.org/nl
Ik heb me altijd afgevraagd hoe schilderijen zich gedragen als er niemand is om naar ze te kijken. Bijvoorbeeld de gerangschikte schilderijen in mijn tot stock omgebouwde zolder. Of een gestolen paneel weggestopt onder een altaarsteen of in een vergeten koffer. Of de kunstwerken in een niet toegankelijk museum. Vanuit deze vraagstelling komt allicht onze fascinatie voor nocturnes en nachtelijke bezoeken aan musea. Maar natuurlijk zijn we er dan wel en zien we het kunstwerk niet in onze afwezigheid.
Ik rijd in een lange lege trein voorbij Brugge. Het zijn korte dagen en het is reeds nachtdonker. Mijn gedachten dwalen af naar de lege tentoonstellingszalen in het Adornesdomein, waar mijn tentoonstelling ‘Woman’ tijdelijk gesloten is wegens de Covid-19 maatregelen. Maar misschien, bedenk ik dan, zijn die zalen meer gevuld dan anders, met zuivere, schilderkunstige aanwezigheid. Zoals de dingen een eigen leven gaan leiden in de nachtelijke eenzaamheid bij Léon Spilliaert of Maurice Gilliams.
beeld: Koen Broucke, Het dodenmasker van Frédéric Chopin, aquarel op Ingres, 1998 (één van de werken die slapen in een tekenkaft in het noordatelier)
http://www.adornes.org/nl
18.10.2020
Waar zijn we veilig?
In de namiddag ruim ik tussen twee seizoensbuien de tuin op. Ik dweil de gevallen druiven van onder de pergola, verzamel de blaren die zich hebben opgehoopt tegen de roosters van de garage, raap de afgekraakte takken op en verplaats tenslotte de bloempotten met uitgebloeide tuinkruiden. Ik pluk een rijpe peer en ga zitten in het alweer verdwijnend zonnetje. Ik denk na over vrienden die bang zijn, misschien te voorzichtig zijn en anderen die waarschijnlijk te onvoorzichtig zijn. Zelf bevind ik me eerder aan de voorzichtige kant. Wacht liever af, dan me in discussies te mengen over zaken waar ik eigenlijk geen weet van heb of waarover ik te weinig betrouwbare informatie heb. De herfstzon warmt mijn huid. Ik voel de connectie met mijn innerlijke warmte. Hierin voel ik veiligheid. Ze is niet in een fysieke plaats ergens op een landkaart te situeren, maar in het voelen zelf. Het is dezelfde energie waarmee vrienden en familieleden ons omringen, een energie die we uit- en terugstralen, zelfs als we niet kunnen samenzijn, een warmte en veiligheid die ook in kunstwerken aanwezig kan zijn.
Beeld: Koen Broucke, zonsondergang boven de Chamia, olie op paneel, 2020
Waar zijn we veilig?
In de namiddag ruim ik tussen twee seizoensbuien de tuin op. Ik dweil de gevallen druiven van onder de pergola, verzamel de blaren die zich hebben opgehoopt tegen de roosters van de garage, raap de afgekraakte takken op en verplaats tenslotte de bloempotten met uitgebloeide tuinkruiden. Ik pluk een rijpe peer en ga zitten in het alweer verdwijnend zonnetje. Ik denk na over vrienden die bang zijn, misschien te voorzichtig zijn en anderen die waarschijnlijk te onvoorzichtig zijn. Zelf bevind ik me eerder aan de voorzichtige kant. Wacht liever af, dan me in discussies te mengen over zaken waar ik eigenlijk geen weet van heb of waarover ik te weinig betrouwbare informatie heb. De herfstzon warmt mijn huid. Ik voel de connectie met mijn innerlijke warmte. Hierin voel ik veiligheid. Ze is niet in een fysieke plaats ergens op een landkaart te situeren, maar in het voelen zelf. Het is dezelfde energie waarmee vrienden en familieleden ons omringen, een energie die we uit- en terugstralen, zelfs als we niet kunnen samenzijn, een warmte en veiligheid die ook in kunstwerken aanwezig kan zijn.
Beeld: Koen Broucke, zonsondergang boven de Chamia, olie op paneel, 2020
12.10.2020
Naar aanleiding van de tentoonstelling ‘Woman’ maakte Johan Jacobs deze foto van sopraan Britt Truyts en mezelf. Het voorbije weekend als Centerfold in De Standaard Magazine.
http://www.adornes.org
Naar aanleiding van de tentoonstelling ‘Woman’ maakte Johan Jacobs deze foto van sopraan Britt Truyts en mezelf. Het voorbije weekend als Centerfold in De Standaard Magazine.
http://www.adornes.org
8.10.2020
In de voormiddag vertrek ik voor de afwerking van de opbouw van mijn tentoonstelling ‘Woman’ in het Adornesdomein in Brugge, een stad waar zoveel herinneringen aan vast kleven. Ondanks mijn liefde voor fysieke schoonheid en mijn neiging tot het verzamelen van kunstvoorwerpen en schilderwaardige prullaria, heb ik toch steeds getracht mij te oefenen in materiële onthechting. Ik geef toe: mijn Erard vleugelpiano, of beter de piano die ik als een doorgeefluik een leven lang onder mijn hoede heb, is mij zeer dierbaar. Of mijn draadloze Bose-hoofdtelefoon. Ik loop ermee door de lege straten van deze stad en luister naar het eerste boek van Das Wohltemperierte Klavier van Johann Sebastian Bach in de uitvoering van Sviatoslav Richter uit 1970. De adembenemende akoestiek van het Schloss Klessheim in Salzburg die je in deze opname kan horen, lijkt te echoën op het leeg en glimmend plaveisel. Ik passeer langs het standbeeld van beeldhouwer Hendrik Pickery, die deze stad kwistig van monumenten voorzag. Ruik de geur van gevallen esdoorn-, populieren- en wilgenblaadjes wanneer de Poertoren verschijnt. Vervolg mijn weg langs het Minnewater, de buste van letterkundige Maurits Sabbe, de in zichzelf gekeerde zwanen voor het begijnhof, de Onze-Lieve-Vrouwekerk en groet in gedachten de praalgraven van de laatste Bourgondiërs en de Madonna met kind van Michelangelo (bij een laatste bezoek in het kader van mijn doctoraat in de kunsten was het tijdens deze wandeling nog over de koppen lopen). Aan de overkant staat het standbeeld van Guido Gezelle en ik loop door naar de Dijver, het Groeningemuseum, begroet Kanunnik van der Paele achter deze muren, passeer de overdekte colonnade van de Vismarkt met zijn animatie in sordino tot de prachtige toren van de Jeruzalemkerk in zicht komt. Het binnentreden van de middeleeuwse poort van het het Adornesdomein waar de kunstwerken wachten voor een laatste liefdevolle retouche voelt als thuiskomen.
In de voormiddag vertrek ik voor de afwerking van de opbouw van mijn tentoonstelling ‘Woman’ in het Adornesdomein in Brugge, een stad waar zoveel herinneringen aan vast kleven. Ondanks mijn liefde voor fysieke schoonheid en mijn neiging tot het verzamelen van kunstvoorwerpen en schilderwaardige prullaria, heb ik toch steeds getracht mij te oefenen in materiële onthechting. Ik geef toe: mijn Erard vleugelpiano, of beter de piano die ik als een doorgeefluik een leven lang onder mijn hoede heb, is mij zeer dierbaar. Of mijn draadloze Bose-hoofdtelefoon. Ik loop ermee door de lege straten van deze stad en luister naar het eerste boek van Das Wohltemperierte Klavier van Johann Sebastian Bach in de uitvoering van Sviatoslav Richter uit 1970. De adembenemende akoestiek van het Schloss Klessheim in Salzburg die je in deze opname kan horen, lijkt te echoën op het leeg en glimmend plaveisel. Ik passeer langs het standbeeld van beeldhouwer Hendrik Pickery, die deze stad kwistig van monumenten voorzag. Ruik de geur van gevallen esdoorn-, populieren- en wilgenblaadjes wanneer de Poertoren verschijnt. Vervolg mijn weg langs het Minnewater, de buste van letterkundige Maurits Sabbe, de in zichzelf gekeerde zwanen voor het begijnhof, de Onze-Lieve-Vrouwekerk en groet in gedachten de praalgraven van de laatste Bourgondiërs en de Madonna met kind van Michelangelo (bij een laatste bezoek in het kader van mijn doctoraat in de kunsten was het tijdens deze wandeling nog over de koppen lopen). Aan de overkant staat het standbeeld van Guido Gezelle en ik loop door naar de Dijver, het Groeningemuseum, begroet Kanunnik van der Paele achter deze muren, passeer de overdekte colonnade van de Vismarkt met zijn animatie in sordino tot de prachtige toren van de Jeruzalemkerk in zicht komt. Het binnentreden van de middeleeuwse poort van het het Adornesdomein waar de kunstwerken wachten voor een laatste liefdevolle retouche voelt als thuiskomen.
2.9.2020
Vrouwenportretten
Ergens begin jaren 1980 maakte ik een schilderij van een geliefde op de achterkant van een vergeelde technische tekening. Ik denk dat ik nooit meer zo’n melancholisch beeld heb geschilderd - de schaduwpartijen en de blik baadden in een treurig grijs - maar dat is misschien alleen maar zo door de vertekening van de herinnering aan een ondertussen onvindbaar werk. Vandaag, bijna 40 jaar later, heb ik honderden vrouwenportretten geschilderd: geliefden, vriendinnen, kunstenaressen en anatomische studies. Ik heb urenlang gekeken en geschetst naar de figuren van Edgar Degas, Pierre Bonnard, Rik Wouters, John Singer Sargent, Egon Schiele en Gustav Klimt om iets van hun geheimen te kunnen doorgronden. Veel van dit werk is nooit eerder getoond. Een selectie hieruit zal vanaf 10 oktober te zien zijn in het vijftiende-eeuws Adornesdomein in Brugge. De werken gaan in dialoog met een unieke Belgische privécollectie met werk van Jef Lambeaux, Alfred Courtens, Constant Montald, Xavier Mellery, Félicien Rops, Walter Sauer, Pablo Picasso, Milo Manara… tot generatiegenoot Huang Gang. Tegelijkertijd stel ik mijn blik - een mannelijke blik - in vraag en ga hierover in gesprek met een aantal vrouwelijke auteurs.
beeld: Koen Broucke, Sigrid, acryl op doek, 2020
Vrouwenportretten
Ergens begin jaren 1980 maakte ik een schilderij van een geliefde op de achterkant van een vergeelde technische tekening. Ik denk dat ik nooit meer zo’n melancholisch beeld heb geschilderd - de schaduwpartijen en de blik baadden in een treurig grijs - maar dat is misschien alleen maar zo door de vertekening van de herinnering aan een ondertussen onvindbaar werk. Vandaag, bijna 40 jaar later, heb ik honderden vrouwenportretten geschilderd: geliefden, vriendinnen, kunstenaressen en anatomische studies. Ik heb urenlang gekeken en geschetst naar de figuren van Edgar Degas, Pierre Bonnard, Rik Wouters, John Singer Sargent, Egon Schiele en Gustav Klimt om iets van hun geheimen te kunnen doorgronden. Veel van dit werk is nooit eerder getoond. Een selectie hieruit zal vanaf 10 oktober te zien zijn in het vijftiende-eeuws Adornesdomein in Brugge. De werken gaan in dialoog met een unieke Belgische privécollectie met werk van Jef Lambeaux, Alfred Courtens, Constant Montald, Xavier Mellery, Félicien Rops, Walter Sauer, Pablo Picasso, Milo Manara… tot generatiegenoot Huang Gang. Tegelijkertijd stel ik mijn blik - een mannelijke blik - in vraag en ga hierover in gesprek met een aantal vrouwelijke auteurs.
beeld: Koen Broucke, Sigrid, acryl op doek, 2020
27.8.2020
Wanneer ik mij, in de late namiddagzon, in de nabijheid van de kornoelje neerzet om te lezen, komt een atalanta of admiraalvlinder neergestreken op mijn knie. Dit is haar (waarom schrijf ik ‘haar’?) vast plekje sinds het begin van de zomer. Dan begint een vast ritueel: ze fladdert een tiental meter weg van mij om steeds terug te komen. Ik kan mijn knie dichterbij trekken, de prachtige vlinder van dichtbij bekijken, de pure elegantie van haar tot rust gekomen voelsprieten aanschouwen, de dichtgevouwen vleugels, haar opgetrokken pootje… en verlies de draad van het boek dat ik aan het lezen ben, keer op keer.
beeld: Koen Broucke, Atalanta, olie op geprepareerd papier, 2020
Wanneer ik mij, in de late namiddagzon, in de nabijheid van de kornoelje neerzet om te lezen, komt een atalanta of admiraalvlinder neergestreken op mijn knie. Dit is haar (waarom schrijf ik ‘haar’?) vast plekje sinds het begin van de zomer. Dan begint een vast ritueel: ze fladdert een tiental meter weg van mij om steeds terug te komen. Ik kan mijn knie dichterbij trekken, de prachtige vlinder van dichtbij bekijken, de pure elegantie van haar tot rust gekomen voelsprieten aanschouwen, de dichtgevouwen vleugels, haar opgetrokken pootje… en verlies de draad van het boek dat ik aan het lezen ben, keer op keer.
beeld: Koen Broucke, Atalanta, olie op geprepareerd papier, 2020
13.8.2020
Zonsopgang vanop de Chamia
Omdat het later op de dag te warm zal worden, maken we onze wandeling bij zonsopgang. In gedachten verbonden met vrienden, die nu elders in de wereld - ook in de steden - voor dag en dauw naar een open plek wandelen en de hemel aanschouwen. De kleuren en geuren hebben hier een Provençaalse kwaliteit gekregen. Nadien lezen of horen we het nieuws. Wit-Rusland, Beiroet, toegenomen polarisatie en racisme, sociale beperkingen, armoede, corona in de VS en Brazilië, de onmacht bij de klimaatopwarming, de wurggreep waarin de cultuursector terecht is gekomen, de partijen die hier voordeel uithalen… de wandeling met de zintuigen op scherp en de concentratie nadien in het atelier zijn ons homeopathisch tegengif tegen deze neerwaartse spiraal, tegen dit woekerend infuus van angstig makend en verlammend nieuws.
beeld: Koen Broucke, Zonsopgang vanop de Chamia, olie op paneel, augustus 2020
Zonsopgang vanop de Chamia
Omdat het later op de dag te warm zal worden, maken we onze wandeling bij zonsopgang. In gedachten verbonden met vrienden, die nu elders in de wereld - ook in de steden - voor dag en dauw naar een open plek wandelen en de hemel aanschouwen. De kleuren en geuren hebben hier een Provençaalse kwaliteit gekregen. Nadien lezen of horen we het nieuws. Wit-Rusland, Beiroet, toegenomen polarisatie en racisme, sociale beperkingen, armoede, corona in de VS en Brazilië, de onmacht bij de klimaatopwarming, de wurggreep waarin de cultuursector terecht is gekomen, de partijen die hier voordeel uithalen… de wandeling met de zintuigen op scherp en de concentratie nadien in het atelier zijn ons homeopathisch tegengif tegen deze neerwaartse spiraal, tegen dit woekerend infuus van angstig makend en verlammend nieuws.
beeld: Koen Broucke, Zonsopgang vanop de Chamia, olie op paneel, augustus 2020
22.5.2020
Onze eerste artisjok uit de tuin dit jaar hebben we in stijl gegeten. Op een geborduurd tafellaken, met gesteven witte servetten en het zondags grootmoederlijk servies. In de aangename warmte van de meizon. Nadien heb ik het beeld in stijl geschilderd. Op een zorgvuldig geprepareerd stukje karton, een ondertekening in kleurpotlood, drie transparante laagjes olieverf, waardoor de paar pasteuze toetsen des te meer effect hebben. Alles in stijl doen. Het heeft weinig met geld of mode te maken. Wel met aandacht. De kunst is om handelingen traag en met grote aandacht te verrichten.
beeld: Koen Broucke, Artisjok, olie op geprepareerd karton, 2020
Onze eerste artisjok uit de tuin dit jaar hebben we in stijl gegeten. Op een geborduurd tafellaken, met gesteven witte servetten en het zondags grootmoederlijk servies. In de aangename warmte van de meizon. Nadien heb ik het beeld in stijl geschilderd. Op een zorgvuldig geprepareerd stukje karton, een ondertekening in kleurpotlood, drie transparante laagjes olieverf, waardoor de paar pasteuze toetsen des te meer effect hebben. Alles in stijl doen. Het heeft weinig met geld of mode te maken. Wel met aandacht. De kunst is om handelingen traag en met grote aandacht te verrichten.
beeld: Koen Broucke, Artisjok, olie op geprepareerd karton, 2020
12.5.2020
Als wiskundeleraar haalde mijn vader inspiratie voor zijn examenvragen uit de toelatingsproeven van de militaire school. Hij was bijzonder opgetogen over een vraag van aardrijkskundige aard: de examinandus diende twee opgegeven plaatsen in België te verbinden via waterwegen op een blinde kaart. Georges Simenon beschrijft in zijn autobiografie hoe hij als jonge journalist in een bootje de rivieren van Noord-Europa afvoer en zo steeds de steden leerde kennen vanuit hun oudste kernen en niet via ver verwijderde en saaie ringwegen.
Wij wonen nu aan de Maas, ergens tussen de sluizen van Anseremme en de sluizen van Waulsort. U kan de oefening maken. Hoe u van de voor u dichtst bijzijnde plek aan het water helemaal via rivieren tot hier zou kunnen varen. Wat mij betreft mag u een kaart gebruiken. Laten we verbonden blijven.
beeld: Koen Broucke, De Maas bij Hastière, olie op canvas board, 2020
Als wiskundeleraar haalde mijn vader inspiratie voor zijn examenvragen uit de toelatingsproeven van de militaire school. Hij was bijzonder opgetogen over een vraag van aardrijkskundige aard: de examinandus diende twee opgegeven plaatsen in België te verbinden via waterwegen op een blinde kaart. Georges Simenon beschrijft in zijn autobiografie hoe hij als jonge journalist in een bootje de rivieren van Noord-Europa afvoer en zo steeds de steden leerde kennen vanuit hun oudste kernen en niet via ver verwijderde en saaie ringwegen.
Wij wonen nu aan de Maas, ergens tussen de sluizen van Anseremme en de sluizen van Waulsort. U kan de oefening maken. Hoe u van de voor u dichtst bijzijnde plek aan het water helemaal via rivieren tot hier zou kunnen varen. Wat mij betreft mag u een kaart gebruiken. Laten we verbonden blijven.
beeld: Koen Broucke, De Maas bij Hastière, olie op canvas board, 2020
7.5.2020
Terwijl het oude hotel verdwijnt onder de sloophamer, verschijnt het opnieuw in mijn schilderijen. Dit is een selectie van twee kleine studies in olieverf van de zuidelijke zijgevel van het Grand Hôtel Regnier in Waulsort, waartegen het zogenaamde gele huis was aangebouwd. Mij interesseren de picturale en grafische kwaliteiten van het bonte patroon van oud behangpapier en verflagen, een glasgordijn of een buffetpiano die zichtbaar worden, de kachelpijpen die aan de gevel van het hotel zijn blijven hangen… Het zijn de intrigerende ‘draagsporen’ van een eeuw hotelgeschiedenis.
beelden: Koen Broucke, Grand Hôtel Regnier, olieverf op geprepareerd papier, 2020
Terwijl het oude hotel verdwijnt onder de sloophamer, verschijnt het opnieuw in mijn schilderijen. Dit is een selectie van twee kleine studies in olieverf van de zuidelijke zijgevel van het Grand Hôtel Regnier in Waulsort, waartegen het zogenaamde gele huis was aangebouwd. Mij interesseren de picturale en grafische kwaliteiten van het bonte patroon van oud behangpapier en verflagen, een glasgordijn of een buffetpiano die zichtbaar worden, de kachelpijpen die aan de gevel van het hotel zijn blijven hangen… Het zijn de intrigerende ‘draagsporen’ van een eeuw hotelgeschiedenis.
beelden: Koen Broucke, Grand Hôtel Regnier, olieverf op geprepareerd papier, 2020
28.4.2020
We kunnen nog bewegen in onze verbeelding en herinneringen. Aan vroegere strandwandelingen bijvoorbeeld. Zo ontdekte ik dat ‘strandjutten’ een perfecte meditatieve en helende activiteit is. Bij voorkeur wanneer laag tij en zonsondergang samen vallen. Het strand is dan op zijn breedst en verlaten. De zon werpt lange schaduwen. Ik geraak in een trance door het razen van de onstuimige zee (want het heeft best nog gestormd de nacht ervoor) en het gekraak van de ontelbare schelpjes onder mijn voetafdruk.
De kunst is om het juiste midden te vinden tussen een aandachtige en niet-aandachtige blik. Te veel verlangen om iets te vinden verblindt. Kijken zonder verlangen opent de blik.
En dan zie je tussen de miljoenen platschelpen, venusschelpen, mosselschelpen, tijgerpelzen, alikruiken, tepelhoorns, wulken en zwaardschedes, andere objecten met een net iets andere vorm en kleur: ebbenhout-kleurige fossielen (nadien op het droge verkleuren ze naar een lichter ivoor), potscherven in middeleeuws groen glazuur, fragmenten pijpaarde, grillige stukjes verroest ijzer (een geschiedenis van scheepswrakken en Atlantikwall) of gewoon mooie doorboorde steentjes (het werk van de franje- en kalkkokerwormen)… aangespoeld door de zee, zoals de gedachten en herinneringen aanspoelen in de aandacht van mijn bewustzijn.
beeld: Koen Broucke, marine (Oostende, Nationaal monument voor de zeelieden), acryl op Fabriano, 2017 (afgebeeld in: Koen Peeters, Kamer in Oostende, p. 201)
We kunnen nog bewegen in onze verbeelding en herinneringen. Aan vroegere strandwandelingen bijvoorbeeld. Zo ontdekte ik dat ‘strandjutten’ een perfecte meditatieve en helende activiteit is. Bij voorkeur wanneer laag tij en zonsondergang samen vallen. Het strand is dan op zijn breedst en verlaten. De zon werpt lange schaduwen. Ik geraak in een trance door het razen van de onstuimige zee (want het heeft best nog gestormd de nacht ervoor) en het gekraak van de ontelbare schelpjes onder mijn voetafdruk.
De kunst is om het juiste midden te vinden tussen een aandachtige en niet-aandachtige blik. Te veel verlangen om iets te vinden verblindt. Kijken zonder verlangen opent de blik.
En dan zie je tussen de miljoenen platschelpen, venusschelpen, mosselschelpen, tijgerpelzen, alikruiken, tepelhoorns, wulken en zwaardschedes, andere objecten met een net iets andere vorm en kleur: ebbenhout-kleurige fossielen (nadien op het droge verkleuren ze naar een lichter ivoor), potscherven in middeleeuws groen glazuur, fragmenten pijpaarde, grillige stukjes verroest ijzer (een geschiedenis van scheepswrakken en Atlantikwall) of gewoon mooie doorboorde steentjes (het werk van de franje- en kalkkokerwormen)… aangespoeld door de zee, zoals de gedachten en herinneringen aanspoelen in de aandacht van mijn bewustzijn.
beeld: Koen Broucke, marine (Oostende, Nationaal monument voor de zeelieden), acryl op Fabriano, 2017 (afgebeeld in: Koen Peeters, Kamer in Oostende, p. 201)
23.4.2020
In de winter zijn er grondige snoeiwerken op de oude spoorwegberm uitgevoerd. Hierdoor is de Maas terug zichtbaar geworden vanuit het huis. Anderzijds kun je nu ook vanuit de lager gelegen Rue des Bassires het huis beter zien liggen. Ik begon dit zicht te schilderen in januari. Een laatste laag glacis bracht ik vorige week aan. Het huis stond er eerst te klein op. In een derde of vierde laag zette ik nieuwe contouren van een groter huis aan, en besloot die niet in te vullen. Zo werd het eerder geschilderde huis ‘een huis in een huis’. Dit is dan ook de titel van het werk geworden.
beeld: Koen Broucke, Het huis in het huis, de stille transparantie van winter, acryl op doek, 2020
In de winter zijn er grondige snoeiwerken op de oude spoorwegberm uitgevoerd. Hierdoor is de Maas terug zichtbaar geworden vanuit het huis. Anderzijds kun je nu ook vanuit de lager gelegen Rue des Bassires het huis beter zien liggen. Ik begon dit zicht te schilderen in januari. Een laatste laag glacis bracht ik vorige week aan. Het huis stond er eerst te klein op. In een derde of vierde laag zette ik nieuwe contouren van een groter huis aan, en besloot die niet in te vullen. Zo werd het eerder geschilderde huis ‘een huis in een huis’. Dit is dan ook de titel van het werk geworden.
beeld: Koen Broucke, Het huis in het huis, de stille transparantie van winter, acryl op doek, 2020
19.4.2020
Ik stoor me hoe langer hoe meer aan de slechte kwaliteit van de nieuwsuitzendingen. Er is bijvoorbeeld maar weinig systematische, vergelijkbare en goede berichtgeving over de situatie van het coronavirus in andere landen. En er wordt steeds opnieuw gefocust op het modelgezin met grote tuin, dure sportuitrusting en veel tijd om zich aan de voorbeeldig geklede kinderen te wijden. Ik vraag me af hoe het gaat met diegenen die niet over al dat moois beschikken. Laat me dan maar onderduiken in het boek ‘Brutopia, de dromen van Brussel’ van goede vriend Pascal Verbeken. Het gaat over de caleidoscopische stad Brussel als bakermat van de meest verbluffende utopieën. In zijn meeslepende stijl lees ik hoe een aantal hallucinante situaties van ontwrichting zijn gegroeid in vaak minder dan enkele decennia tijd: Sint-Joost-ten-Node, de Noordwijk, de Leopoldswijk, Molenbeek… Het doet nadenken over hoe de zaken verder zullen evolueren, zeker in het licht van de lockdown van vandaag. Eén van de hoogtepunten in het boek is ongetwijfeld het hoofdstuk over de banneling Charles Baudelaire. Pascal Verbeken citeert de dichter ('Ik houd van de wolken... de wolken die voorbijgaan... daarginds... daarginds... die schitterende wolken!’) en suggereert dat hij zijn eigen poëzie indachtig beter wat meer gekeken zou hebben naar de luchten boven de stad.
‘Ze zijn vandaag nog net zo spectaculair als in het midden van de negentiende eeuw. De mooiste Brusselse luchten zijn de avondluchten aan het einde van een uitzonderlijk koude lentedag. Dan wordt de lucht niet aangeblazen uit het oosten, met het roet van de Ruhr en de Oeral, maar komt hij zuiver en droog van de polen, rood geaderd en gevlamd, zoals het Belgische marmer uit de groeven van Rance. Merkwaardig hoe een ijswind de hemel in vuur kan zetten, wanneer de laatste zonnestralen de onderkant van de wolken doen oplichten.’
beeld: Koen Broucke, nocturne (Brussel, Zuidertoren), acryl op doek, 2013 (privécollectie)
Ik stoor me hoe langer hoe meer aan de slechte kwaliteit van de nieuwsuitzendingen. Er is bijvoorbeeld maar weinig systematische, vergelijkbare en goede berichtgeving over de situatie van het coronavirus in andere landen. En er wordt steeds opnieuw gefocust op het modelgezin met grote tuin, dure sportuitrusting en veel tijd om zich aan de voorbeeldig geklede kinderen te wijden. Ik vraag me af hoe het gaat met diegenen die niet over al dat moois beschikken. Laat me dan maar onderduiken in het boek ‘Brutopia, de dromen van Brussel’ van goede vriend Pascal Verbeken. Het gaat over de caleidoscopische stad Brussel als bakermat van de meest verbluffende utopieën. In zijn meeslepende stijl lees ik hoe een aantal hallucinante situaties van ontwrichting zijn gegroeid in vaak minder dan enkele decennia tijd: Sint-Joost-ten-Node, de Noordwijk, de Leopoldswijk, Molenbeek… Het doet nadenken over hoe de zaken verder zullen evolueren, zeker in het licht van de lockdown van vandaag. Eén van de hoogtepunten in het boek is ongetwijfeld het hoofdstuk over de banneling Charles Baudelaire. Pascal Verbeken citeert de dichter ('Ik houd van de wolken... de wolken die voorbijgaan... daarginds... daarginds... die schitterende wolken!’) en suggereert dat hij zijn eigen poëzie indachtig beter wat meer gekeken zou hebben naar de luchten boven de stad.
‘Ze zijn vandaag nog net zo spectaculair als in het midden van de negentiende eeuw. De mooiste Brusselse luchten zijn de avondluchten aan het einde van een uitzonderlijk koude lentedag. Dan wordt de lucht niet aangeblazen uit het oosten, met het roet van de Ruhr en de Oeral, maar komt hij zuiver en droog van de polen, rood geaderd en gevlamd, zoals het Belgische marmer uit de groeven van Rance. Merkwaardig hoe een ijswind de hemel in vuur kan zetten, wanneer de laatste zonnestralen de onderkant van de wolken doen oplichten.’
beeld: Koen Broucke, nocturne (Brussel, Zuidertoren), acryl op doek, 2013 (privécollectie)
14.4.2020
De quarantaine biedt de mogelijkheid om de boeken te lezen die lang geleden zijn gekocht en op verlangstapeltjes zijn blijven liggen. Ook kunnen er nieuwe en intrigerende publicaties besteld worden. Een enkele keer valt het samen: een nieuw boek blijkt al heel lang op mij als lezer te liggen wachten. ‘Wat overblijft’ van Ingrid Vander Veken is zo’n boek. Het gaat over het afscheid nemen van een huis en van dierbaren. Hoe een huis een grondplan heeft dat samenvalt met dat van de bewoner, al is dat niet één op één. En hoe het huis verhalen bewaart en toch ook weer kan zwijgen zoals alleen een huis dat kan. Het is een thema dat me bijzonder nauw aan het hart ligt omdat ik me zelf meermaals heb kunnen oefenen in het afscheid nemen van naasten en anderhalf jaar geleden ben verhuisd. Dankzij ‘Wat overblijft’ lukt het me nu beter te luisteren naar het nieuwe huis en zijn de herinneringen aan het vorige huis en de daaraan gekoppelde vriendschappen verlevendigd.
beeld: Koen Broucke, atelier Boechout, Oost-Indische inkt, bister, potlood en gouache op papier, 2006
De quarantaine biedt de mogelijkheid om de boeken te lezen die lang geleden zijn gekocht en op verlangstapeltjes zijn blijven liggen. Ook kunnen er nieuwe en intrigerende publicaties besteld worden. Een enkele keer valt het samen: een nieuw boek blijkt al heel lang op mij als lezer te liggen wachten. ‘Wat overblijft’ van Ingrid Vander Veken is zo’n boek. Het gaat over het afscheid nemen van een huis en van dierbaren. Hoe een huis een grondplan heeft dat samenvalt met dat van de bewoner, al is dat niet één op één. En hoe het huis verhalen bewaart en toch ook weer kan zwijgen zoals alleen een huis dat kan. Het is een thema dat me bijzonder nauw aan het hart ligt omdat ik me zelf meermaals heb kunnen oefenen in het afscheid nemen van naasten en anderhalf jaar geleden ben verhuisd. Dankzij ‘Wat overblijft’ lukt het me nu beter te luisteren naar het nieuwe huis en zijn de herinneringen aan het vorige huis en de daaraan gekoppelde vriendschappen verlevendigd.
beeld: Koen Broucke, atelier Boechout, Oost-Indische inkt, bister, potlood en gouache op papier, 2006
3.4.2020
Merci au facteur et à tous les autres qui continuent à travailler pour nous!
Voor de postbode, voor al diegenen die blijven werken, het winkelpersoneel, welzijnswerkers, dokters, verplegend personeel.. maakte ik deze kleine kopie van Joseph Roulin naar Vincent Van Gogh. Pierre Michon schreef over de ontmoeting van beide mannen in de stad Arles een ontroerend schoon verhaal.
‘De een werd er aangesteld door de Posterijen, omdat dat zo besloten was of op eigen verzoek; de ander kwam er heen omdat hij boeken had gelezen; omdat het in het zuiden lag waar, zo meende hij, het geld minder schaars was, de vrouwen toegeeflijker en de luchten extreem, Japans. (…)’ (vertaling: Rokus Hofstede)
Merci au facteur et à tous les autres qui continuent à travailler pour nous!
Voor de postbode, voor al diegenen die blijven werken, het winkelpersoneel, welzijnswerkers, dokters, verplegend personeel.. maakte ik deze kleine kopie van Joseph Roulin naar Vincent Van Gogh. Pierre Michon schreef over de ontmoeting van beide mannen in de stad Arles een ontroerend schoon verhaal.
‘De een werd er aangesteld door de Posterijen, omdat dat zo besloten was of op eigen verzoek; de ander kwam er heen omdat hij boeken had gelezen; omdat het in het zuiden lag waar, zo meende hij, het geld minder schaars was, de vrouwen toegeeflijker en de luchten extreem, Japans. (…)’ (vertaling: Rokus Hofstede)
2.4.2020
Er ontstaan gaten in de aquareldoos.
Er ontstaan gaten in de aquareldoos.
30.3.2020
In tijden van opsluiting lijkt het goed om haalbare doelen uit te stippelen. Ik kan uiteraard verder werken aan tentoonstellingen die al vastliggen in een verre toekomst. Maar waarom eens geen doelloos doel formuleren: een verdere en diepere studie van de anatomie bijvoorbeeld. Vandaag neem ik u mee naar het oor en maak ik een wandeling, vertrekkend van het plateau van de Lobulus (oorlel), de afdaling naar de Concha, waar je van het uitzicht op het diepe dal tussen Tragus en Antitragus kan genieten. Van hieruit neem ik de gestage helling naar de Fossa triangularis. Ik bevind me als tussen zeeduinen. Via de Antihelix keer ik terug naar de Lobulus en besluit nog eens langs de richel van de Helix om te wandelen, het hele landschap opnieuw vanuit een ander oogpunt te bekijken en af en toe over te hellen naar de diepe afgronden naar de Scapha. De tekening is gebaseerd op een plaat uit de Anatomy of the Human Body van Henry Gray uit 1918. Dit iconisch werk werd onder andere verslonden door Jean-Michel Basquiat als kind tijdens de herstelperiode na een accident. En nog iets: in deze stille tijd kunnen we ons gehoor aanscherpen en geluiden beluisteren die tevoren nauwelijks hoorbaar waren.
beeld: Koen Broucke, schetsboek, Waulsort maart 2020
In tijden van opsluiting lijkt het goed om haalbare doelen uit te stippelen. Ik kan uiteraard verder werken aan tentoonstellingen die al vastliggen in een verre toekomst. Maar waarom eens geen doelloos doel formuleren: een verdere en diepere studie van de anatomie bijvoorbeeld. Vandaag neem ik u mee naar het oor en maak ik een wandeling, vertrekkend van het plateau van de Lobulus (oorlel), de afdaling naar de Concha, waar je van het uitzicht op het diepe dal tussen Tragus en Antitragus kan genieten. Van hieruit neem ik de gestage helling naar de Fossa triangularis. Ik bevind me als tussen zeeduinen. Via de Antihelix keer ik terug naar de Lobulus en besluit nog eens langs de richel van de Helix om te wandelen, het hele landschap opnieuw vanuit een ander oogpunt te bekijken en af en toe over te hellen naar de diepe afgronden naar de Scapha. De tekening is gebaseerd op een plaat uit de Anatomy of the Human Body van Henry Gray uit 1918. Dit iconisch werk werd onder andere verslonden door Jean-Michel Basquiat als kind tijdens de herstelperiode na een accident. En nog iets: in deze stille tijd kunnen we ons gehoor aanscherpen en geluiden beluisteren die tevoren nauwelijks hoorbaar waren.
beeld: Koen Broucke, schetsboek, Waulsort maart 2020
24.3.2020
Vorige week vroeg de radio (Klara) mij om een getuigenis af te leggen over mijn kunstenaarschap in deze moeilijke periode. Er werd mij gevraagd naar mijn wandelingen. Het is een dagelijkse routine en deel van mijn artistieke praktijk. Maar vandaag hebben ze nog een bijzondere betekenis gekregen. Ze helen fysiek en mentaal. Ik sprak over een andere sfeer die ik waarneem in het bos. Dit was helemaal aan het einde van de uitzending en luisteraars vroegen mij nadien wat ik dan observeer. Het zijn zeer subtiele gewaarwordingen en wanneer ik ze probeer neer te schrijven, worden ze meteen minder genuanceerd. Maar ik doe een poging. Ik ervaar vooral dat ik stil word als ik het bos betreed, stiller dan voorheen. Alsof ik een ander huis betreed. Ik neem zachtere geluiden waar. Geluiden die ik voordien niet hoorde. De zang in de toppen van de hoge sparren terwijl het nog windstil is. Het ontwaken van solitaire bijen, nooit gehoord geritsel en geschuifel, een verre specht … Hetzelfde graduele verschil in waarneming is er in de kleuren. De natuur lijkt opnieuw en voorzichtig te durven ademen.
Ik las over de taal van de San (Bosjesmannen): ‘Een bidsprinkhaan is net zo belangrijk als een oude vrouw, een jong kind of een struisvogel; ze zijn allemaal even waardevol. De wind is een persoon en datzelfde geldt voor de maan en de sterren, de bomen, de stenen en het water. Alles heeft zijn stem en kan worden verstaan, zelfs als de boodschap verwarrend is en grillig als in een droom.’(Julia Blackburn, Lied van de Tijd. Op zoek naar Doggerland)
Het is alsof ik wandel in een nog niet eerder verkend droomgebied.
Beeld: Koen Broucke, Château Thierry, aquarel op Fabriano, 2020
Vorige week vroeg de radio (Klara) mij om een getuigenis af te leggen over mijn kunstenaarschap in deze moeilijke periode. Er werd mij gevraagd naar mijn wandelingen. Het is een dagelijkse routine en deel van mijn artistieke praktijk. Maar vandaag hebben ze nog een bijzondere betekenis gekregen. Ze helen fysiek en mentaal. Ik sprak over een andere sfeer die ik waarneem in het bos. Dit was helemaal aan het einde van de uitzending en luisteraars vroegen mij nadien wat ik dan observeer. Het zijn zeer subtiele gewaarwordingen en wanneer ik ze probeer neer te schrijven, worden ze meteen minder genuanceerd. Maar ik doe een poging. Ik ervaar vooral dat ik stil word als ik het bos betreed, stiller dan voorheen. Alsof ik een ander huis betreed. Ik neem zachtere geluiden waar. Geluiden die ik voordien niet hoorde. De zang in de toppen van de hoge sparren terwijl het nog windstil is. Het ontwaken van solitaire bijen, nooit gehoord geritsel en geschuifel, een verre specht … Hetzelfde graduele verschil in waarneming is er in de kleuren. De natuur lijkt opnieuw en voorzichtig te durven ademen.
Ik las over de taal van de San (Bosjesmannen): ‘Een bidsprinkhaan is net zo belangrijk als een oude vrouw, een jong kind of een struisvogel; ze zijn allemaal even waardevol. De wind is een persoon en datzelfde geldt voor de maan en de sterren, de bomen, de stenen en het water. Alles heeft zijn stem en kan worden verstaan, zelfs als de boodschap verwarrend is en grillig als in een droom.’(Julia Blackburn, Lied van de Tijd. Op zoek naar Doggerland)
Het is alsof ik wandel in een nog niet eerder verkend droomgebied.
Beeld: Koen Broucke, Château Thierry, aquarel op Fabriano, 2020
22.3.2020
In 2005 resideerde ik in de studio James Ensor van de Cité International des Arts in Parijs. Voor mijn vertrek had ik een filmpje gemaakt van mijn vader aan de piano. Aan de hand van deze beelden begon ik een reeks portretten te schilderen en had ik de sensatie alsof hij er ook echt was. Veraf en toch nabij. Ik vond dit beeld terug in mijn archief toen ik op zoek was naar de handen van Daan Vandewalle die ik schilderde naar aanleiding van een Liszt concert in het kader van mijn tentoonstelling in Lokaal 01 in Breda in datzelfde jaar. De pianist deelt nu samen met het Concertgebouw Brugge dagelijks een filmpje: ‘Handen schudden geen handen meer / Handen strelen geen gezichten meer / Maar handen raken nog steeds de piano.’
beeld: Koen Broucke, Mijn vader aan de piano, acryl op rijstpapier, 2005
In 2005 resideerde ik in de studio James Ensor van de Cité International des Arts in Parijs. Voor mijn vertrek had ik een filmpje gemaakt van mijn vader aan de piano. Aan de hand van deze beelden begon ik een reeks portretten te schilderen en had ik de sensatie alsof hij er ook echt was. Veraf en toch nabij. Ik vond dit beeld terug in mijn archief toen ik op zoek was naar de handen van Daan Vandewalle die ik schilderde naar aanleiding van een Liszt concert in het kader van mijn tentoonstelling in Lokaal 01 in Breda in datzelfde jaar. De pianist deelt nu samen met het Concertgebouw Brugge dagelijks een filmpje: ‘Handen schudden geen handen meer / Handen strelen geen gezichten meer / Maar handen raken nog steeds de piano.’
beeld: Koen Broucke, Mijn vader aan de piano, acryl op rijstpapier, 2005
20.3.2020
Tijdens één van onze recente wandelingen, verlieten we de steile en rechte afdaling naast een geaccidenteerde rots en sloegen een smalle richel in. Het leek een pad. Tussen de bomen was een rookpluim zichtbaar en zo vonden we een hut temidden van het bos. De bewoner - Henry David Thoreau in T-shirt en gloednieuwe neon-kleurige bergschoenen - had ons van ver horen aankomen en stond ons op te wachten. We hadden een gesprek over bouwtechnieken met gesprokkelde materialen uit de nabije omgeving, de buitenafwerking in gevlochten hazelaar en de totale duisternis en stilte op deze plek. In de buurt zijn neolithische grotten. We vonden bij de verdere afdaling een prachtige potscherf. Al het voorbije blijft op één of andere manier bewaard.
beeld: Koen Broucke, L’Ermitage des Cascatelles, aquarel op gerecupereerd visitekaartje, 2020
Tijdens één van onze recente wandelingen, verlieten we de steile en rechte afdaling naast een geaccidenteerde rots en sloegen een smalle richel in. Het leek een pad. Tussen de bomen was een rookpluim zichtbaar en zo vonden we een hut temidden van het bos. De bewoner - Henry David Thoreau in T-shirt en gloednieuwe neon-kleurige bergschoenen - had ons van ver horen aankomen en stond ons op te wachten. We hadden een gesprek over bouwtechnieken met gesprokkelde materialen uit de nabije omgeving, de buitenafwerking in gevlochten hazelaar en de totale duisternis en stilte op deze plek. In de buurt zijn neolithische grotten. We vonden bij de verdere afdaling een prachtige potscherf. Al het voorbije blijft op één of andere manier bewaard.
beeld: Koen Broucke, L’Ermitage des Cascatelles, aquarel op gerecupereerd visitekaartje, 2020
14.3.2020
Al wandelend bevrijd ik mij van het juk van de media en de onophoudelijke stroom van onheilspellende berichten van overal in de wereld. De observaties die ik doe zijn reëeler dan het verre nieuws. Mijn leden zijn vermoeid, want het is een lange wandeling met een zware beklimming en afdaling. Met mijn wandelpartner praten we over de oude en deels verdwenen paden, het debiet van de snelstromende rivier, de door de natuur opgeslokte ruïnes… We kijken naar de overvloed van het nieuwe voorjaar in de bermen: de weelderige daslook, vingerhelmbloemen, helleborussen, wilde viooltjes, sleutelbloemen… We ademen een lucht in die zuiverder lijkt. De hemel is minder bezoedeld. Er is geen vlechtwerk van vliegtuigsporen. Thuisgekomen sla ik de krant open. De wereld sijpelt terug binnen.
Beeld: Koen Broucke, Forbidden Place in the Forest, watercolour, 2020
Al wandelend bevrijd ik mij van het juk van de media en de onophoudelijke stroom van onheilspellende berichten van overal in de wereld. De observaties die ik doe zijn reëeler dan het verre nieuws. Mijn leden zijn vermoeid, want het is een lange wandeling met een zware beklimming en afdaling. Met mijn wandelpartner praten we over de oude en deels verdwenen paden, het debiet van de snelstromende rivier, de door de natuur opgeslokte ruïnes… We kijken naar de overvloed van het nieuwe voorjaar in de bermen: de weelderige daslook, vingerhelmbloemen, helleborussen, wilde viooltjes, sleutelbloemen… We ademen een lucht in die zuiverder lijkt. De hemel is minder bezoedeld. Er is geen vlechtwerk van vliegtuigsporen. Thuisgekomen sla ik de krant open. De wereld sijpelt terug binnen.
Beeld: Koen Broucke, Forbidden Place in the Forest, watercolour, 2020
12.3.2020
Oproep aan de Koning(in) in onszelf
Wat moeten we doen tijdens deze bizarre periode in de greep van het coronavirus? Hoe moeten we handelen? Deze vragen houden me intens bezig deze dagen. Onze handen wassen. Zoveel mogelijk binnen blijven. De praktische aanbevelingen opvolgen die ons door bekwame virologen worden meegedeeld. Maar ook: niet in de greep van de angst komen, niet meegesleurd worden in een economie van de angst. Solidair blijven. Genereus zijn. Weten dat we verbonden zijn. We kunnen binnen een boek lezen en naar kunst kijken. En waarom niet zelf schrijven of tekenen om later uit te wisselen. We kunnen aandelen verkopen en kunst kopen. En een deel van het geld aanwenden om steun te geven aan de meest getroffenen. Onze bestemmingen wijzigen. Op vakantie gaan in onze omgeving. En vooral weten: er is een hierna, waarin we terug zullen samenkomen.
Beeld: Koen Broucke, The King inside the King, watercolour, 2019
Oproep aan de Koning(in) in onszelf
Wat moeten we doen tijdens deze bizarre periode in de greep van het coronavirus? Hoe moeten we handelen? Deze vragen houden me intens bezig deze dagen. Onze handen wassen. Zoveel mogelijk binnen blijven. De praktische aanbevelingen opvolgen die ons door bekwame virologen worden meegedeeld. Maar ook: niet in de greep van de angst komen, niet meegesleurd worden in een economie van de angst. Solidair blijven. Genereus zijn. Weten dat we verbonden zijn. We kunnen binnen een boek lezen en naar kunst kijken. En waarom niet zelf schrijven of tekenen om later uit te wisselen. We kunnen aandelen verkopen en kunst kopen. En een deel van het geld aanwenden om steun te geven aan de meest getroffenen. Onze bestemmingen wijzigen. Op vakantie gaan in onze omgeving. En vooral weten: er is een hierna, waarin we terug zullen samenkomen.
Beeld: Koen Broucke, The King inside the King, watercolour, 2019
18.9.2019
De Erard serienummer 72736, vanuit de ateliers in de Rue de Flandre in Parijs naar de winkel in Brussel vertrokken in de maand maart 1895 en de Pleyel serienummer 95945, afgeregeld in december 1888 in de ateliers aan de boulevard Ornano in Saint-Denis (mijn ‘piano volcanique’) zijn herenigd. Beide piano’s zijn gebouwd in palissander, het ‘rosewood’ van de Dalbergia Nigra, die allicht nog ergens in het begin van de eeuw of vroeger is beginnen groeien in het Braziliaanse woud. In 1888 schreef Gabriel Fauré aan zijn requiem, Franz Liszt was twee jaar vroeger gestorven en in 1895 componeerde Claude Debussy aan zijn 'Pelléas et Mélisande’. Een revolutie in de muziek. Het serieuze repetitiewerk kan beginnen.
De Erard serienummer 72736, vanuit de ateliers in de Rue de Flandre in Parijs naar de winkel in Brussel vertrokken in de maand maart 1895 en de Pleyel serienummer 95945, afgeregeld in december 1888 in de ateliers aan de boulevard Ornano in Saint-Denis (mijn ‘piano volcanique’) zijn herenigd. Beide piano’s zijn gebouwd in palissander, het ‘rosewood’ van de Dalbergia Nigra, die allicht nog ergens in het begin van de eeuw of vroeger is beginnen groeien in het Braziliaanse woud. In 1888 schreef Gabriel Fauré aan zijn requiem, Franz Liszt was twee jaar vroeger gestorven en in 1895 componeerde Claude Debussy aan zijn 'Pelléas et Mélisande’. Een revolutie in de muziek. Het serieuze repetitiewerk kan beginnen.
28.2.2019
Villa des Roses: een oude naam is in ere hersteld. Vandaag hebben we negen oude Engelse rozen aangeplant. Variaties van wit, roze tot donker, bijna zwartrood, met één gemeenschappelijke deler: ze zijn allen ‘hevig geurend’. De ‘Duke of Wellington’ is nog even opzijgezet in een vaas, omdat het gat morgen verder wordt uitgegraven met het houweel. We ontdekten overigens dat één van de aanwezige rozelaars ongeveer 60 jaar oud is.
Villa des Roses: een oude naam is in ere hersteld. Vandaag hebben we negen oude Engelse rozen aangeplant. Variaties van wit, roze tot donker, bijna zwartrood, met één gemeenschappelijke deler: ze zijn allen ‘hevig geurend’. De ‘Duke of Wellington’ is nog even opzijgezet in een vaas, omdat het gat morgen verder wordt uitgegraven met het houweel. We ontdekten overigens dat één van de aanwezige rozelaars ongeveer 60 jaar oud is.
7.10.2018
De Steinway vleugelpiano met serie nummer 297389. Bouwjaar 1939 dus. Hetzelfde jaar als het gebouw: de Academia Belgica in Rome. Toen ik deze piano terug opende, na een periode van 25 jaar, rook ik opnieuw die vertrouwde zoete amandelgeur. Een madeleine moment. Nog versterkt door het terugvinden van de warme en precieze klank met verre echo in de met wandtapijten versierde feestzaal. Ik kan hier in optimale omstandigheden de concerten van de volgende weken voorbereiden. Marmeren Marie José, prinses van Piëmont, de latere (voor 33 dagen) Koningin van Italië luistert mee. (Bij het nakijken van de serienummers viel op dat Steinway gedurende de oorlog piano’s is blijven bouwen. 5000 per jaar. Alleen op het einde van de oorlog vermindert het aantal naar 2000.)
De Steinway vleugelpiano met serie nummer 297389. Bouwjaar 1939 dus. Hetzelfde jaar als het gebouw: de Academia Belgica in Rome. Toen ik deze piano terug opende, na een periode van 25 jaar, rook ik opnieuw die vertrouwde zoete amandelgeur. Een madeleine moment. Nog versterkt door het terugvinden van de warme en precieze klank met verre echo in de met wandtapijten versierde feestzaal. Ik kan hier in optimale omstandigheden de concerten van de volgende weken voorbereiden. Marmeren Marie José, prinses van Piëmont, de latere (voor 33 dagen) Koningin van Italië luistert mee. (Bij het nakijken van de serienummers viel op dat Steinway gedurende de oorlog piano’s is blijven bouwen. 5000 per jaar. Alleen op het einde van de oorlog vermindert het aantal naar 2000.)
2.10.2018
In 1992 publiceerden Jo Tollebeek en Tom Verschaffel het boek ‘De vreugden van Houssaye: apologie van de historische interesse’. Het leek wel voor mij geschreven. Het historisch onderzoek kon en mocht ook een diepe vreugde teweeg brengen. Vooral het concept van de historische sensatie, een onmiddellijk zintuiglijk contact met het verleden, eerder geformuleerd door Johan Huizinga, werd uitgediept. De historische sensatie volgens Huizinga is een zeldzaam extatisch moment, zoals de esthetische ervaring, ’un moment de grâce’. De vreugden van Houssaye zijn mij bijven achtervolgen en zou ik nu, in het kader van mijn doctoraat in de kunsten, kunnen herformuleren tot de vreugden van ‘artistic (practice) based historical research’.
In beeld: mijn favoriete studieplek en voornaamste biotoop voor de volgende maanden. De bibliotheek van de Academia Belgica in Rome. Hier vind ik het subliem en vreugdevol evenwicht tussen sensorieel onderzoek, lezen, noteren en tekenen.
De resultaten zullen te zien zijn tijdens mijn presentatie en doctoraatsverdediging, eind 2019 in het Museum Dhondt-Dhaenens in Deurle.
In 1992 publiceerden Jo Tollebeek en Tom Verschaffel het boek ‘De vreugden van Houssaye: apologie van de historische interesse’. Het leek wel voor mij geschreven. Het historisch onderzoek kon en mocht ook een diepe vreugde teweeg brengen. Vooral het concept van de historische sensatie, een onmiddellijk zintuiglijk contact met het verleden, eerder geformuleerd door Johan Huizinga, werd uitgediept. De historische sensatie volgens Huizinga is een zeldzaam extatisch moment, zoals de esthetische ervaring, ’un moment de grâce’. De vreugden van Houssaye zijn mij bijven achtervolgen en zou ik nu, in het kader van mijn doctoraat in de kunsten, kunnen herformuleren tot de vreugden van ‘artistic (practice) based historical research’.
In beeld: mijn favoriete studieplek en voornaamste biotoop voor de volgende maanden. De bibliotheek van de Academia Belgica in Rome. Hier vind ik het subliem en vreugdevol evenwicht tussen sensorieel onderzoek, lezen, noteren en tekenen.
De resultaten zullen te zien zijn tijdens mijn presentatie en doctoraatsverdediging, eind 2019 in het Museum Dhondt-Dhaenens in Deurle.
29.9.2018
Alleen het klateren van een straaltje water in het leeuwenbassin in de kloosterhof van de Santi Quattro Coronati. Een septemberzaterdag in Rome met Koen Peeters. Onwezenlijk stil is het hier. De tijd glijdt als een langzame schaduw over de mozaïekvloeren. Het kwik stijgt tot 27 graden. Het is één van de etappes op onze lange wandeling van het Heilige Hout, de Heilige Doornen en Nagels, de Heilige Wijsvinger van San Tommaso in de Santa Croce in Gerusalemme tot de onwezenlijke parafernalia van Elisabeth Canori Mora in de San Carlino alle Quattro Fontane.
We zetten ons studiewerk dat we twee jaar lang hebben gevoerd in Oostende verder, onder een ander gesternte en een andere inspiratie: de pijnbomen van Rome. Ottorino Respighi is nooit veraf.
Alleen het klateren van een straaltje water in het leeuwenbassin in de kloosterhof van de Santi Quattro Coronati. Een septemberzaterdag in Rome met Koen Peeters. Onwezenlijk stil is het hier. De tijd glijdt als een langzame schaduw over de mozaïekvloeren. Het kwik stijgt tot 27 graden. Het is één van de etappes op onze lange wandeling van het Heilige Hout, de Heilige Doornen en Nagels, de Heilige Wijsvinger van San Tommaso in de Santa Croce in Gerusalemme tot de onwezenlijke parafernalia van Elisabeth Canori Mora in de San Carlino alle Quattro Fontane.
We zetten ons studiewerk dat we twee jaar lang hebben gevoerd in Oostende verder, onder een ander gesternte en een andere inspiratie: de pijnbomen van Rome. Ottorino Respighi is nooit veraf.
18.6.2018
Eeuwig zomer
Een kleine geschiedenis van een postkaart, 114 jaar geleden verstuurd door een onbekende vanuit Waulsort naar mademoiselle Linden, Hôtel Britannique, rue St Joseph 52 in Oostende (het moet ongetwijfeld de Jozef II straat zijn en dat heeft de postbode zeker geweten). De kaart is gepost op 9 januari 1904, een dag voor het overlijden van de schilder Jean-Louis Gérôme, geboren in 1824 en één van de meest verbluffende Franse historieschilders. Hij schilderde onder andere Napoleon in Egypte of de dood van Julius Caesar.
Hoe oud zou juffrouw Linden geweest zijn bij ontvangst van de kaart? Achttien of iets ouder? Veel kans dat ze nog twee wereldoorlogen moet doormaken. Ik kocht de kaart van een antiquair in Auvelais, die zich heeft geamuseerd om op de achterzijde een hele reeks onbegrijpelijke codes in potlood toe te voegen. En nog meer heeft hij zich vermaakt met de envelop vol te plakken met een collectie uitgeknipte oude postzegels, die de postbeambte met veel ijver heeft afgestempeld, zodat er zeker geen enkele door de geadresseerde zou kunnen hergebruikt worden. Op de postkaart staan de villa’s in Waulsort. De derde van links is de Villa des Roses. De foto is gemaakt in een zomer. De bomen staan er groen bij en het raam van mijn toekomstige slaapkamer is geopend.
Eeuwig zomer
Een kleine geschiedenis van een postkaart, 114 jaar geleden verstuurd door een onbekende vanuit Waulsort naar mademoiselle Linden, Hôtel Britannique, rue St Joseph 52 in Oostende (het moet ongetwijfeld de Jozef II straat zijn en dat heeft de postbode zeker geweten). De kaart is gepost op 9 januari 1904, een dag voor het overlijden van de schilder Jean-Louis Gérôme, geboren in 1824 en één van de meest verbluffende Franse historieschilders. Hij schilderde onder andere Napoleon in Egypte of de dood van Julius Caesar.
Hoe oud zou juffrouw Linden geweest zijn bij ontvangst van de kaart? Achttien of iets ouder? Veel kans dat ze nog twee wereldoorlogen moet doormaken. Ik kocht de kaart van een antiquair in Auvelais, die zich heeft geamuseerd om op de achterzijde een hele reeks onbegrijpelijke codes in potlood toe te voegen. En nog meer heeft hij zich vermaakt met de envelop vol te plakken met een collectie uitgeknipte oude postzegels, die de postbeambte met veel ijver heeft afgestempeld, zodat er zeker geen enkele door de geadresseerde zou kunnen hergebruikt worden. Op de postkaart staan de villa’s in Waulsort. De derde van links is de Villa des Roses. De foto is gemaakt in een zomer. De bomen staan er groen bij en het raam van mijn toekomstige slaapkamer is geopend.
10.6.2018
De onovertroffen Koen Broos maakt een foto van de schrijvers, medewerkers en vrienden die bijdroegen aan het speciale nummer van DWB ‘Kamer in Oostende'. Tussen de voorstelling in Vrijstaat O en de wandeling naar Brasserie Albert in het Thermae Palace. Als een schitterende re-enactment van de weekends eind jaren 1940 begin 1950 waarop Gaston Duribreux alle schrijvers van 'Dietsche Warande & Belfort' ontving in zijn Hôtel du Parc in Mariakerke.
(foto: Sigrid Geldhof)
De onovertroffen Koen Broos maakt een foto van de schrijvers, medewerkers en vrienden die bijdroegen aan het speciale nummer van DWB ‘Kamer in Oostende'. Tussen de voorstelling in Vrijstaat O en de wandeling naar Brasserie Albert in het Thermae Palace. Als een schitterende re-enactment van de weekends eind jaren 1940 begin 1950 waarop Gaston Duribreux alle schrijvers van 'Dietsche Warande & Belfort' ontving in zijn Hôtel du Parc in Mariakerke.
(foto: Sigrid Geldhof)
19.5.2018
Begonnen! Bibliotheek doctoraat (BIB DOC) is ingepakt. Volgen nog: bibliotheek S.M.A.K., bibliotheek essentieel, bibliotheek secundair, bibliotheek kunst, bibliotheek muziek, bibliotheek tijdschriften, bibliotheek boven. Eind juni organiseer ik een weggeefdag met de dubbele exemplaren en de boeken die ik niet meer nodig heb.
Begonnen! Bibliotheek doctoraat (BIB DOC) is ingepakt. Volgen nog: bibliotheek S.M.A.K., bibliotheek essentieel, bibliotheek secundair, bibliotheek kunst, bibliotheek muziek, bibliotheek tijdschriften, bibliotheek boven. Eind juni organiseer ik een weggeefdag met de dubbele exemplaren en de boeken die ik niet meer nodig heb.
9.3.2018
Een gesprek met Alicja Gescinska over bomen en historische energie, over wandelen, tekenen en de aanraking als onderzoeksmethoden, ter voorbereiding van de inleiding bij mijn tentoonstelling ‘De ondraaglijke vreugde van de beelden, Het herbarium van het slagveld’, De Garage, ruimte voor actuele kunst, Mechelen, zaterdag 24 maart 2018 om 20u30.
(foto: Timoti Vandebriel)
Een gesprek met Alicja Gescinska over bomen en historische energie, over wandelen, tekenen en de aanraking als onderzoeksmethoden, ter voorbereiding van de inleiding bij mijn tentoonstelling ‘De ondraaglijke vreugde van de beelden, Het herbarium van het slagveld’, De Garage, ruimte voor actuele kunst, Mechelen, zaterdag 24 maart 2018 om 20u30.
(foto: Timoti Vandebriel)
3.1.2018
‘Als ik schilder, is het nooit voor lang. Ik werk in dunne, transparante laagjes die moeten drogen, en dat duurt langer dan het schilderen zelf. Ik pauzeer veel, speel muziek, loop in de tuin en snoei wat rozen. Soms ga ik even liggen, of mediteer. Inspiratie komt door in de wereld rond te lopen. Ik werk met Koen Peeters aan een project in Oostende, we praten en wandelen er met mensen. Samen kijken, elkaar attent maken op dingen, fotograferen, noteren, zo ontwikkelt zich iets. Ik heb dus al een idee voor ik begin te schilderen, maar bij een geslaagd werk gebeurt er onderweg nog iets. Dat is een heilig moment. Daarom zijn die rustmomenten een integraal onderdeel van het schilderen.’
Het atelier, in Knack Weekend 3.1.2017, tekst: Nathalie Le Blanc, foto: Marleen Daniëls, op de bank: Jelle Van Riet.
‘Als ik schilder, is het nooit voor lang. Ik werk in dunne, transparante laagjes die moeten drogen, en dat duurt langer dan het schilderen zelf. Ik pauzeer veel, speel muziek, loop in de tuin en snoei wat rozen. Soms ga ik even liggen, of mediteer. Inspiratie komt door in de wereld rond te lopen. Ik werk met Koen Peeters aan een project in Oostende, we praten en wandelen er met mensen. Samen kijken, elkaar attent maken op dingen, fotograferen, noteren, zo ontwikkelt zich iets. Ik heb dus al een idee voor ik begin te schilderen, maar bij een geslaagd werk gebeurt er onderweg nog iets. Dat is een heilig moment. Daarom zijn die rustmomenten een integraal onderdeel van het schilderen.’
Het atelier, in Knack Weekend 3.1.2017, tekst: Nathalie Le Blanc, foto: Marleen Daniëls, op de bank: Jelle Van Riet.
11.12.2017
Oostende (vrijdag, 8 december) als decor van een zoektocht naar de sporen van de onfortuinlijke architect Gaston Eysselinck. Met Koen Peeters, Charlotte Van den Broeck en Koen Van Synghel ging het van de Grote Post naar de Kemmelbergstraat, de daken van de Venetiaanse Gaanderijen, Steensedijk, Acacialaan en strandden we uiteindelijk in de Stuiverstraat. Hier kwamen we, juist voor het vallen van de nacht, tot de bevinding dat het laatste en volstrekt compromisloze monument van Eysselinck de grafsteen van Georgettes Troy is. (met dank aan Stefan Tanghe, Bob Sinnaeve, Dirk Beirens, Martine Meire en Virginie Michils)
Oostende (vrijdag, 8 december) als decor van een zoektocht naar de sporen van de onfortuinlijke architect Gaston Eysselinck. Met Koen Peeters, Charlotte Van den Broeck en Koen Van Synghel ging het van de Grote Post naar de Kemmelbergstraat, de daken van de Venetiaanse Gaanderijen, Steensedijk, Acacialaan en strandden we uiteindelijk in de Stuiverstraat. Hier kwamen we, juist voor het vallen van de nacht, tot de bevinding dat het laatste en volstrekt compromisloze monument van Eysselinck de grafsteen van Georgettes Troy is. (met dank aan Stefan Tanghe, Bob Sinnaeve, Dirk Beirens, Martine Meire en Virginie Michils)
7.11.2017
Op pagina 109 van zijn boek ‘Aan zee, Taferelen uit de kinderjaren’ schrijft Eric De Kuyper: ‘Nog ouder was madame De Been, die op de tussenverdieping woonde en de eigenares was van het huis. Was zijn tante een amateur-fee, dan was zij de hoogst begaafde, professionele tovenares. Zij maakte uiterst zonderlinge kunstwerken. (…)’ Ik verslond de boeken van De Kuyper als student geschiedenis ergens in de jaren ‘80, was gefascineerd door zijn unieke herinneringsarbeid en vermoedde dat het hier om mijn overgrootmoeder ging. Drie fascinerende bladzijden over een oude dame die haar dagen doorbracht met het beplakken van ordinaire vazen en borden met postzegels, beschilderen en vernissen hiervan tot ze Chinese antieke stukken leken, het vervaardigen van Madonna’s onder stolpen en het verzorgen van haar Engelse rozen. Gisteren konden Koen Peeters en ikzelf in het kader van ons ‘Kamer in Oostende’-project een aantal van die stukken bewonderen bij een familielid. Nadien wandelden we met Eric De Kuyper langs de plek zelf, Square Clémentine (lees de auteur over het naast elkaar bestaan van Franse en Nederlandse straatnamen in Oostende). De gesprekken wapperden verder uit naar het stratenplan van de stad, de syntaxis van de herinnering, het begrip 'nostalgia', de vele rijke personages in zijn boeken, Léon Spilliaert, film, toerisme en de altijd aanwezige zee.
Op pagina 109 van zijn boek ‘Aan zee, Taferelen uit de kinderjaren’ schrijft Eric De Kuyper: ‘Nog ouder was madame De Been, die op de tussenverdieping woonde en de eigenares was van het huis. Was zijn tante een amateur-fee, dan was zij de hoogst begaafde, professionele tovenares. Zij maakte uiterst zonderlinge kunstwerken. (…)’ Ik verslond de boeken van De Kuyper als student geschiedenis ergens in de jaren ‘80, was gefascineerd door zijn unieke herinneringsarbeid en vermoedde dat het hier om mijn overgrootmoeder ging. Drie fascinerende bladzijden over een oude dame die haar dagen doorbracht met het beplakken van ordinaire vazen en borden met postzegels, beschilderen en vernissen hiervan tot ze Chinese antieke stukken leken, het vervaardigen van Madonna’s onder stolpen en het verzorgen van haar Engelse rozen. Gisteren konden Koen Peeters en ikzelf in het kader van ons ‘Kamer in Oostende’-project een aantal van die stukken bewonderen bij een familielid. Nadien wandelden we met Eric De Kuyper langs de plek zelf, Square Clémentine (lees de auteur over het naast elkaar bestaan van Franse en Nederlandse straatnamen in Oostende). De gesprekken wapperden verder uit naar het stratenplan van de stad, de syntaxis van de herinnering, het begrip 'nostalgia', de vele rijke personages in zijn boeken, Léon Spilliaert, film, toerisme en de altijd aanwezige zee.
12.10.2017
Zaterdag zijn we met Atelier Broucke aanwezig op de Antwerp Academy Art Book Fair en zullen hier de gloednieuwe uitgave ‘Manen en Laarzen’ (met Musea Turnhout en de Warande) presenteren, evenals de volledig set (18-1) van het tijdschrift Images/Images.
‘Smaller artists periodicals of interest are Images/Images and Tekst/Tekst, both series founded in 1997 by the artist Koen Broucke and the architect Thierry Lagrange. They compiled existing and newly written texts and mostly found images, arranged around certain themes such as wolves or ruins, or lending their pages to the verbal and visual work of Broucke. The compact booklets, some of them only texts, other only images and some a mixture of both, continued to appear until 2007.’
Johan Pas, Artists' Publications: The Belgian Contribution, 2017, p. 181-185.
https://www.aaartbookfair.be
Zaterdag zijn we met Atelier Broucke aanwezig op de Antwerp Academy Art Book Fair en zullen hier de gloednieuwe uitgave ‘Manen en Laarzen’ (met Musea Turnhout en de Warande) presenteren, evenals de volledig set (18-1) van het tijdschrift Images/Images.
‘Smaller artists periodicals of interest are Images/Images and Tekst/Tekst, both series founded in 1997 by the artist Koen Broucke and the architect Thierry Lagrange. They compiled existing and newly written texts and mostly found images, arranged around certain themes such as wolves or ruins, or lending their pages to the verbal and visual work of Broucke. The compact booklets, some of them only texts, other only images and some a mixture of both, continued to appear until 2007.’
Johan Pas, Artists' Publications: The Belgian Contribution, 2017, p. 181-185.
https://www.aaartbookfair.be
25.9.2017
De eendenjachtkamer
Wij zitten in De Grote Post in Oostende: stadsgids Dirk Beirens, schrijver Koen Peeters en ikzelf, schilder. Na een intensieve briefing over het doen en laten van de jonge Hugo Claus in deze stad, zoeken we ons een weg doorheen de regenbuien naar de Albert I-Promenade waar vroeger het Hôtel de Londres stond en zich nu gelijkvloers brasserie Melody bevindt. Hier laat onze gids ons achter. De deur staat open. Wij glippen naar binnen en nemen de lift naar de hoogste verdieping, waar alle appartementen gesloten zijn. Aanbellen haalt niets uit. Een hels geluid van drilboren en hamers dreunt door het gebouw. We dalen de trap af. De minuterie springt af en in het donker lijkt het alsof we elke moment op een stuk opengebroken trap zullen stuiten en in de diepte duikelen. Een verdieping lager treffen we opnieuw een geopende deur aan van een appartement waar daadwerkelijk gewerkt wordt. We lopen ongemerkt naar binnen en maken een paar foto’s. Dat uitzicht over de Noordzee: het uitzicht van de jonge Claus op de exacte plaats waar hij ‘De eendenjacht’ (de latere ‘De Metsiers') schreef. Een jaar voor de dood van James Ensor en gedurende de periode waarin het kind Eric De Kuyper een paar honderd meter verder zijn ingewikkelde strandspelen verzint. ‘De eerste jaren na de oorlog waren de huizen langs de Zeedijk bijna alle dichtgetimmerd. Ze waren ofwel totaal verwoest, of stonden leeg en waren onbewoond. Maar ieder jaar gingen ze weer meer tekenen van leven vertonen: er kwamen hotels, restaurants, terrasjes.’ (Aan Zee, 1988) Nadien bekijk ik de foto van Peeters aan het raam. Dan pas merk ik hoe die door het toeval gestructureerd is. De figuur en de zee zijn onscherp. De voorbijvliegende meeuwen (symbool voor de onsterfelijke ziel; Claus?), waarin de meeste beweging zit, zijn scherp.
De eendenjachtkamer
Wij zitten in De Grote Post in Oostende: stadsgids Dirk Beirens, schrijver Koen Peeters en ikzelf, schilder. Na een intensieve briefing over het doen en laten van de jonge Hugo Claus in deze stad, zoeken we ons een weg doorheen de regenbuien naar de Albert I-Promenade waar vroeger het Hôtel de Londres stond en zich nu gelijkvloers brasserie Melody bevindt. Hier laat onze gids ons achter. De deur staat open. Wij glippen naar binnen en nemen de lift naar de hoogste verdieping, waar alle appartementen gesloten zijn. Aanbellen haalt niets uit. Een hels geluid van drilboren en hamers dreunt door het gebouw. We dalen de trap af. De minuterie springt af en in het donker lijkt het alsof we elke moment op een stuk opengebroken trap zullen stuiten en in de diepte duikelen. Een verdieping lager treffen we opnieuw een geopende deur aan van een appartement waar daadwerkelijk gewerkt wordt. We lopen ongemerkt naar binnen en maken een paar foto’s. Dat uitzicht over de Noordzee: het uitzicht van de jonge Claus op de exacte plaats waar hij ‘De eendenjacht’ (de latere ‘De Metsiers') schreef. Een jaar voor de dood van James Ensor en gedurende de periode waarin het kind Eric De Kuyper een paar honderd meter verder zijn ingewikkelde strandspelen verzint. ‘De eerste jaren na de oorlog waren de huizen langs de Zeedijk bijna alle dichtgetimmerd. Ze waren ofwel totaal verwoest, of stonden leeg en waren onbewoond. Maar ieder jaar gingen ze weer meer tekenen van leven vertonen: er kwamen hotels, restaurants, terrasjes.’ (Aan Zee, 1988) Nadien bekijk ik de foto van Peeters aan het raam. Dan pas merk ik hoe die door het toeval gestructureerd is. De figuur en de zee zijn onscherp. De voorbijvliegende meeuwen (symbool voor de onsterfelijke ziel; Claus?), waarin de meeste beweging zit, zijn scherp.
10.7.2017
Sviatoslav Richter: (...) though everything was topsy-turvy. She (Maria Yudina) played Bach during the war, the B-flat minor prelude... (singing) fast and fortissimo (singing). Backstage, Neuhaus asked her: "Why do you play that so forcefully?"
Yudina : "Well, we are at war!”
quote from: Bruno Monsaingeon, Richter, the Enigma, 1998.
image: Koen Broucke, Martha, acrylic on paper on canvas, 2010.
Sviatoslav Richter: (...) though everything was topsy-turvy. She (Maria Yudina) played Bach during the war, the B-flat minor prelude... (singing) fast and fortissimo (singing). Backstage, Neuhaus asked her: "Why do you play that so forcefully?"
Yudina : "Well, we are at war!”
quote from: Bruno Monsaingeon, Richter, the Enigma, 1998.
image: Koen Broucke, Martha, acrylic on paper on canvas, 2010.
15.6.2017
Ik schilderde drie keer Bagdad. Een eerste keer in de vroege jaren negentig toen ik in Rome in de Academia Belgica aan een klein televisiescherm gekluisterd zat naar aanleiding van de bombardementen op Bagdad en de fluorescerend groene beelden van flitsende projectielen en ‘precisie’ ontploffingen. Ik maakte een tweede reeks in 2005 naar aanleiding van nieuwe bombardementen als voorbereiding van het Amerikaanse-Britse grondoffensief (2003). En tenslotte schilderde ik Bagdad in de winter van 2016-17 voor mijn tentoonstelling ‘Mental Journey to the Middle East’ in Pedrami Gallery in Antwerpen. Hier ging ik uit van oude lithografieën en postkaarten van voor de (Golf)oorlogen, waarin de schoonheid van de stad oogverblindend en ongeschonden was. Aan de laag schoonheid voegde ik de laag van het vuur en de vernieling toe, en tenslotte opnieuw een laag van schoonheid, hoop en reconstructie.
Beeld: Bagdad, 2016, acryl op doek, 24 x 30 cm, privéverzameling.
Ik schilderde drie keer Bagdad. Een eerste keer in de vroege jaren negentig toen ik in Rome in de Academia Belgica aan een klein televisiescherm gekluisterd zat naar aanleiding van de bombardementen op Bagdad en de fluorescerend groene beelden van flitsende projectielen en ‘precisie’ ontploffingen. Ik maakte een tweede reeks in 2005 naar aanleiding van nieuwe bombardementen als voorbereiding van het Amerikaanse-Britse grondoffensief (2003). En tenslotte schilderde ik Bagdad in de winter van 2016-17 voor mijn tentoonstelling ‘Mental Journey to the Middle East’ in Pedrami Gallery in Antwerpen. Hier ging ik uit van oude lithografieën en postkaarten van voor de (Golf)oorlogen, waarin de schoonheid van de stad oogverblindend en ongeschonden was. Aan de laag schoonheid voegde ik de laag van het vuur en de vernieling toe, en tenslotte opnieuw een laag van schoonheid, hoop en reconstructie.
Beeld: Bagdad, 2016, acryl op doek, 24 x 30 cm, privéverzameling.
10.4.2017
Van de evocatie van het wezen of de genius van de Westhoek tot de gitzwarte nacht boven de Kwango, greep de lectuur van ‘De mensengenezer’ van Koen Peeters mij bij de keel. Ik had bijna ‘had mij betoverd’ geschreven. Door zijn superieure vertelstijl, zijn prachtige beschrijvingen en het diepgaande onderzoekswerk naar de verhoudingen tussen de zichtbare en de onzichtbare wereld.
‘Ik stelde vast dat mensen die elkaar niet fysiek ontmoetten, via mij een boodschap aan elkaar doorgaven. De boodschap was subtiel, ontastbaar, als een galm. Het was alsof ik in die transactie een bijzonder, noodzakelijk aandeel had. Men had hiervoor zelfs geduldig op mij gewacht. Mijn hypothese was dat boodschappen zich bedienen van mensen, niet omgekeerd. Mensen zijn vehikels. Wij zijn werktuigen van een hoger, ons onbekend doel.’
beeld: Le musée des fétiches, aquarel op papier, 1994.
Van de evocatie van het wezen of de genius van de Westhoek tot de gitzwarte nacht boven de Kwango, greep de lectuur van ‘De mensengenezer’ van Koen Peeters mij bij de keel. Ik had bijna ‘had mij betoverd’ geschreven. Door zijn superieure vertelstijl, zijn prachtige beschrijvingen en het diepgaande onderzoekswerk naar de verhoudingen tussen de zichtbare en de onzichtbare wereld.
‘Ik stelde vast dat mensen die elkaar niet fysiek ontmoetten, via mij een boodschap aan elkaar doorgaven. De boodschap was subtiel, ontastbaar, als een galm. Het was alsof ik in die transactie een bijzonder, noodzakelijk aandeel had. Men had hiervoor zelfs geduldig op mij gewacht. Mijn hypothese was dat boodschappen zich bedienen van mensen, niet omgekeerd. Mensen zijn vehikels. Wij zijn werktuigen van een hoger, ons onbekend doel.’
beeld: Le musée des fétiches, aquarel op papier, 1994.
4.4.2017
‘En welke wereld rammelt het meeste? Onze wereld of de gespiegelde wereld?’ op de gouden muur in het Ensor kabinet in de tentoonstelling OER, Wortels van Vlaanderen, Caermersklooster, Gent. Een citaat uit een tekst die ik schreef voor de catalogus bij het werk Squelette arrêtant masques: ‘Dit is de “ideale” wereld, waarin skeletten maskers mogen tegenhouden. Arresteren zelfs, of de overgang bepalen tussen links en rechts, de grimmige maskers en de gelukkige maskers, het leven en de dood? Het skelet heeft een kolbak of berenmuts op zijn hoofd en is een gendarme. Het masker dat wordt tegen gehouden is een kwezel. Zij tracht het skelet te omhelzen, en krijgt nog een extra duwtje in de rug van ‘il Generalissimo’. Wat een rijke, bizarre, ironische en cynische wereld is die wereld van James Ensor, de grote eenzame van Oostende toch. Een spiegel van onze echte wereld. En welke wereld rammelt het meeste? Onze wereld of de gespiegelde wereld? Het skelet is uiteraard ook Pietje De Dood. Toen het huis van Ensor in de eerst wereldoorlog getroffen werd bij een bombardement, drong een schrapnel door tot in het doek met ‘De Intocht van Christus te Brussel’, jawel juist op de plek van Pietje De Dood. August Van Yper (Guustje), de trouwe huisknecht van Ensor stelde vast dat dit gewoon een gaatje meer in het doek van ‘menère’ was.’
Ja, welke wereld?
‘En welke wereld rammelt het meeste? Onze wereld of de gespiegelde wereld?’ op de gouden muur in het Ensor kabinet in de tentoonstelling OER, Wortels van Vlaanderen, Caermersklooster, Gent. Een citaat uit een tekst die ik schreef voor de catalogus bij het werk Squelette arrêtant masques: ‘Dit is de “ideale” wereld, waarin skeletten maskers mogen tegenhouden. Arresteren zelfs, of de overgang bepalen tussen links en rechts, de grimmige maskers en de gelukkige maskers, het leven en de dood? Het skelet heeft een kolbak of berenmuts op zijn hoofd en is een gendarme. Het masker dat wordt tegen gehouden is een kwezel. Zij tracht het skelet te omhelzen, en krijgt nog een extra duwtje in de rug van ‘il Generalissimo’. Wat een rijke, bizarre, ironische en cynische wereld is die wereld van James Ensor, de grote eenzame van Oostende toch. Een spiegel van onze echte wereld. En welke wereld rammelt het meeste? Onze wereld of de gespiegelde wereld? Het skelet is uiteraard ook Pietje De Dood. Toen het huis van Ensor in de eerst wereldoorlog getroffen werd bij een bombardement, drong een schrapnel door tot in het doek met ‘De Intocht van Christus te Brussel’, jawel juist op de plek van Pietje De Dood. August Van Yper (Guustje), de trouwe huisknecht van Ensor stelde vast dat dit gewoon een gaatje meer in het doek van ‘menère’ was.’
Ja, welke wereld?
16.3.2017
Het zelfportret uit 1932 van de Duitse schilderes Fridel Dethleffs-Edelmann (collectie Kunsthalle, Augsburg) voor een landschap. Het landschap is niet echt, maar door haar geschilderd (twee keer zelfs: één keer als schilderij en één keer als schilderij in een schilderij) en enigszins door haar figuur mee vormgegeven. De bomenrij volgt de lijn van de ontspannen neerhangende schouders. Om elke twijfel weg te halen dat het geen raam met uitzicht is, heeft ze de randen van het doek en de vouwen in de hoeken hiervan overdreven weergegeven. Zij heeft een merkwaardig dubbel penseel in de rechterhand, dat zowel doek als kunstenares streelt. Haar blik is doordringend, vriendelijk, dromerig. Oor, mond en het kleine haarkrulletje sensueel. Zij was getrouwd met de ondernemer Arist Dethleffs, die voor haar een soort mobiel atelier had laten bouwen, de zogenaamde Dethleffs Wohnauto, waarmee ze hem kon volgen op zakenreizen en later na de oorlog doorheen Europa ging reizen. Dit was meteen ook het prototype voor de latere Dethleffs caravans. Tussen de plooien van de kunstgeschiedenis gevallen? Er is weinig informatie beschikbaar over haar. Wel een website helemaal gewijd aan haar, haar man en haar dochter: ’(…) Her fight for the woman as an artist beared fruit. If not the Nazis had come to power in 1933 – on the height of Fridel's career. Her own style of painting seemed to be identical to the imagination the Nazis had of "German Art". Fridel enjoyed the recognition, she had to fight for so hard. Yet the Nazis were wrong friends. But it was too late to recognise this mistake. After 1945 this was not enough. She was treated with hostility. (...)’
Het zelfportret uit 1932 van de Duitse schilderes Fridel Dethleffs-Edelmann (collectie Kunsthalle, Augsburg) voor een landschap. Het landschap is niet echt, maar door haar geschilderd (twee keer zelfs: één keer als schilderij en één keer als schilderij in een schilderij) en enigszins door haar figuur mee vormgegeven. De bomenrij volgt de lijn van de ontspannen neerhangende schouders. Om elke twijfel weg te halen dat het geen raam met uitzicht is, heeft ze de randen van het doek en de vouwen in de hoeken hiervan overdreven weergegeven. Zij heeft een merkwaardig dubbel penseel in de rechterhand, dat zowel doek als kunstenares streelt. Haar blik is doordringend, vriendelijk, dromerig. Oor, mond en het kleine haarkrulletje sensueel. Zij was getrouwd met de ondernemer Arist Dethleffs, die voor haar een soort mobiel atelier had laten bouwen, de zogenaamde Dethleffs Wohnauto, waarmee ze hem kon volgen op zakenreizen en later na de oorlog doorheen Europa ging reizen. Dit was meteen ook het prototype voor de latere Dethleffs caravans. Tussen de plooien van de kunstgeschiedenis gevallen? Er is weinig informatie beschikbaar over haar. Wel een website helemaal gewijd aan haar, haar man en haar dochter: ’(…) Her fight for the woman as an artist beared fruit. If not the Nazis had come to power in 1933 – on the height of Fridel's career. Her own style of painting seemed to be identical to the imagination the Nazis had of "German Art". Fridel enjoyed the recognition, she had to fight for so hard. Yet the Nazis were wrong friends. But it was too late to recognise this mistake. After 1945 this was not enough. She was treated with hostility. (...)’
15.11.2016
Waarom geraak je zo ineens gefascineerd door het schilderen van haar? Haar leek me altijd het summum van de schilderkunst. Uiterst moeilijk. Een uitdaging dus en ik hou van uitdagingen. Je hebt grosso modo twee mogelijkheden. Ofwel, in de traditie van de vroege West Europese schilderkunst en de Vlaamse primitieven, schilder je haartje na haartje met een fijn penseel van marterhaar. Het ene haar wat lichter, het andere wat donkerder dan de ondergrond in een middentoon. Een mooi voorbeeld hiervan zijn de fijne krulletjes van Ginevra de’ Benci door Leonardo da Vinci, met een echo in de bizarre, stekelige plantenmotieven in de achtergrond. Ofwel geef je vage, maar krachtige volumes weer, zoals bv Edouard Manet, of expressieve curves, zoals bv Edvard Munch. Is er een tussenoplossing: dynamische borstelvegen gecombineerd met gedetailleerd penseelwerk? De directe aanleiding was een fotootje van Nele Bernheim met haar wapperend haar in de zeewind. Ik wilde geen omwegen en vroeg haar zelf als model en hieruit ontstond een reeks. Werken op doek en tekeningen met kroontjespen en Oost-Indische inkt op papier. Op de vraag van een collega in Glasgow of het iets met mijn actuele doctoraatsonderzoek in de kunsten te maken had, vertelde ik, dat ik nu juist eens wilde schilderen ver weg van mijn onderzoek. Maar toen ik hier begon over na te denken, schilderend na te denken, dwaalde ik al af naar de haarlokken van Napoleon en zo ontspon er een nieuw en een eerder geheimzinnig verband, een verband dat ik schilderend vermoed, maar niet helemaal kan expliciteren. Maar hoeft dat ook?
beeld: Koen Broucke, The (secret) connections between the hair studies of Napoleon Bonaparte and Nele Bernheim and the virtuoso studies of a model with a foot fracture, Roommates, Kunstenhuis, Harelbeke, nog tot zondag 20 november 2016.
Waarom geraak je zo ineens gefascineerd door het schilderen van haar? Haar leek me altijd het summum van de schilderkunst. Uiterst moeilijk. Een uitdaging dus en ik hou van uitdagingen. Je hebt grosso modo twee mogelijkheden. Ofwel, in de traditie van de vroege West Europese schilderkunst en de Vlaamse primitieven, schilder je haartje na haartje met een fijn penseel van marterhaar. Het ene haar wat lichter, het andere wat donkerder dan de ondergrond in een middentoon. Een mooi voorbeeld hiervan zijn de fijne krulletjes van Ginevra de’ Benci door Leonardo da Vinci, met een echo in de bizarre, stekelige plantenmotieven in de achtergrond. Ofwel geef je vage, maar krachtige volumes weer, zoals bv Edouard Manet, of expressieve curves, zoals bv Edvard Munch. Is er een tussenoplossing: dynamische borstelvegen gecombineerd met gedetailleerd penseelwerk? De directe aanleiding was een fotootje van Nele Bernheim met haar wapperend haar in de zeewind. Ik wilde geen omwegen en vroeg haar zelf als model en hieruit ontstond een reeks. Werken op doek en tekeningen met kroontjespen en Oost-Indische inkt op papier. Op de vraag van een collega in Glasgow of het iets met mijn actuele doctoraatsonderzoek in de kunsten te maken had, vertelde ik, dat ik nu juist eens wilde schilderen ver weg van mijn onderzoek. Maar toen ik hier begon over na te denken, schilderend na te denken, dwaalde ik al af naar de haarlokken van Napoleon en zo ontspon er een nieuw en een eerder geheimzinnig verband, een verband dat ik schilderend vermoed, maar niet helemaal kan expliciteren. Maar hoeft dat ook?
beeld: Koen Broucke, The (secret) connections between the hair studies of Napoleon Bonaparte and Nele Bernheim and the virtuoso studies of a model with a foot fracture, Roommates, Kunstenhuis, Harelbeke, nog tot zondag 20 november 2016.
5.10.2016
Revalideren in weerstandloze lucht. Lange zwerftochten met de fiets, de opgaande zon tegemoet, de ondergaande zon tegenmoet, vertrekkend vanuit mijn thuisbasis Boechout, doorheen het Land van Reyen en de Netevallei. De nazomer houdt nog even zijn adem in: (meidoorn)hagen en bossen nog zomers groen, met een zweem van fonkelende Rijnwijn (dank Paul Van Ostaijen voor de geleende metafoor), her en der een miezerig en dorstig maïsveld hunkerend naar de oogst of gewoon ter beschutting van de fazanten, een uitbundig dahliaperk, een paradijsbloemenperk, lochtingen met een uitstal van pompoenen met de kleur van ondergaande zon (aan 1,20 euro per stuk), laagvliegende groene spechten, een nog lommerrijke beukendreef, een zeldzame walnotenboomgaard, een door kraaien geplaagde buizerd, een onverwacht vergezicht tot Sint-Gummarus.… Ik ben in topvorm dankzij weken intensieve kinesitherapie, krachttraining en sinds ik terug op mijn rechterbeen mag steunen ook Tai chi, een stevig gecorrigeerde body-mass index, getaand door de late septemberzon en met een plaatje en een stel vijzen Titanium (Ti 22) in mijn rechtervoet ter waarde van een kunstwerk.
Ik passeer langs de Villa Jeanne in Hove, het ouderlijk huis van ‘Zot Polleke’ van maart 1913 tot oktober 1914, en mijn gedachten dwalen af naar de zonnige tocht drie jaar geleden met Koen Peeters, Pascal Verbeken, Peter Holvoet-Hanssen en onze foerier en stille kracht Timoti Vandebriel in weerstandloze lucht naar Miavoye. Ik meet en proef de tijd daartussen. Binnen een tweetal weken brengen we nog eens een mini live versie van het boek in het Letterkundig Museum in Den Haag. Maar vanavond fiets ik eerst naar de grote viering van 100 jaar Music-Hall in de Arenbergschouwburg in Antwerpen, een initiatief van uitgeverij Polis en het Paul Van Ostaijengenootschap.
beeld: Miavoye, 2015, acryl op doek.
Revalideren in weerstandloze lucht. Lange zwerftochten met de fiets, de opgaande zon tegemoet, de ondergaande zon tegenmoet, vertrekkend vanuit mijn thuisbasis Boechout, doorheen het Land van Reyen en de Netevallei. De nazomer houdt nog even zijn adem in: (meidoorn)hagen en bossen nog zomers groen, met een zweem van fonkelende Rijnwijn (dank Paul Van Ostaijen voor de geleende metafoor), her en der een miezerig en dorstig maïsveld hunkerend naar de oogst of gewoon ter beschutting van de fazanten, een uitbundig dahliaperk, een paradijsbloemenperk, lochtingen met een uitstal van pompoenen met de kleur van ondergaande zon (aan 1,20 euro per stuk), laagvliegende groene spechten, een nog lommerrijke beukendreef, een zeldzame walnotenboomgaard, een door kraaien geplaagde buizerd, een onverwacht vergezicht tot Sint-Gummarus.… Ik ben in topvorm dankzij weken intensieve kinesitherapie, krachttraining en sinds ik terug op mijn rechterbeen mag steunen ook Tai chi, een stevig gecorrigeerde body-mass index, getaand door de late septemberzon en met een plaatje en een stel vijzen Titanium (Ti 22) in mijn rechtervoet ter waarde van een kunstwerk.
Ik passeer langs de Villa Jeanne in Hove, het ouderlijk huis van ‘Zot Polleke’ van maart 1913 tot oktober 1914, en mijn gedachten dwalen af naar de zonnige tocht drie jaar geleden met Koen Peeters, Pascal Verbeken, Peter Holvoet-Hanssen en onze foerier en stille kracht Timoti Vandebriel in weerstandloze lucht naar Miavoye. Ik meet en proef de tijd daartussen. Binnen een tweetal weken brengen we nog eens een mini live versie van het boek in het Letterkundig Museum in Den Haag. Maar vanavond fiets ik eerst naar de grote viering van 100 jaar Music-Hall in de Arenbergschouwburg in Antwerpen, een initiatief van uitgeverij Polis en het Paul Van Ostaijengenootschap.
beeld: Miavoye, 2015, acryl op doek.
26.9.2016
Het is een ritueel om ’s avonds, wanneer het donker is, het atelier te gaan asfluiten en nog een laatste blik hemelwaarts te richten. Vanavond geen sterren, maar een witte hemel van laaghangende wolken, het licht van de nabijgelegen stad reflecterend. Ik hoor een bosuil, die ik ook al de voorbije nachten vanuit het open slaapkamerraam had gehoord. Eerst achteraan rechts van het atelier, nadien links in de hoge conifeer in de naastliggende tuin. Ik blijf kijken en dan zie ik de uil geruisloos westwaarts over het atelier vliegen. In mijn hoofd klinkt als een echo de muziek van Leos Janacek ‘The Barn Owl has not flown away!’ (de ‘Barn Owl’ is uiteraard de kerkuil, van dezelfde familie dus) en van Robert Schumann ‘Vogel als Prophet’, want de muziek van Schumann zit gewoon altijd in mijn hoofd en diep in mijn hart. Ik keer terug naar het huis en lees verder in W.G. Sebald’s onovertroffen ‘De ringen van Saturnus’. Over zijn observaties vanuit het vliegtuig Amsterdam-Norwich: “Als we onszelf vanuit een dergelijke hoogte bekijken, is het verschrikkelijk hoe weinig we weten van onszelf, van ons doen en ons einde.” En, zuster uil, wat zie jij vanuit jouw eenzame hoogtes en wat kun je ons hierover vertellen?
beeld: Night Flowers (Scapa Flow), 2015, acryl op papier (courtesy: Light Cube Art Gallery, Ronse)
Het is een ritueel om ’s avonds, wanneer het donker is, het atelier te gaan asfluiten en nog een laatste blik hemelwaarts te richten. Vanavond geen sterren, maar een witte hemel van laaghangende wolken, het licht van de nabijgelegen stad reflecterend. Ik hoor een bosuil, die ik ook al de voorbije nachten vanuit het open slaapkamerraam had gehoord. Eerst achteraan rechts van het atelier, nadien links in de hoge conifeer in de naastliggende tuin. Ik blijf kijken en dan zie ik de uil geruisloos westwaarts over het atelier vliegen. In mijn hoofd klinkt als een echo de muziek van Leos Janacek ‘The Barn Owl has not flown away!’ (de ‘Barn Owl’ is uiteraard de kerkuil, van dezelfde familie dus) en van Robert Schumann ‘Vogel als Prophet’, want de muziek van Schumann zit gewoon altijd in mijn hoofd en diep in mijn hart. Ik keer terug naar het huis en lees verder in W.G. Sebald’s onovertroffen ‘De ringen van Saturnus’. Over zijn observaties vanuit het vliegtuig Amsterdam-Norwich: “Als we onszelf vanuit een dergelijke hoogte bekijken, is het verschrikkelijk hoe weinig we weten van onszelf, van ons doen en ons einde.” En, zuster uil, wat zie jij vanuit jouw eenzame hoogtes en wat kun je ons hierover vertellen?
beeld: Night Flowers (Scapa Flow), 2015, acryl op papier (courtesy: Light Cube Art Gallery, Ronse)
10.8.2016
Farewell to the battlefield. During my last and venturous walk on the battlefield of Brustem, I broke my right calcaneus. It was meant to be a ritual walk to celebrate the moment of halfway of my PhD research, announcing the end of the battlefield walks and the start of the movement backward, the introspection, the transformation of the collected material into something more universal and transcendental and a series of fine exhibitions in major museums and institutions from now until 2019.
We took some pictures of the movement running away from the battlefield. Then the accident happened and we had to go to the emergency, where my right leg was put in plaster. Friday I will have surgery. In the meantime we returned with plaster and crutches to another nearby battlefield and I started a new life as a kangaroo: my two hands on the crutches, impossible to lean on my right leg, I wear an apron as a pouch to carry my stuff from one place to another in the house and the studio. (photo: Jon Lagarde)
Farewell to the battlefield. During my last and venturous walk on the battlefield of Brustem, I broke my right calcaneus. It was meant to be a ritual walk to celebrate the moment of halfway of my PhD research, announcing the end of the battlefield walks and the start of the movement backward, the introspection, the transformation of the collected material into something more universal and transcendental and a series of fine exhibitions in major museums and institutions from now until 2019.
We took some pictures of the movement running away from the battlefield. Then the accident happened and we had to go to the emergency, where my right leg was put in plaster. Friday I will have surgery. In the meantime we returned with plaster and crutches to another nearby battlefield and I started a new life as a kangaroo: my two hands on the crutches, impossible to lean on my right leg, I wear an apron as a pouch to carry my stuff from one place to another in the house and the studio. (photo: Jon Lagarde)
1.7.2016
Today, exactly one hundred years ago, Staff Captain Eugene Bourdon, Glasgow School of Arts’s first professor of Architectural Design was killed at Hardecourt-aux-Bois during the first day of the Battle of the Somme. We travelled to that place and were trying to walk in his last footsteps. We walked in a pitch black night without any glimmer of light. Coincidently, Ernst Jünger, a highly decorated German officer in both world wars and one of the most famous military authors ever, buried 39 comrades that same day (1 July 1916) at the Graveyard of Douchy, 25 km North from Hardecourt. The days before he and his companions were terrified by British artillery fire and gas attacks in the trenches near Monchy. End of august he returned to the front, to the village of Guillemont (today you can walk here in a Rue Ernst Jünger; only 3 km form the Bois d’en Haut, Hardecourt). He describes in his World War I memoirs, ‘Storm of steal’ the land where Bourdon perished a couple of weeks before:
‘When morning paled, the strange surroundings gradually revealed themselves to our disbelieving eyes.
The defile proved to be little more than a series of enormous craters full of pieces of uniform, weapons and dead bodies; the country around, so far as the eye could see, had been completely ploughed by heavy shells. Not a single blade of grass showed itself. The churned-up field was gruesome. In among the living defenders ly the dead. When we dug foxholes, we realized that they were stacked in layers. One company after another, pressed together in the drumfire, had been mown down, then the bodies had been buried under showers of earth sent up by shells, and then the relief company had taken their predecessors’ place. And now it was our turn.
The defile and the land behind was strewn with German dead, the field ahead with British. Arms and legs and heads stuck out the slopes; in front of our holes were severed limbs and bodies, some of which had coats or tarpaulins thrown over them, to save us the sight of the disfigured faces. In spite of the heat, no one thought of covering the bodies with earth.’(Ernst Jünger, Storm of Steel, translation: Michael Hoffman, Penguin Classics, 2004, p.97-98)
Today, exactly one hundred years ago, Staff Captain Eugene Bourdon, Glasgow School of Arts’s first professor of Architectural Design was killed at Hardecourt-aux-Bois during the first day of the Battle of the Somme. We travelled to that place and were trying to walk in his last footsteps. We walked in a pitch black night without any glimmer of light. Coincidently, Ernst Jünger, a highly decorated German officer in both world wars and one of the most famous military authors ever, buried 39 comrades that same day (1 July 1916) at the Graveyard of Douchy, 25 km North from Hardecourt. The days before he and his companions were terrified by British artillery fire and gas attacks in the trenches near Monchy. End of august he returned to the front, to the village of Guillemont (today you can walk here in a Rue Ernst Jünger; only 3 km form the Bois d’en Haut, Hardecourt). He describes in his World War I memoirs, ‘Storm of steal’ the land where Bourdon perished a couple of weeks before:
‘When morning paled, the strange surroundings gradually revealed themselves to our disbelieving eyes.
The defile proved to be little more than a series of enormous craters full of pieces of uniform, weapons and dead bodies; the country around, so far as the eye could see, had been completely ploughed by heavy shells. Not a single blade of grass showed itself. The churned-up field was gruesome. In among the living defenders ly the dead. When we dug foxholes, we realized that they were stacked in layers. One company after another, pressed together in the drumfire, had been mown down, then the bodies had been buried under showers of earth sent up by shells, and then the relief company had taken their predecessors’ place. And now it was our turn.
The defile and the land behind was strewn with German dead, the field ahead with British. Arms and legs and heads stuck out the slopes; in front of our holes were severed limbs and bodies, some of which had coats or tarpaulins thrown over them, to save us the sight of the disfigured faces. In spite of the heat, no one thought of covering the bodies with earth.’(Ernst Jünger, Storm of Steel, translation: Michael Hoffman, Penguin Classics, 2004, p.97-98)
21.6.2016
It felt like an end, but there’s no ending, there’s no beginning, only transition, longing, mirroring and remembrance. (Glasgow roofscapes, acrylic on paper, 2015-2016)
It felt like an end, but there’s no ending, there’s no beginning, only transition, longing, mirroring and remembrance. (Glasgow roofscapes, acrylic on paper, 2015-2016)
9.6.2016
The centenary commemoration of the loss of HMS Hampshire on Sunday 5 June 2016. Oh, this was a breathtaking ceremony on the high cliffs of Marwick Head, next to the Kitchener Memorial, in remembrance of the most famous victim of this tragedy, the 723 crew members lost and 12 survivors. During the service HMS Duncan was positioned at the site of the wreck of HMS Hampshire, 1 mile and a half from the cliffs, around a depth of 55-70 meters and an official war grave. At 8 pm the destroyer was in an impressive line of light of the setting sun. At 8:45 pm, exactly one hundred years after the moment when HMS Hampshire was lost, there was a single gun salute by HMS Duncan. The sun had moved a bit to the right. The paintings show rather what I felt at that moment than what I actually saw. The paintings will be on display in my solo exhibition ‘How long have you been in Scotland?’ in Light Cube Art Gallery, Ronse (Belgium) from 4 September until 9 October 2016.
The centenary commemoration of the loss of HMS Hampshire on Sunday 5 June 2016. Oh, this was a breathtaking ceremony on the high cliffs of Marwick Head, next to the Kitchener Memorial, in remembrance of the most famous victim of this tragedy, the 723 crew members lost and 12 survivors. During the service HMS Duncan was positioned at the site of the wreck of HMS Hampshire, 1 mile and a half from the cliffs, around a depth of 55-70 meters and an official war grave. At 8 pm the destroyer was in an impressive line of light of the setting sun. At 8:45 pm, exactly one hundred years after the moment when HMS Hampshire was lost, there was a single gun salute by HMS Duncan. The sun had moved a bit to the right. The paintings show rather what I felt at that moment than what I actually saw. The paintings will be on display in my solo exhibition ‘How long have you been in Scotland?’ in Light Cube Art Gallery, Ronse (Belgium) from 4 September until 9 October 2016.
23.3.2016
Gisteren kon ik niet schilderen. In shock door de gebeurtenissen in Brussel, mijn gedachten bij de slachtoffers, de pijn, het verdriet, de angst, de woede, vrienden die op dat ogenblik in Brussel of in Zaventem waren, luisterend naar de polyfonie van aarzeling van het eerste moment, de communicatiestroom, de moed en de efficiëntie van de hulp- en ordediensten, de solidariteitsbetuigingen… Ik ging wat in de tuin werken. Natalie kwam zo snel als ze kon naar huis. ’s Avonds was het concert in het Klara festival met de Via Crucis van Franz Liszt afgelast en luisterden we naar de solo versie door Jan Michiels op de radio. Ik was opnieuw zo in de ban van het werk dat ik het nog eens helemaal heb nagespeeld op de piano (Natalie lag te luisteren in de chaise longue in het maanlicht) en terugdacht aan de kleine tournee die we met dit werk brachten in 2009: Jan Michiels, het Vlaams Radio Koor en ikzelf die toen een reeks doornenkronen projecteerde. Vandaag wordt nog duidelijker hoe krachtig deze metafoor is.
Gisteren kon ik niet schilderen. In shock door de gebeurtenissen in Brussel, mijn gedachten bij de slachtoffers, de pijn, het verdriet, de angst, de woede, vrienden die op dat ogenblik in Brussel of in Zaventem waren, luisterend naar de polyfonie van aarzeling van het eerste moment, de communicatiestroom, de moed en de efficiëntie van de hulp- en ordediensten, de solidariteitsbetuigingen… Ik ging wat in de tuin werken. Natalie kwam zo snel als ze kon naar huis. ’s Avonds was het concert in het Klara festival met de Via Crucis van Franz Liszt afgelast en luisterden we naar de solo versie door Jan Michiels op de radio. Ik was opnieuw zo in de ban van het werk dat ik het nog eens helemaal heb nagespeeld op de piano (Natalie lag te luisteren in de chaise longue in het maanlicht) en terugdacht aan de kleine tournee die we met dit werk brachten in 2009: Jan Michiels, het Vlaams Radio Koor en ikzelf die toen een reeks doornenkronen projecteerde. Vandaag wordt nog duidelijker hoe krachtig deze metafoor is.
11.2.2016
Deze week kocht ik bij Bernaerts het zelfportret van Jean Roch Collon, gedateerd 1923. Jean Roch Collon (1894-1951) schilderde portretten, elegante, wufte vrouwen, landschappen en ook enkele kruiswegen. In een tijd waarin dit nog probleemloos kon. Het is tegelijkertijd een mooie aanwinst voor mijn groeiende collectie zelfportretten van twintigste-eeuwse figuratieve schilders. Natalie is de gekochte werken gaan afhalen (er zat nog een vrij groot stilleven bij). Het is altijd een spannend en blij moment wanneer de veilingaankopen in de verzameling aankomen, en ze met goed licht te kunnen bekijken en te degusteren. En toen werd me duidelijk dat zo’n geschilderd zelfportret helemaal niets te maken heeft met het fenomeen ‘selfie’. Een selfie is een tautologische herhaling van het ik: ik met mezelf, ik hier, ik daar, ik met, ik voor, ik naast… een tragisch spiegelpaleis van het ik. Terwijl het geschilderde zelfportret een zelfonderzoek is, een onderzoek naar het masker van het ego. En in de beste gevallen - en ook in het geval van Collon - een doorbreken van dat masker. ‘Ik ben dit niet.’ Waar de linkerhelft van het gezicht (rechterhelft van het schilderij) nog redelijk gedetailleerd en virtuoos is weergeven, met een prachtige notitie van de blik achter de hoornen bril, is de rechterhelft van het gezicht in de schaduw terecht gekomen en aangezet met enkele diagonale en snelle borstelvegen in gebrande omber. ‘Dit schiet van mij over’, zegt de schilder. Er is een zekere gelijkenis met de jonge Koning Albert I, maar het haar is wilder en de man in het schilderij heeft een duidelijke ouderwetse schilderstrik.
Deze week kocht ik bij Bernaerts het zelfportret van Jean Roch Collon, gedateerd 1923. Jean Roch Collon (1894-1951) schilderde portretten, elegante, wufte vrouwen, landschappen en ook enkele kruiswegen. In een tijd waarin dit nog probleemloos kon. Het is tegelijkertijd een mooie aanwinst voor mijn groeiende collectie zelfportretten van twintigste-eeuwse figuratieve schilders. Natalie is de gekochte werken gaan afhalen (er zat nog een vrij groot stilleven bij). Het is altijd een spannend en blij moment wanneer de veilingaankopen in de verzameling aankomen, en ze met goed licht te kunnen bekijken en te degusteren. En toen werd me duidelijk dat zo’n geschilderd zelfportret helemaal niets te maken heeft met het fenomeen ‘selfie’. Een selfie is een tautologische herhaling van het ik: ik met mezelf, ik hier, ik daar, ik met, ik voor, ik naast… een tragisch spiegelpaleis van het ik. Terwijl het geschilderde zelfportret een zelfonderzoek is, een onderzoek naar het masker van het ego. En in de beste gevallen - en ook in het geval van Collon - een doorbreken van dat masker. ‘Ik ben dit niet.’ Waar de linkerhelft van het gezicht (rechterhelft van het schilderij) nog redelijk gedetailleerd en virtuoos is weergeven, met een prachtige notitie van de blik achter de hoornen bril, is de rechterhelft van het gezicht in de schaduw terecht gekomen en aangezet met enkele diagonale en snelle borstelvegen in gebrande omber. ‘Dit schiet van mij over’, zegt de schilder. Er is een zekere gelijkenis met de jonge Koning Albert I, maar het haar is wilder en de man in het schilderij heeft een duidelijke ouderwetse schilderstrik.
24.10.2013
Op dinsdag 6 september 1927 wuifden Tine Ceulemans ‘Minnekepoess’ en Floris Jespers hun vriend Paul Van Ostaijen uit in het station van Antwerpen. Hij vertrok met als bestemming het sanatorium 'Le Vallon' in Miavoye-Anthée. Ondanks verschillende plannen voor zijn terugreis, zou hij nooit meer terugkeren. Op zondag 18 maart 1928 om 8 uur werd hij dood aangetroffen in zijn bed, het hoofd naar de enorme beuk voor zijn raam gekeerd.
Wij (Koen Peeters, Peter Holvoet-Hanssen, Pascal Verbeken en Timoti Vandebriel en ikzelf) maakten de laatste reis van Van Ostaijen opnieuw. Een indringende ervaring waarbij een aantal prangende vragen voorlopig onbeantwoord blijven:
Hoe verliep de laatste reis van Van Ostaijen? Wat waren zijn laatste reisindrukken? Waar stapte hij over in een auto? De soms gedetailleerde beschrijvingen van zijn medische toestand in zijn brieven blijken niet altijd even exact. Pneumothorax? Pathologie en therapie worden verward. Was Van Ostaijen op de hoogte van de uitzichtloosheid van zijn situatie? In hoeverre had dokter Léon Bérard hem hierover ingelicht? Marc Edo Tralbaut en Gerrit Borgers geven meer informatie over deze dokter en zijn kortstondig sanatorium in Miavoye. Blijkbaar heeft Tralbaut nog inzage gehad in het archief van het sanatorium. Toch blijft er een mysterieuze waas. Wie ging ons voor in de bedevaart naar Miavoye: P. Lenain (Louis Paul Boon? 1946), de eerder genoemde Tralbaut (1956), Marc Reynebeau (1991)…? En tenslotte: zijn er nog gedichten geschreven in Miavoye? Onder andere ‘Boere-charleston’ en ‘Alpejagerslied’ zijn van hieruit verstuurd. Zijn ze hier ook geschreven?
Een heer die de straat afdaalt
Een heer die de straat opklimt
(…)
Op dinsdag 6 september 1927 wuifden Tine Ceulemans ‘Minnekepoess’ en Floris Jespers hun vriend Paul Van Ostaijen uit in het station van Antwerpen. Hij vertrok met als bestemming het sanatorium 'Le Vallon' in Miavoye-Anthée. Ondanks verschillende plannen voor zijn terugreis, zou hij nooit meer terugkeren. Op zondag 18 maart 1928 om 8 uur werd hij dood aangetroffen in zijn bed, het hoofd naar de enorme beuk voor zijn raam gekeerd.
Wij (Koen Peeters, Peter Holvoet-Hanssen, Pascal Verbeken en Timoti Vandebriel en ikzelf) maakten de laatste reis van Van Ostaijen opnieuw. Een indringende ervaring waarbij een aantal prangende vragen voorlopig onbeantwoord blijven:
Hoe verliep de laatste reis van Van Ostaijen? Wat waren zijn laatste reisindrukken? Waar stapte hij over in een auto? De soms gedetailleerde beschrijvingen van zijn medische toestand in zijn brieven blijken niet altijd even exact. Pneumothorax? Pathologie en therapie worden verward. Was Van Ostaijen op de hoogte van de uitzichtloosheid van zijn situatie? In hoeverre had dokter Léon Bérard hem hierover ingelicht? Marc Edo Tralbaut en Gerrit Borgers geven meer informatie over deze dokter en zijn kortstondig sanatorium in Miavoye. Blijkbaar heeft Tralbaut nog inzage gehad in het archief van het sanatorium. Toch blijft er een mysterieuze waas. Wie ging ons voor in de bedevaart naar Miavoye: P. Lenain (Louis Paul Boon? 1946), de eerder genoemde Tralbaut (1956), Marc Reynebeau (1991)…? En tenslotte: zijn er nog gedichten geschreven in Miavoye? Onder andere ‘Boere-charleston’ en ‘Alpejagerslied’ zijn van hieruit verstuurd. Zijn ze hier ook geschreven?
Een heer die de straat afdaalt
Een heer die de straat opklimt
(…)
9.7.2013
Mijn uitgedroogd inktpotje vandaag. Bijna een iris. Een gelukservaring van zeldzame contemplatieve schoonheid. Het had niet misstaan in de installatie 'Je meurs de soif auprès de la fontaine'.
Mijn uitgedroogd inktpotje vandaag. Bijna een iris. Een gelukservaring van zeldzame contemplatieve schoonheid. Het had niet misstaan in de installatie 'Je meurs de soif auprès de la fontaine'.